Zelfvertrouwen opbouwen

Zelfvertrouwen opbouwen

Ken jij ook het gevoel dat je je in de steek gelaten voelt? Verraden? Teleurgesteld? of dat mensen op enigerlei manier jouw vertrouwen hebben beschaamd? Bijvoorbeeld door te liegen, een kwetsende opmerking te maken of een dubbele agenda te hebben. Ik wel. Talloze keren heb ik ervaren dat als het erop aankomt, ik niet voor de volle 100 procent op mensen in het algemeen kan vertrouwen. Dat klinkt misschien pessimistisch maar zo voel ik het niet. Het heeft ertoe geleid dat ik waardevolle lessen eigen heb gemaakt. En dat deze lessen mij elke dag opnieuw ondersteunen in het maken van keuzes die mijn zelfvertrouwen recht doen. En vanuit dit zelfvertrouwen heb ik de commitment naar mezelf om betrouwbaar te zijn. Én daarmee vertrouwen te geven.

De paradox van alle ervaringen met niet vertrouwen, is dat ik leerde mijn hart open te houden. Ook als het betekende dat hier onachtzaam mee omgegaan werd. Ik wilde kunnen rekenen op mezelf. Ooit schreef ik dit stuk hierover:

Toen ik de moed had gevonden alles van mezelf onder ogen te komen zonder ook maar iets te ontkennen, te vermijden of te vertekenen, kwam ik erachter dat er niets mis is met mij. Dat ik me had laten verblinden door oordelen en onwetendheid van buitenaf maar bovenal door mijn eigen angsten hierover. Doordat alle aandacht gericht was op wie en wat ik niet ben – maar even dacht te zijn – kwam mijn eigenliefde en daarmee de liefde voor anderen, in de knel. Op het moment dat ik alles in mij kon omarmen, werd ik weer liefde. De liefde die er altijd al was. En hoefde ik niets of niemand meer verantwoordelijk te laten zijn voor mijn geliefd voelen. Ik ben mijn liefde“.

De persoon die jouw vertrouwen nodig heeft, ben jijzelf. Niemand kan je zo consequent steunend zijn als jijzelf. Vriendelijk zijn voor jezelf verhoogt het zelfvertrouwen en vermindert je behoefte aan goedkeuring. Liefdevol zijn naar jezelf en zorgzaamheid voor jezelf verhoogt niet alleen het zelfvertrouwen, het verdiept ook je verbinding met anderen. Afgelopen week in een relatiesessie hoorde ik de vrouw tegen haar man zeggen; ‘ik wil niet verantwoordelijk zijn voor jouw zelfvertrouwen. Dat is een té zware last die op mijn schouders drukt. Draag daar zelf zorg voor‘.

Zelfvertrouwen betekent dat je voor je eigen behoeften en je eigen veiligheid kunt zorgen. Dat je daarin niet afhankelijk bent van anderen. Het betekent dat je erop vertrouwt dat je situaties met veerkracht benadert en tegelijkertijd vriendelijkheid oefent. Niet perfectie. Perfectie is de stem van angst en daarmee een vorm van controle. Dat komt je zelfvertrouwen niet ten goede.

Zelfvertrouwen betekent dat je weigert jezelf op te geven.

Andere elementen die gaan over zelfvertrouwen:

  • je bewust zijn van je gedachten en gevoelens en jezelf toestaan deze te uiten;
  • het volgen van jouw persoonlijke normen en waarden;
  • weten wanneer je eerst voor jezelf moet zorgen voordat je voor anderen zorgt;
  • ervaren dat je fouten kunt maken, dat dit geen mislukking is maar dat een mooi moment is om te leren;
  • nastreven wat je wilt zonder je door anderen te laten stoppen of te beperken.

