Heb lief wat je liefhebt.

Heb lief wat je liefhebt.

Veel van de gesprekken die ik momenteel voer, gaan over somber voelen. Het jaargetijde maakt niet alleen de tijd langer donker, ook het hoofd en harten van velen. En zo heb ik deze week een prachtig gesprek met één van mijn cliënten; elk jaar maakt deze meneer zich zorgen over de naderende somberheid. We spreken over zijn systeem. De mensen om hem heen die hem lief zijn. Hij vertelt hoe makkelijk hij door hen uit balans wordt gehaald en zich dan terugtrekt. Al doorvragende vraag ik of – als hij zich door het gedrag van vrouw, kind, ouders, collega’s voelt wankelen – hij zich terugtrekt. Hij antwoordt dat hij dit eigenlijk niet anders kent. En daar zit wat mij betreft de kern van sombere gevoelens: je afgesloten voelen van jezelf en anderen. Als je je angstig voelt, bijvoorbeeld omdat een geliefd persoon zich op een bepaalde manier gedraagt en jij daar betekenis aan geeft die angst oproept, kan het zijn dat je je emotioneel terugtrekt. De verbinding is verbroken. En in die afscheiding is het eenzaam en alleen.

Maar wat als je in openheid blijft? Kwetsbaar en risicovol? De meneer kijkt bedenkelijk. Dan zegt ie; ‘ je bedoelt dus eigenlijk dat als iemand een pistool tegen mijn hoofd houdt en ik zeg ‘wat kan ik voor je betekenen?’ er iets anders gebeurt in het contact? Hij zwijgt nog steeds met een twijfelachtige blik in zijn ogen. Ik glimlach. Maar, vervolgt hij nog steeds niet overtuigd; ‘dat is toch helemaal niet eerlijk? Ik voel onder druk gezet en mag het ook nog oplossen?’ Ik kijk hem aan en vraag; ‘is dat de stem van iemand die in verbinding staat of de stem van iemand die zich angstig en bedreigd voelt?’ En dan breekt er een grote glimlach door op zijn gezicht. Om het besprokene voor zichzelf concreet te maken, voegt meneer er een mooie beweging aan toe. Hij zegt: ‘met skiën heb ik altijd de neiging om mijn lichaam naar achteren te laten vallen als ik dreig te vallen maar eigenlijk moet ik naar voren bewegen’. Volgens mij is dit wat je me tracht mee te geven. Ik knik dankbaar. Een simpele, mooie beweging die het licht van verschil kan maken. Donkere dagen in het licht van verbinding. Meneer gaat de deur uit met een belofte aan zichzelf dat hij thuis de beweging naar voren maakt als zijn vrouw opmerkingen plaatst die hem doen terugtrekken. Wat hij eigenlijk zegt; deze keer draai ik me niet af van het liefhebben van degenen die ik liefheb.

ZOEK NIET NAAR HET GELUK!

ZOEK NIET NAAR HET GELUK!

We zijn opgegroeid met het devies ‘zoekt en gij zult vinden’. Inderdaad. Dat geldt zeker voor je sokken, je huissleutels en het dopje van de tandpasta. Maar als het gaat om het zoeken van je geluk, kun je zoeken tot je een ons weegt; het gaat niet gebeuren. En toch zoeken we allemaal. We kopen ons suf in de hoop dat we het geluk erin vinden. We lezen tig zelfhulpboeken in de wens dat we daarmee ons geluk in huis halen. En wat een desillusie dat we veelal niet vinden wat we zoeken. O zeker wel, een lange vakantie op Bali kan ons tijdelijk gelukkig doen voelen. Maar éénmaal thuis, hebben we het weer met onszelf te doen.

Inderdaad. De enige plek waar we het geluk vinden, is in en met onszelf. Ik kan het niet minder cliché maken dan het is. Dat is het irritante van cliché’s: ze komen zo dicht in de buurt van hoe het werkelijk werkt. Toch ligt hierin mijns inziens ook wel goed nieuws. Want eerlijk is eerlijk: als de schat van geluk in jezelf ligt, houd je behoorlijk wat geld in je portemonnaie. Hooguit heb je degene te betalen die je helpt de focus op jezelf te leggen en te houden. Maar geloof me, die zijn een stuk goedkoper dan de aanschaf van de nieuwste technologische gadget.

Geluk vind je dus in jezelf. Hoe harder je zoekt in alles om jou heen, des te verder je afstaat van die schat in jezelf. Zoiets als het zoekspelletje wat ik speelde toen ik nog kind was: je bent warm, warm, kouder, nog kouder…je bent nu zo koud als het maar zijn kan. Keer om en ga terug waar je begon. Bij jezelf.