Een 3-tal tips die je helpen zelfvertrouwen op te bouwen:

 1. Vermijd mensen die uw zelfvertrouwen ondermijnen. De mensen die je zelfvertrouwen ondermijnen, zijn mensen die gebruik van je maken en tegelijkertijd niet willen dat je succesvol bent. In de breedste zin van het woord. Het zijn de afgunstigen onder ons. Degenen die je dromen ondermijnen en van nee-zeggen de norm hebben gemaakt. Het heeft bij mij lang geduurd dat ik het kaf van het koren kon onderscheiden. Niet zo heel lang geleden hoorde ik een collega zeggen; ‘ik sprak een client van jou en ze sprak zó lovend over je’. Ze trok er een uitermate vies gezicht bij. En nee, dat beeldde ik me niet in. Het zag er ongeveer uit alsof ze op een citroen kauwde. Waarschijnlijk had ze het zelf niet in de gaten. Voor mij een signaal. Mijn vertrouwen krijgt op zo’n moment alertheid over zich. Alert vertrouwen noem ik dat. Door schande en schade opgedaan.

De enige controle die we hebben over de negatieve mensen in ons leven, is dat we ervoor kunnen kiezen ze binnen te laten of niet. Denk aan de personen om je heen. Ondersteunen ze jou? Wil je ze echt in je leven? Wat maakt dat je ze in je leven hebt? Dragen zij bij aan jouw goed – voor – jezelf – zorgen?

 2. Houd beloften aan jezelf. Het ontwikkelen van zelfvertrouwen houdt vooral ook in dat je je eigen beste vriend wordt en dat blijft. En dat omvat ook het nakomen van beloften aan jezelf. Jezelf bepaalde beloften doen, geeft houvast op de momenten dat je trouw wilt blijven aan jezelf. Zo heb ik mezelf ooit de belofte gedaan dat ik niet meer over mijn grenzen liet gaan. Dat heb ik geweten! Met knikkende knieën (dat dan weer wel) gaf ik recentelijk terug aan een zeer controlerend en manipulerend (overkomend) iemand; ‘ik laat me door jou niet vertellen wat ik wel en niet moet doen. Zeker niet als het om mijn eigen kind gaat’. ‘Ik ben een volwassene die goed in staat is om voor mezelf te denken. En als het om mijn kind gaat, geldt voor haar hetzelfde’. Ik kreeg daarna een zo mogelijk nog grotere tirade over mij heen. Het raakte me echter niet. Ik zat in mijn eigen begrenzende energie. Daarmee was ze alleen met haar tirade en richtten de pijlen zich op haarzelf.

Welke beloften aan jezelf kun jij maken om jouw zelfvertrouwen een boost te geven?

3. Spreek vriendelijk tegen jezelf. Wanneer jij streng bent voor jezelf, – jezelf bestraffend toespreekt – kun je je afvragen wiens stem ze daarin horen. Laatst vroeg ik het aan een client. Toen ze direct daarop antwoordde; ‘ ik herken hierin de stem van mijn vader. Het was nooit goed genoeg’ schrok ze van haar eigen antwoord. We kennen en ervaren allemaal weleens die stem. De interne criticus die ons van alles wijsmaakt. Wat we er echter mee doen, is een andere. Sommigen hebben zich ermee geïdentificeerd en worden erdoor geleefd. Wat funest is voor het zelfvertrouwen. Anderen horen de criticus en glimlachen erom. Hoe je ermee omgaat, geeft richting aan je zelfvertrouwen.

In mijn boek ‘RAAK in je relatie – meer verbinding in 52 weken’ schrijf ik:

‘Eigenwaarde geeft een fijne basis van waaruit jij jouw jou kunt besturen. Dit zorgt voor voldoende zelfvertrouwen waardoor je met vertrouwen het leven leeft. Tegenslagen zijn uitdagingen, pijn is een kans tot groei en een conflict is een manier om een frisse wind te laten waaien. Dit vertrouwen zorgt voor een gezonde ontwikkeling van autonomie. En van daaruit kun je jouw leven richting geven. Met jou aan het stuur’.

Je gelijk of je relatie. Wat kies jij?

Je gelijk of je relatie. Wat kies jij?