Geluk is de glimlach op je gezicht als je een ander helpt

Denemarken is ongeveer het meest gelukkige land ter wereld. Daar kunnen we van leren. Zij hebben dan ook het vak empathie op school. Wat een geweldige toevoeging aan de lesstof. De leefstijl van de Denen wordt ook wel ‘hygge‘ genoemd. Een term die inmiddels ook opduikt in de Happinez en de Psychologie. Hygge is eigenlijk een levensfilosofie die warmte, saamhorigheid, veiligheid, vertrouwdheid, rust, eenvoud en tevredenheid omvat. Het is geen wonder dat er meer bewustzijn over dit concept komt. Zovelen van ons verlangen om te vertragen en een vreugdevoller, aangenamer en duurzamer leven te creëren. We willen dat geluksgevoel. Wat is dat hygge eigenlijk?

Verbonden zijn

Er zijn talloze onderzoeken die aantonen hoe belangrijk sociale verbinding is voor onze gezondheid en welzijn. Zonder dat gaat onze gezondheid sneller achteruit dan door de effecten van obesitas, roken en hoge bloeddruk. Hiermee verhogen sterke sociale verbindingen onze immuunsysteem, verminderen onze angst en stimuleren we ons zelfvertrouwen. Hygge gaat over het ervaren van betekenisvolle, oprechte en liefdevolle connecties met anderen. Het wordt meestal beschreven als een gedeeld gevoel van “dit is mijn stam” waar sprake is van een echte verbinding, zorg en tevredenheid tussen vrienden en familie. Het is vergelijkbaar met het boeddhistische concept van lieflijke goedheid en beseffen dat we allemaal kwetsbaar, kostbaar en met elkaar verbonden zijn. Als je erover nadenkt, is het tegenovergestelde op dit moment gaande in onze samenleving. Contact hebben via social media en we lijken steeds hogere eisen aan onszelf en anderen te stellen. We hebben geen kerk meer waar we samenkomen en het individualisme viert hoogtij. 

De beste voorspeller of we gelukkig zijn of niet, is onze sociale relatie.”

Omarm eenvoud en oprechtheid

Eenvoud staat centraal in hygge-gevoel. Dat hebben de Denen overeenkomstig met de Boeddhisten. Het gaat over zijn en niet over hebben. Het gaat over het genieten van de eenvoudige genoegens van het leven. Het gaat niet zozeer om het kiezen van de juiste activiteit en het volgen van bepaalde regels maar veel meer over het weten waardoor je je vredig, tevreden en veilig voelt. Hygge kan niet worden gekocht of verkocht. Het is een levensfilosofie waarmee je ervaringen met je geest, lichaam en ziel volledig kunt omarmen. In het Westen hebben we de equivalent van “gaan zitten met een ​​lekker kopje thee”, maar in de Deense filosofie gaat het om het ervaren van dit ritueel. Vergelijkbaar is met boeddhistische leerstellingen en yogapraktijken.

De sleutel van geluk is om de ervaringen waar je van houdt, totaal en volledig te omarmen. Deze ervaringen kunnen worden gedeeld, alleen, thuis of op het werk – het maakt niet uit. Sta jezelf toe om ze op dit moment te leven en waardeer hoe ze je geest voeden, evenals hun andere tastbare voordelen, zoals je lichaam voeden met een goede maaltijd of je lijf koesteren in een warm bad. Charlotte Abrahams, de auteur van Hygge: A Celebration of Simple Pleasures. Living the Danish Way, schrijft: ‘Het gaat erom een ​​pauze te nemen van de drukte van het leven en die pauze echt te merken. 

Geluk vind je in de vriendelijkheid voor jezelf

Hoe Hygge je dan?


Er zijn best eenvoudige manieren om meer hygge in je leven toe te laten. Hier zijn zes vragen om meer hygge – en daarmee meer geluk – in je leven te brengen:

  • Vraag jezelf af waar je je het meest thuis voelt.
  • Welke activiteiten en rituelen verankeren jouw dagelijkse leven?
  • Hoe zorg jij voor rust?
  • Welke activiteiten en rituelen helpen je om te ontspannen?
  • Bij wie voel je je op je gemak?
  • Wat draagt ​​het meest bij aan jouw gevoel van welzijn?

Hoe dan concreet?

Aanwezigheid: wees in het hier en nu. Ben aanwezig bij elkaar. Schakel telefoons uit met regelmaat uit.

Gelijkheid: maak “Wij” prioriteit boven “Mij“. Verdeel de taken, doe dingen samen en deel ook de zend- en ontvangsttijd. Met andere woorden: zorg dat er evenredige aandacht is in vertellen en luisteren.

Plezier: Maak plezier, speel en zet ‘leuk’ op de agenda.

Dankbaarheid: Dankbaarheid is het geheugen van het hart. Het laat ons herinneren waar we blij en gelukkig mee mogen zijn. Ook als het even niet zo voelt. Maak dankbaarheid een vast onderdeel van je zijn.

Harmonie: het leven is geen wedstrijd. Ook al voelt het wellicht wel zo. Weet dat je leuk bent ook zonder al je prestaties. Tenslotte herinneren mensen zich vooral hoe je hen hebt laten voelen en niet wat je allemaal bereikt hebt.

Comfort: Verwen jezelf en elkaar. Er zijn tijden van inspanning maar ontspanning is een belangrijk onderdeel van ons geluk. Tijd voor jezelf en tijd voor elkaar.

Relatie: Kies ervoor om je gelijk eens in te ruilen voor empathie. Daar word je oprecht een gelukkiger mens van. 

Saamhorigheid: Investeer in je relaties en in de verhalen die daarbij horen. Het is heerlijk om tegen elkaar te zeggen;”Herinner je je de tijd dat we …?”

Thuis: Dit is je familie. Dit zijn je vrienden. Dit zijn de mensen die een glimlach op je gezicht toveren, je een veilige plek bieden en vertrouwdheid uitstralen. 

Geluk is daar waar je hart huist.

Jezelf laten zien

Jezelf laten zien

‘Barbara, zo vaak hebben wij het gehad over jezelf laten zien. Nu doe ik dat – laat m’n emoties zien, mijn gedachten, spreek me uit en weet je wat; ik kom erachter dat sommigen daar niets mee kunnen. Ze trekken zich terug, laten niets meer horen’. Ik luister. Ze gaat verder; ‘ik vind het heel naar, voel me naakter dan naakt en kennelijk schrikt het mensen af’. Ik wacht nog even. De ruimte geeft haar de gelegenheid om ook aan mij haar gekwetstheid hierover te laten zien. Ik kijk haar aan. Zij vervolgt; ‘ik wil mensen niet tot last zijn. Het voelt alsof ik dat nu wel ben’. Toch?! Ze wendt haar blik tot mij en kijkt me vragend om bevestiging aan. Langza am stel ik de vraag of ze ook andere ervaringen heeft met zichzelf laten zien. Nu is zij het die pauzeert. En dan verandert haar gezichtsuitdrukking. Deze wordt zachter, opener. ‘Jawel’, zegt ze; ‘Een aantal mensen bellen wat vaker, appen me om te vragen hoe het is. En mijn beste vriendin komt vanavond voor me koken’. ‘Maar’ voegt ze er snel aan toe; ‘vooral mijn familie kan er dus helemaal niets mee’. Die voelde ik aankomen. Ze zucht.

Het is verdrietig om te bemerken dat het laten zien van jezelf, anderen afschrikt. Heel verdrietig zelfs. Zeker en bovenal als het je familie betreft. We willen tenslotte niets liever dan gezien en gehoord worden én dat we in onze kwetsbaarheid ontvangen worden. De werkelijkheid is echter dat diezelfde kwetsbaarheid zo krachtig is dat anderen er bang van worden. Zich tekort voelen schieten of het dermate pijnlijke plekken van de ander aanraakt, dat het zo snel mogelijk toegedekt wordt. Er van weg draaien is een vorm van bescherming. En helaas betreft dat niet zelden het gezin, je familie waarbinnen je geleerd hebt om je niet uit te spreken, door te gaan – rug recht, neus vooruit – en net te doen of datgene waar we het niet over hebben, er ook niet is.

Jouw kwetsbare kracht maakt anderen onzeker. It’s part of the deal. Laat je niet ontmoedigen. Het gaat namelijk om jou. Alleen om jou. Door jezelf te laten zien wordt je vrijer, lichter, krachtiger en liefdevoller naar jezelf toe. In het jezelf laten zien, ben je in staat al je emoties te omarmen. Door jezelf te laten zien, trek je mensen aan die hetzelfde wensen voor zichzelf. En ja, door jezelf te laten zien wordt ook helder welke mensen er niet of nog niet aan toe zijn om zich te openen. Om zichzelf te zien in het licht van jouw licht. Accepteren dat dat zo is. En keuzes maken aan wie je jezelf toont. In ieder geval aan jezelf.