Er is niets menselijker dan je willen vastbijten in jouw versie van de waarheid. We bekvechten wat af om ons gelijk te halen. Sterker nog: er is een psychologische theorie – cognitieve dissonantie – die uitwijst dat als we eenmaal iets geloven over onszelf en de wereld om ons heen is, we alleen die info filteren die ons geloof over iets of iemand ondersteunt. Het voorkomt dat we geconfronteerd worden met de negatieve emotie die we ervaren als we geen gelijk hebben. Het houdt ons ver weg van een gevoel van schuld, schaamte, angst en/of ongemakkelijk voelen.

De dissonantie theorie ten spijt, gelijk willen hebben is een lastige en meestal onwenselijk ingrediënt in het behouden van een gezonde relatie. Let wel: conflicten hoeven niet persé slecht te zijn. Een conflict kan partners zelfs dichterbij elkaar brengen doordat ze hun zorgen delen en op zoek gaan naar wenselijke uitkomsten. Dit is echter niet het geval bij het vasthouden aan je gelijk. Als gelijk krijgen en hebben prioriteit geniet op je relationele agenda, krijg je te maken met de volgende uitdagingen:

  • hoe vaker jullie escaleren op het verkrijgen van je gelijk, des te sterker je percepties over elkaar negatief gekleurd worden. Gedrag wordt geevalueerd als intentioneel, verwijtend en zelfs egoïstisch. Met alle gevolgen van dien.
  • eerdere ervaringen zijn vaak input om situaties in het hier en nu te beoordelen. Voor je het weet zit je samen in een patroon waarin je in duivelse dialogen terecht komt. Met alle negatieve, energiesluprpende interacties tot gevolg.
  • Stabiele relaties kennen veel meer positieve dialogen dan negatieve. Gevangen in de behoefte om gelijk te hebben, zullen jullie meer te maken krijgen met beschuldigen, verwijten maken, elkaar neerhalen, kleineren en/of bekritiseren. Daar is de relatie toch niet voor bedoeld?!

Interacties waarin het gelijk overheerst, zet ons gevangen in patronen waar de enige weg naar de uitgang, verwijdering is. We trekken ons terug of zetten ons schrap voor het volgende duel. Een gebed zonder end. Met slechts verliezers aan de zijlijn. Wat als je ervoor kiest om je behoefte om gelijk te hebben opgeeft? Wat krijg je er dan voor terug? Nou. Dit…

  • door niet je energie langer te richten op de ander te overtuigen van je gelijk, ben je meer in staat om stil te staan bij de gevoelens en behoeften van je partner. In andere woorden: je bent minder met jezelf bezig en meer met jullie samen.
  • hierdoor ontstaan meer positieve interacties waardoor positieve gevoelens over jezelf en over jullie relatie, toenemen. Je voelt je meer gezien, meer geliefd en meer gewaardeerd.
  • doordat je meer in contact bent, zijn verschillende gezichtspunten makkelijker te overbruggen. Je aandacht is bij het begrijpen van de ander en daarmee hoor je beter wat voor de ander belangrijk is. En visa versa. En alleen al je gehoord voelen kan er voor zorgen dat je je makkelijker neerlegt bij dat situaties weleens anders gaan dan je had gewenst.

Als je je wens om gelijk te hebben opgeeft, krijg je er iets waardevols voor terug: de weg naar meer in contact zijn, je verbonden voelen samen, brengt jou en jullie relatie op een plek in je leven waarin het veilig, vertrouwd, geborgen en waardevol voelt. Je hoeft er alleen nog maar voor te kiezen.

Alles is energie

Alles is energie

Energie. Een woord dat we veelvuldig gebruiken maar waarvan we, ik in ieder geval wel, niet altijd bewust ben van de impact ervan. Toch gaat het in het leven veelal over energie; goede en slechte energie. En weet je wat zo mooi is aan energie: we hebben allemaal het vermogen om goede energie aan te voelen. Zo ook slechte energie. Een kwestie van goed afstemmen op wat er met je gebeurt als je tegenover of met iemand bent. Sommigen krijgen rillingen of een ongemakkelijk gevoel, anderen voelen dat ze in de buurt willen zijn van die andere persoon. Innerlijke sex-appeal noem ik dat laatste. Terug naar energie. Marie Kondo heeft haar ‘Spark of Joy’ gebaseerd op energie, de wet van de aantrekking kent haar oorsprong in energie.