Succesvol in dienstbaarheid

Succesvol in dienstbaarheid

Vorige week stuurde iemand mij deze foto toe van de Dalai Lama. Ik was er door geraakt. Serieus. De tekst verwoordt spot on waar mijn gevoel van de laatste tijd over gaat. En waar ik zelf – heel eerlijk – ook mee worstel als mijn vizier bij momenten wat troebeler oogt. We willen allemaal minder werken, meer verdienen, zichtbaar zijn, waardering krijgen en nog meer aanzien. Zelfs als ik dit schrijf, zegt een stemmetje in mij; ‘en hoe zit dat dan met jou?’. Vanmiddag zei een vriendin; ‘Barbara, als ik jou morgen 5 ton geef, sta jij overmorgen gewoon weer op om naar je werk te gaan’. ‘Jij houdt van wat je doet’. En het klopt. En toch kijk ik weleens om mij heen (jawel) en verwonder ik mij over hoeveel mensen bezig zijn om succesvol te zijn of te worden. Om nog meer geld te verdienen. In mijn vak lijken mensen steeds vaker ‘guru-allures’ te hebben. Kritiek wordt uitgebannen, is een no-go, en volgelingen worden gecultiveerd. 
Ik las vorige week een angstaanjagend artikel in de Volkskrant van iemand die ik best hoog ‘had’ zitten maar die zichzelf verloren lijkt te hebben in groupie-achtig gedrag van studenten en het vragen van excessief veel geld. En voor de helderheid: we hebben het hier over een therapie-vorm aan mensen die om hulp vragen. Dit heeft niets meer te maken met dienstbaarheid maar alles met een onbedwingbare hang naar succesvol zijn. We verliezen onze eigen integriteit uit het oog. Begrijp me niet verkeerd; ik ben niet tegen succes en ik ben ook niet tegen vercommercialisering van dienstverlening in de vorm van coaching, counselling, therapie of al wat meer zij. De mens is meer dan ooit tevoren bezig met persoonlijke ontwikkeling. Ik geloof alleen wel dat we doorslaan. Dat we niet meer alleen de primaire focus hebben op de medemens maar vooral op onze eigen zichtbaarheid. En wellicht doe ik dit zelf ook. Al is het maar om op deze pagina te schrijven. Toch ken ik mijn eigen intenties. Weet ik wat mijn drijfveren zijn. Mijn coach herinnert me hier elke keer, zelfs ongevraagd, aan. Met liefdevolle dank. 
Ik wens voor jou, voor mij en deze planeet dat we met elkaar streven naar succesvol zijn in vrede stichten, in de wereld een stukje mooier maken, in van betekenis mogen zijn, in helen en delen, in verhalen vertellen door de generaties heen, in toegewijd zijn naar onszelf zodat we onze kinderen en anderen mogen dienen en last but not least in aanwezige liefde ons wel bevinden. En nu heb ik te praktiseren waartoe ik uitnodig. Ik heb mijn vriendin die me 5 ton wilde geven, gevraagd om me een draai om mijn oren te geven als ik ooit iets ander laat zien dan dat wat ik voorsta. Dus dat. No pressure.

Wat we doen, doen we meer

Wat we doen, doen we meer

Ik vraag me iets af. Ik vraag mij af hoeveel van de vechtscheidingen oplossen als wij als hulpverlening geen podium bieden waar ze op kunnen vechten. Misschien ben je nu verontwaardigd, denk je aan alle kinderen die de grootste slachtoffers zijn van 2 ouders die elkaar ‘afmaken’. Terecht dat je verontwaardiging voelt. Ik weet ook niet of mijn vraag levensvatbaar is. Maar ik sta mezelf toe deze wel af te vragen.

Vechtscheidingen. Een situatie waar 2 mensen die ooit van elkaar hielden en samen besloten kinderen op deze wereld te zetten, elkaar demoniseren. Er alles aan doen om de ander de ‘bad guy’ te laten zijn. Een situatie die boven alles, onvoorstelbaar beschadigend is voor de kinderen die onderdeel uitmaken van het vechtscheidings toneel. Waar ik de focus op wil leggen, is op de vraag in hoeverre de hulpverlening deze ouders wellicht een podium bieden? Onbedoeld. Concreet; elke dag krijgen jeugdhulpverleners vele, vele mails van vechtende ouders. De ene nog lelijker dan de ander. En altijd is er in hun perceptie een ‘schuldige’. Onderbouwd door hun eigen geloofsysteem. We zien wat we geloven.

De hulpverleners die ik ken en waarmee ik werk, zijn allemaal geschoold in meervoudig partijdig zijn. Ze laten zich niet zo makkelijk in een spagaat manoeuvreren. Zijn getraind in ouders op te dragen de andere ouder te cc’en in de mail. Doen ze dat niet, nemen ze de mail slechts voor kennisgeving aan. Maar mijn punt is dat ik nieuwsgierig ben hoe het verloop van een vechtscheiding zou zijn als de hulpverlening zich afzijdig zou houden. Ook geen toeschouwer is of mediator maar simpelweg ouders ‘tijdelijk’ in hun sop laten gaarkoken. Hen hun eigen verantwoordelijkheid laten nemen. Een stem in mij sputtert onmiddellijk; ‘Dat kun je niet doen. De kinderen!”. I get it. Dit is exact de reden waarom de hulpverlening zo lang doorgaat. Omwille van de kinderen. Omwille van hun welzijn. Maar eerlijk; ik vraag me af of we de kinderen er werkelijk écht mee helpen? Doordat de hulpverlening er wil zijn omwille van de kinderen, creëren we met elkaar de arena waarin de gevechten kunnen plaatsvinden. En zijn wij gewillige, edoch onbedoelde, toeschouwers. En heel soms vechten we mee in een parallel proces. Want eerlijk is eerlijk. Stiekem hebben we immers een hele lichte voorkeur voor die ene ‘winnaar’. Ouders zijn erop gespitst in die nuance uit te zoeken voor wie we nu die voorkeur hebben. Ook al denken en zeggen wij dat we die niet hebben. We vinden meestal wel degelijk wat. We vinden wat van de agressieve, schreeuwende vader die zijn geld inzet om macht te behouden. En ook vinden we het een en ander van de passief agressieve moeder die de kinderen als schild gebruikt en daarmee de boel manipuleert. Kort door de bocht, weinig genuanceerd en klassiek. Maar wat zou er nu gebeuren als er geen publiek meer is? School die zich richt om op school een veilige haven te creëren voor de kinderen, jeugdhulpverleners die zich niet met de ouders bezighouden maar een vangnet uitzetten voor de kinderen om zoveel mogelijk uit de vechtarena te ‘ontsnappen’. En terwijl ik dat schrijf, realiseer ik me dat we alleen de kinderen bereiken via de ouders. Loyaal als ze zijn. Dilemma.

In hoeverre kunnen we ouders die in een vechtscheiding liggen, nog eigen verantwoordelijkheid laten dragen? In hoeverre zijn ze als dusdanig ondergedompeld in hun eigen – ontstane – psychopathologie dat ze überhaupt nog metapositie kunnen innemen om zichzelf van bovenaf te bezien? Ik heb er geen antwoord op. Wat ik wel weet is dat ons probleemoplossend vermogen best groot is. Dat de tijd soms ook zijn werk doet en dat op jezelf teruggeworpen worden, in sommige omstandigheden een beste leerschool is. Maar ja, de kinderen.Wat als wij hulpverleners nu eens niet meer reageren op alle, meestal pagina’s lange mails, geen interventies meer plegen die bedoeld zijn om destructieve patronen te doorbreken? Wat als wij hulpverleners nou eens even op onze handen blijven zitten, op onze lip bijten en ons focussen op het welzijn van de kinderen.

Wat zou er gebeuren?

Ik weet het oprecht niet. Ik stel voor, bij wijze van proef, dat ouders zodra ze aan het begin staan van een vechtmodus, verplicht Kinderen uit de Knel laten volgen. Echt aan het begin van die vechtmodus. Want als ze eenmaal vechten, gaan ze door. Want zo werkt dat; wat we doen, doen we meer. Anders is het voor niets geweest. Zodra we de signalen van ‘vechten’ oppikken trekken alle hulpverleners, advocaten, mediators enzovoort zich terug, en zijn alle ogen gericht op Kinderen uit de Knel. Niets vrijblijvend. Verplicht. Zou dat mogelijk zijn? Ahhhh het volgende dilemma; in een vrijwillig kader kunnen we ouders tot niets verplichten *Diepe Zucht*.

Oefening baart Liefde

Oefening baart Liefde

Hoe komt het toch kan dat relaties tussen twee vrouwen vaak intens en liefdevol zijn maar op langere termijn tóch niet stand houden. Wat gaat er mis? En welke patronen volgen wij vrouwen daarin? Heeft het te maken met de gevoeligheid van veel vrouwen? Of uitgesproken karakters?

Om deze vraag beantwoord te krijgen, leg ik een voorbeeld uit de praktijk langs de meetlat van de relationele dynamiek tussen vrouwen: Als haar partner Els thuiskomt met de mededeling dat ze verliefd is geworden op een ander, realiseert Agaath zich dat ze niet goed heeft opgelet in hun relatie. Al jaren lijkt alles goed te gaan. Het nieuws komt als donderslag bij heldere hemel voor Agaath. Achteraf vraagt ze zich af waar de liefde al die tijd was? Welke bijdrage heeft zij geleverd aan hun liefde én aan de breuk?