Energie is leven. Energie voel je in bepaalde materie, in je omgeving, je huis. Energie is altijd en overal. En ook bij potentiële relaties is energie van groot belang. We zijn gemaakt om te verbinden. Op celniveau is dat al vastgelegd. Verbinden is wat we evolutionair altijd hebben gedaan. Als we als twee positieve energiëen verbinden, tillen we elkaar naar een hoger niveau. De energie van de ander haalt het beste in onszelf naar boven. En visa versa. Als je iemand tegen het lijf loopt die negatieve energie uitstraalt, haalt het je naar beneden. Trekt het je letterlijk en figuurlijk leeg. En soms gaan we daaraan voorbij. Willen we niet voelen wat we voelen. Voor de intieme relatie is dat uiteindelijk funest. Daarom zijn ruzies ervoor om bij te leggen. Geen ruzie maken, opkroppen of onder het tapijt schuiven, zorgt ervoor dat negatieve energie zich oplaadt. En die spanningsvolle energie is uiteindelijk slecht voor onze gezondheid. Terwijl een ruzie of conflict bijleggen, weer ruimte maakt voor positieve energie.

Ik gebruik vaak de metafoor van het glas; we weten dat hele hoge tonen dusdanig op de energie van een glas vibreren, dat deze uiteindelijk breekt. Zo is het ook met relaties: vind díe positieve vibratie in je relatie waardoor je glas helder wordt en blijft. Als je denkt; ‘mijn relaties tot nu toe zijn mislukt’ dus ik ben niet relatiewaardig dan heb ik goed nieuws. Het is écht mogelijk om een gezonde relatie op te bouwen. Afgezien van veiligheid en vertrouwen geven, kun je ervoor kiezen om jouw eigen energie, positief te houden. En dan heb ik het niet over NLP of positieve psychologie. Ik heb het over bewustzijn. Als je bewust bent van jouw eigen houding, doe je iets in de trilling frequentie van jullie beiden. Ik geef een voorbeeld; laatst vroeg mijn lief iets waarna ik irritatie voelde. Ik reageerde ook geïrriteerd. En zag in een fractie van een seconde wat er bij mijn partner gebeurde. Dat wilde ik niet. Ging even in contact met mezelf en voelde dat mijn irritatie ging over het feit dat ik onvoldoende mijn grens had aangegeven. Ik zat midden in een ingewikkelde rapportage. En werd eruit gehaald. Toen ik de mildheid naar mezelf kon voelen over de irritatie ( ‘ik ben geen chagrijn ik ben uit mijn concentratie gehaald’ ) veranderde mijn energie en kon ik van daaruit mijn houding = energie veranderen. En daarna ontstond weer een positieve interactie sequens.

Energie verandert energie. Energie verandert je hechtingsverhaal. Energie laat je creëren. Energie doet je groeien of verwelken. Energie is een bron waarin ofwel angst houvast heeft, ofwel liefde resoneert. En alles wat daaruit voorkomt, is energie. Focus je energie op openheid, op een liefdevolle houding, op verantwoordelijkheid nemen. En elk troebel glas wordt helder. Dit is de invloed die jij hebt.

Interafhankelijk

Interafhankelijk

Wat als je als kind elke morgen wakker wordt en je alertheidsysteem meteen op 100 procent ‘aan’ staat? Je daarmee scant hoe de stemming van één van beide ouders zal zijn als je dag begint? En je denkt dat het aan jou ligt als diezelfde ouder drie dagen zwijgt omdat hij/zij boos is op de andere ouder? Dan leer je al heel jong dat de wereld onveilig is en de beste manier is om daarin te overleven, je volledig aan te passen – jezelf als het ware onzichtbaar te maken – zodat je op deze manier je eigen veiligheid waarborgt.

Dit is een illustratie van hoe een volwassene in een volwassen relatie nog steeds dealt met het mechanisme dat hem of haar als kind overeind hield. Maar ditzelfde mechanisme kan in het volwassen leven ervoor zorgen dat het lastig is om verbinding aan te gaan. Als het mechanisme in je kinderlijke ontwikkeling is geweest dat je je óf aanpaste – of de andere kant van diezelfde medaille – in uiterste onafhankelijkheid geloofde dat je het allemaal wel alleen kon, ontwikkel je weinig of geen autonomie; het vertrouwen dat je je mag onderscheiden van de ander door een eigen mening te hebben, door je eigen grenzen te bewaken en door stevig op je eigen benen te leren staan. Vanuit deze stevigheid kun je in vertrouwen uitreiken naar de ander.

Je verbinden op een manier waarin jij jij bent, de ander de ander en jullie samen wij zijn. In afhankelijkheid verlies je jezelf, in onafhankelijkheid blijf je afgescheiden. Om te kunnen verbinden heb je een helder besef nodig van wie jij bent en waar je voor staat in dit leven terwijl je tegelijkertijd voelt dat je de ander nodig hebt. Op dezelfde manier als de ander jou nodig heeft. 

En voor wat betreft de volwassene die het kind was dat zich aanpaste; zij leerde in haar volwassen relaties – door veel schade en schande wijzer geworden – de paradox kennen dat het nodig was om op eigen benen te staan ( in chique termen noemen we dit differentiëren ) en tegelijkertijd dat elkaar nodig hebben geen teken van zwakte is maar juist de kracht van verbinding uitdrukt.

Wat we voorleven, wordt nageleefd.

Wat we voorleven, wordt nageleefd.

Vandaag zit ik ergens een heerlijke, zelfgemaakte ijsthee te drinken. Alsof dat er toe doet. Al genietend verslik ik me bijna, als uit het niets een jonge moeder tekeer gaat tegen haar zoontje. Pardoes laat hij zijn drinken uit z’n handen vallen. En met hem, vallen de aanwezigen om hen heen soort van stil. De meesten hebben een geschrokken blik. Net als ikzelf. De moeder lijkt ons niet op te merken en zet haar tirade voort. Ik lever op dat moment een klein, innerlijk dialoog met mezelf. Moet ik iets doen? Zeggen? Naar het jongetje toegaan? Ik voorspel dat de moeder haar woede dan op mij botviert. En verander daarmee iets voor de jongen? In boosheid ontvangt ze zo ie zo niet; oren zijn dicht. Het kind loopt weg van zijn moeder. Zo jong als ie is, weet hij kennelijk al hoe hij zich in veiligheid moet stellen. Terugtrekken. Oké, ik vul het in. Wellicht is het een éénmalig incident. Echter, wat we doen, doen we vaker dus ik vrees het ergste. Voel me machteloos. Ik zou de hele kinderwereld willen redden van agressie, geweld, misbruik, pesten, genegeerd worden enzovoort. Ik hoor een stem in mij die zegt; ‘iedereen heeft recht op zijn eigen spirituele lessen’. Ja lekker dan. Kunnen we die van jonge, kwetsbare, afhankelijke kinderen dan even overslaan?! Dat spirituele pad kan ook nog als ze ouder zijn. Steviger in zichzelf. Bewuster. Ik denk aan mijn eigen kinderen. Die hebben in ieder geval de liefde, zorg en beschikbaarheid van twee imperfecte ouders die van hen houden. Hun jonge levenspad heeft echter vol pittige, diepe en minder diepe kuilen gezeten. Ik had ze daar graag voor willen beschermen. Tegelijkertijd denk ik aan hoe ze nu zijn. Jong volwassen en met een bewustzijn en houding waar ik met een mengeling van verwondering en bewondering naar kijk. Mijn zoon zei vorige week in de auto; ‘mam, ik hoop dat ik ergens in de tijd in staat ben om te vergeven’. Refererend naar iets wat voor hem en zijn zus veel impact heeft gehad. Hij vervolgt; ‘ik ben daar nog niet. Voel nog boosheid als ik er aan denk. Maar het lijkt me dat ik mezelf daar zo mee help als ik kan vergeven’. Ik luister in stilte en voel een innerlijk vlammetje branden. Het komt goed. Het is goed. 