Agaath en Els hebben zo hun onenigheid, hun strijd. Ze vechten mild over de simpelste zaken. Agaath praat te veel, Els te weinig. Els is te weinig thuis, Agaath wil te veel. Toch genieten ze van elkaars gezelschap. Ze vrijen minder frequent dan vroeger, met minder passie, maar er is zeker wel intimiteit. Als ze thuiskomen van het werk kussen ze elkaar, zijn ze blij om elkaar te zien.

Ze eten altijd samen, spreken dan de dag door en de avonden brengen ze regelmatig in elkaars gezelschap door. Niets dramatisch. Het leven zoals velen van ons dat wel in meer of mindere mate herkennen.Recent komt Agaath erachter dat ze in slaap gesukkeld is binnen haar relatie met Els. Ze heeft voor haar gevoel niet de interesse in de relatie verloren, ze is de interesse in zichzelf verloren. In haar eigen leven. In de dingen die voor haar belangrijk zijn. Agaath realiseert zich dat ze veel van zichzelf heeft ingeleverd ten behoeve van de relatie. Denkt ze.

De mate waarin jij jezelf laat zien in de relatie en de mate waarin jij de relatie waardeert zijn belangrijk en liggen in elkaars verlengde.

Hoe weinig we ook écht weten over de liefde en geluk, we weten meestal wel dat het gedrag van de ander niet bepalend is voor ons welbevinden.Wij zijn er zelf verantwoordelijk voor om zorg en aandacht aan onszelf te besteden ongeacht anderen en ongeacht de externe omstandigheden waarin we ons begeven.Elke relatie begint met de relatie die we met onszelf hebben. Als we niet in verbinding staan met onze eigen kern, dan hebben we niets wat ons kan verbinden met de ander. Het gaat er nooit om wat de ander doet. Centraal staat vooral de vraag: hoe zie je jezelf in relatie met jezelf en met de ander en is dat wie je wilt zijn? Ben je jouw leven en jouw relatie aan het vormgeven op de manier zoals jij je dat wenst?
Ondersteunt jouw gedrag naar buiten toe dat wat je zegt te willen? En laten we eerlijk zijn. Het is voor ons vrouwen best een ingewikkelde opgave om in verbinding te blijven met onze kern. De meesten van ons zijn opgegroeid met de onbewuste overtuiging dat we dienstbaar moeten zijn en dat zorg voor de ander onze primaire levenstaak is. Veel vrouwen die ik spreek ervaren goed voor zichzelf zorgen en zichzelf centraal stellen als egoïstisch. Niets is minder waar. Goed voor jezelf zorgen is dé manier om een gezonde relatie te onderhouden. Als je jezelf waardevol acht en liefdevol naar jezelf bent, heb je simpelweg meer te geven aan anderen.

Lesbische en biseksuele vrouwen ook nog eens een minderheid. In onze opvoeding is hetero zijn nog steeds de normen homoseksualiteit afwijkend. Zie binnen een dergelijke maatschappelijke context jezelf maar eens én waardevol te vinden – voor jezelf te gaan staan – én een gezonde en goede relatie te onderhouden. Gelukkig zien we hierin steeds meer veranderen en ontwikkelen de lesbiennes en biseksuele vrouwen van nu een groter zelfbewustzijn.
De mate waarin jij jezelf laat zien in de relatie en de mate waarin jij de relatie waardeert zijn belangrijk en liggen in elkaars verlengde. Maar om jezelf te laten zien moet je kwetsbaar durven zijn, en dit vraagt om volledige acceptatie van jezelf. Dat is een relationele wetmatigheid; schenk aandacht aan jezelf, aan wie je bent en waar je voor staat in het leven. Als je dat kunt, schenk je jezelf liefde en wordt het makkelijker om te geven in je relatie. Je kwetsbaar durven tonen is een belangrijk onderdeel van geven. Veelal vinden we dit lastig omdat het ons een onveilig gevoel kan geven. Maar vaker staan onzekerheden in de weg. Begin je al verbindingen te zien die leiden naar een fijne, gezonde relatie? Als relatietherapeute is mijn ervaring met vrouwenstellen dat ik voornamelijk drie typen relaties voorbij zie komen;

Hoe komt het toch dat relaties tussen tweevrouwen vaak intens en liefdevol zijn, maar op langere termijn tóch niet stand houden. Wat gaat er mis? En welke patronen volgen wij vrouwen daarin? Heeft het te maken met de gevoeligheid van veel vrouwen? Of uitgesproken karakters?