In retrospect had ik de moeder kunnen vragen of ik iets voor haar kon betekenen. Ik had het jongetje een aai over zijn bol kunnen geven. Ik deed niets. Onzeker over de situatie, onzeker over mijn eigen stevigheid op dat moment en ook over mijn eigen veiligheid. De ‘had ik maar…’ is weinig zinvol. Toch had ik voor deze mevrouw, het jongetje en mezelf gewenst dat ik een reikende hand had kunnen uitsteken. Dat ik de vrouw het gevoel had kunnen geven dat ze niet alleen is. En het jongetje het gevoel kunnen geven dat hij ertoe doet. Maar ja, dat is achteraf.

Wat betreft het jongetje. Ik hoop voor het jongetje dat de tijd hem wijze lessen brengt. Dat ie genoeg mensen om zich heen heeft, die hem doen realiseren dat hij niet zijn onhandige gedag is. Die hem laten voelen dat er onvoorwaardelijk van hem wordt gehouden. Dat ie, ergens in zijn stille afzondering – waar het veilig is voor hem – het besef heeft dat de boosheid van zijn moeder niet van hem is maar van haar. En dat hij waardevol is. Ook al geeft zijn moeder hem (bij momenten) een andere gevoel.

En wat betreft de moeder zelf? Ik weet niet wat ze die dag allemaal heeft meegemaakt waardoor ze zich moest uitleven op haar zoontje. Is haar relatie geëindigd? heeft ze de belastingdienst in haar nek? of gewoon een slechte dag? Ergens heb ik met haar te doen. Hoe moet ze naar zichzelf kijken als zichzelf zo zou zien? Schaamte? Minachting? Ik vul het allemaal in en zal de antwoorden niet kennen. Tegelijkertijd is ook zij is niet haar gedrag. Ik wens voor haar dat ze naar zichzelf kan kijken met mededogen en zich durft af te vragen welke onverdraagzame pijn verscholen ligt achter zoveel verbaal geweld. 

Elk kind wordt compleet op deze wereld gezet. Als wij als ouders ons niet compleet voelen, zullen we onbewust en in vele gevallen niet bedoeld, een deel van de compleetheid opeisen van onze kinderen. Wij vullen ons dan met hun liefde en hun loyaliteit. Ten koste van hun waardigheid en heelheid. En zo zetten we patronen van generatie op generatie voort. Er is echter altijd herstel mogelijk. Elke dag kun je als moeder, als vader, kiezen om daarin andere keuzes te maken. Het vraagt zelfrespect, toewijding en moed om jezelf daarvan bewust te worden en daar verantwoordelijkheid te nemen. Stel jezelf die eerste vraag; wat wil ik mijn kind aan waardevols meegeven in dit leven? Vandaag is namelijke een goede dag om te starten met dat waardevolle voor te leven.

Overbeschermen is verwaarlozen

Overbeschermen is verwaarlozen

Dit artikel is geschreven door Muriel Koch, GZ Psycholoog en eigenaar van psychologiepraktijkkoch.nl

Opvoeden draait de laatste decennia vooral om het voorkomen van risico’s en het vergroten van veiligheid. Kinderen worden door hun ouders en de maatschappij steeds meer beschermd tegen een breed scala aan onprettige ervaringen, zoals onenigheden, controversiële meningen, pesten, oneerlijkheid, ruzies, tegenslagen en teleurstellingen. Dat ouders hun kind willen beschermen tegen alle onprettige dingen in het leven is heel begrijpelijk. Ouders hebben echter onvoldoende in de gaten dat zij hiermee hun primaire taak als opvoeder uit het oog verliezen: namelijk dat zij ervoor moeten zorgen dat hun kind opgroeit tot een zelfstandige en weerbare volwassene, die zich kan redden in de maatschappij én in het leven.