De éénrichtingsverkeer relatie

De ene partner zorgt voor de ander onder het mom van ‘als ik voor jou kan zorgen, voel ik me gelukkig’. En de andere partner laat zich dat wel gevallen. Geen van beiden heeft echter oog voor de aandacht die de relatie vraagt. Het is een ongezonde situatie omdat de verzorgende zichzelf steeds kleiner maakt en weinig of geen aandacht meer heeft voor zichzelf. Ze is volkomen afhankelijk van de mate waarin de andere partner de zorg ontvangt. De basis van de relatie wordt slechts gevormd door de behoeften van één partner; degene die de zorg ontvangt. In dergelijke relaties wordt over het algemeen al snel besloten te gaan samenwonen, waarbij het overigens niet altijd een bewuste keuze is. De een trekt bij de ander in, en voor ze het zich écht bewust zijn, delen zij een leven samen en een huishouden.

De parallele relatie

De ene partner zorgt voor zichzelf en de ander doet hetzelfde. Ook in deze relatie wordt niet voor de relatie zelf gezorgd. In deze relatie staan onafhankelijkheid, kracht en de vaardigheid om voor zichzelf te zorgen, hoog in de lijst van waarden. Over het algemeen hebben deze partners een druk sociaal leven en ze spenderen op elkaar en het gevoel van verbinding is niet groot. Generaliserend kan gesteld worden dat deze stellen vaker apart van elkaar wonen dan samen. En als ze samen-wonen, draaien ze vaker dan andere typen stellen, hun eigen programma. Deze stellen hebben geen hoog oplopende conflicten – emoties spelen minder een rol – en de intimiteit zoeken ze vaker buiten de relatie bijvoorbeeld in het contact met familie, dan dat ze dit bij elkaar vinden.

De versmolten relatie

De partners zorgen voor elkaar maar niet voor de relatie. In een dergelijke relatie zijn de partners zo versmolten met elkaar dat het niet geheel duidelijk meer is waarin de eigenheid en de verschillen zitten. Beslissingen nemen is bijvoorbeeld een probleem aangezien de partners meer gericht zijn in het plezieren van elkaar, dan in het delen van wat ze nodig hebben voor zichzelf. De mate waarin wordt gehouden van de ander is dezelfde mate waarin de partner zichzelf wegcijfert – opoffert – als bewijs van de liefde. De ander heeft absolute prioriteit, veelal ten koste van zelfwaardering en zelfzorg. Deze vrouwen schenken weinig of geen tijd en aandacht aan zichzelf.

Uiteindelijk komen vrouwen in een dergelijke relatie veelal in boosheid en verzet terecht. Jezelf wegcijferen is namelijk iets anders dan geven. Bij wegcijferen wil je er iets voor terug; dezelfde zorg die jij aan die ander geeft. Er wordt als het ware een mentaal lijstje bijgehouden over het geven en nemen. Als dat uit balans is, ontstaat er destructieve boosheid. Mijn ervaring met vrouwen in een versmolten relatie is, dat als het éénmaal scheef zit, vaak veel boosheid aan de oppervlakte komt. Dé uiting van het verzet om nog langer in deze ‘de ander is meer waard dan ikzelf’ relatie te verblijven. Ook deze stellen kiezen er over het algemeen voor om snel samen te wonen. Ditmaal bewust. Het kan soms jaren duren voordat het dysfunctionele patroon waarin ze zitten naar de oppervlakte komt. Maar vroeger of later komt het. Mogelijk een beetje herkenning in alle drie de bovenstaande voorbeelden? Wat er in ieder geval mist in bovenstaande voorbeelden, is balans. Elke relatie bestaat uit twee mensen met unieke behoeften en wensen. En deze vragen erom alle ruimte te krijgen. Zichtbaar te zijn, en door beide partners geaccepteerd te worden. Alleen dán zijn we in staat om op een gezonde manier voor onze relatie te zorgen.

‘Relaties zijn bedoeld om ons te verbinden. Niet om ons gelukkig te maken’

Een gezonde relatie is de uitkomst van twee mensen die van elkaar houden en daarbinnen bewust keuzes maken om emotioneel, fysiek, psychologische en spiritueel in zichzelf te investeren, en deze als input te gebruiken om het een gedeelde ervaring te maken binnen de relatie. Daarmee verdiept ook de relatie zich. Het is een wederkerig proces. Je kunt ook zeggen dat de relatie het fundament is van waaruit je samen de verdieping in jezelf opzoekt. In ieder geval gaat het erom dat je de commitment aangaat met jezelf én met de relatie. Niet met de ander. Alleen dan groei je naar meer eigenheid als vrouw en wordt de relatie een aanvulling op wie jij bent in plaats van een invulling van wie jij niet bent. Vrouwenstellen in het bijzonder worden uitgedaagd in het balanceren tussen persoonlijke voorkeuren en de wijze waarop zij hun samenzijn vormgeven. De uitdaging zit vooral in het stellen van grenzen, door de gevoeligheid die vrouwen hebben ten aanzien van afstand en nabijheid. Of liever gezegd; alleen versus samen. Zodra de ene partner meer haar individuele ruimte gaat opeisen – meer richting het leven dat zij had vóór de relatie – kan dat bij de andere partner een angstige reactie teweeg brengen. De basis voor een ongezonde voortgang van de relatie ligt dan op de loer. Nodig is wederzijds begrip, en daarmee openheid en ruimte voor de wensen en gevoelens, wat er met beiden gebeurt als dit gaande is. Het zou mij niet verbazen als dit mechanisme ten grondslag ligt aan de vele lesbische relaties die uiteindelijk eindigen.

Wil je liefde? Geef liefde!

Terug naar Agaath en Els. Tijdens een individuele sessie met Agaath komt zij er achter dat ze zich grotendeels is gaan voegen naar Els. Ze is zich gaan aanpassen aan haar wensen en behoeften. Daarbij voorbijgaand aan wat zijzelf nodig had. Hoewel ze dacht dat ze hiermee investeerde in hun relatie, was ze in werkelijkheid Els aan het ‘pleasen’. Een zware belasting voor Els; zij ging zich onbewust verantwoordelijk voelen voor het Wel-Zijn van Agaath. Hierdoor ging Els zich terugtrekken waardoor Agaath nog meer uit de kast ging trekken om Els tevreden te stemmen. Een patroon dat uiteindelijk doorbroken wordt als Els de ultieme uitvlucht vindt; verliefd worden op een ander. En het roept vast een verbazing op als ik zeg dat Els, als ze met zichzelf niet een aantal zaken op orde krijgt, in dezelfde patronen terecht komt in haar nieuwe relatie. Wat we ons vaak onvoldoende realiseren is dat we maar op twee zaken invloed hebben; onszelf en de relatie. Als we de focus leggen op onszelf – op onze eigen ontwikkeling en laten zien wie we zijn en daar verantwoordelijkheid voor nemen – geven we onze partner het mooiste cadeau dat we te bieden hebben; onszelf. Relaties zijn bedoeld om ons in verbinding te laten zijn, niet om ons gelukkig te maken. Gezonde relaties zijn de relaties waarin de partners goed voor zichzelf zorgen; ruimte innemen voor hun eigen wensen en behoeften, en daarin hun grenzen bewaken.

‘Je kunt ook zeggen dat de relatie het fundament is van waaruit je samen de verdieping in jezelf opzoekt’

Zorg ervoor dat je investeert in jezelf. Ken jezelf. Als je weet wie je bent, waar je natuurlijke grenzen liggen en wat jij belangrijk vindt, kun je hiervoor de ruimte innemen die je nodig hebt om je fijn te voelen binnen de relatie. Én dàt draagt weer bij tot meer aangaan met elkaar. In plaats van de oplossing te zoeken buiten de relatie had Els er beter aan gedaan energie te stoppen in het onder ogen komen bij zichzelf wat ze nodig had binnen de relatie met Agaath;

  • Accepteer en respecteer de ruimte die jouw partner nodig heeft om zich goed te voelen. Als het bij jou angstige gevoelens oproept – bijvoorbeeld omdat je je afgewezen voelt als de ander tijd spendeert met anderen – praat hier dan over met elkaar. Ook als je dat lastig vindt. Liefde maakt tenslotte moedig;
  • Laat jezelf zien. Om een gezonde relatie te onderhouden is het van belang dat je naast jouw wensen, behoeften en dromen ook je kwetsbaarheden, onzekerheden en angsten deelt met je partner. Hierdoor ontwikkelt de ander een ‘liefdesplattegrond’ van wie jij bent en hoe zich dat verhoudt tot onderwerpen binnen jullie relatie. Het verdiept niet alleen de mate van intimiteit maar geeft je partner bovenal een kader van waaruit jij jouw individuele keuzes kunt maken zonder dat dit invloed heeft op de kwaliteitsbeleving van jullie relatie.

Om de liefde te ervaren en daarin te kunnen geven, zijn twee mensen nodig. De relatie, waarbinnen de liefde haar weg vindt, vraagt om aandacht, onderhoud en commitment naar elkaar. Het is van belang dat er balans is tussen de investeringen in de relatie ten opzichte van investeringen die je doet in jezelf. Elke goede relatie begint met een goede relatie met jezelf. Hoe zit dat bij jou?