Als een kind geboren wordt is het kwetsbaar en volledig afhankelijk van de zorg van de ouders. De wereld is voor een kind onbegrijpelijk, onvoorspelbaar en overweldigend. Kinderen zijn gevoelig voor alles wat er om hen heen gebeurt, zoals drukte, geluid en licht, maar ook voor spanning en stress. Daarnaast worden kinderen de eerste jaren overspoeld door hun fysieke en emotionele behoeften en zijn zij niet in staat hun eigen impulsen, emoties of gedrag te controleren. Door middel van structuur, voorspelbaarheid en duidelijkheid maken ouders de binnen- en buitenwereld voor kinderen overzichtelijker en veiliger. Naarmate kinderen ouder worden is het de bedoeling dat zij dit zelf leren, en zo steeds minder afhankelijk worden van hun ouders.

Als ouders geef je je kinderen bewust en onbewust het voorbeeld. Zo leer je ze hoe je ruzie maakt, en hoe je het weer goedmaakt, maar ook hoe je doorzet als iets moeilijk is, hoe je moed vindt om iets spannends te doen, of motivatie om iets te doen waar je geen zin in hebt. De laatste decennia wordt er echter gesproken over de pampergeneraties of de pretparkgeneraties, met bijbehorende helikopter-ouders of bulldozer-ouders. Ouders proberen het leven van hun kinderen continu leuk, gezellig en comfortabel te maken door alles in de gaten te houden en alle mogelijke obstakels of vervelende ervaringen uit de weg te ruimen. Zij doet dit met de beste bedoelingen, in de hoop dat hun kinderen zich geliefd en veilig voelen en nooit pijn zullen ervaren. Zij veroorzaken echter dat als dat onvermijdelijke leed op een bepaald moment toch op het pad van hun kinderen komt, zij niet in staat zijn hier op een goede manier mee om te gaan. Het aantal tieners, twintigers en dertigers met depressies, angststoornissen, stress- en burn-outklachten neemt de laatste jaren gestaag toe.

De meeste mensen zijn het erover eens dat je als ouder niet op het werk van je 31-jarige zoon kan verschijnen om zijn conflict met zijn baas voor hem op te lossen. Maar wat de ouders van nu zich te weinig realiseren, is dat een kind niet van de een op de andere dag zelfstandig is. Daar gaat jarenlange training aan vooraf, waarbij je op elke leeftijd steeds iets meer mag en kan. Waarbij je soms succes hebt, en soms faalt, waarbij je leert wat je eigen kwaliteiten én gebreken zijn en hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Je kunt echter niet leren hoe je moet omgaan met tegenslag, als je het nooit meemaakt. Niemand kan jou uitleggen hoe je weerbaar wordt, je moet het zelf ontdekken. Sociale en emotionele weerbaarheid is net als het immuunsysteem; als het getest wordt, wordt het sterker. In een steriele omgeving wordt je allergisch voor alles.

Er zijn allerlei veilige manieren om te leren omgaan met moeilijke situaties. Zo is het bijvoorbeeld nuttig als je ouders regelmatig ‘nee’ zeggen, ook al zou iets eigenlijk best mogen. Gewoon, zodat je kunt oefenen hoe je kan omgaan met deze teleurstelling. Zodat je leert dat de wereld niet vergaat, dat het huilen vanzelf stopt en dat het een andere keer misschien wel mag. Van ruzies met een broer of zus leer je dat je van iemand kunt houden en diegene kunt haten tegelijkertijd, hoe je je grenzen aangeeft en die van een ander respecteert, en hoe je het goedmaakt. In vriendschappen en relaties leer je rekening houden met anderen, niet omdat het móet (omdat het je zus is), maar omdat je daarmee de relatie behoudt. Je leert een balans vinden tussen erbij willen horen en jezelf willen zijn, en hoe loyaliteit en intimiteit werken. Al dit soort sociale en emotionele situaties moet je eindeloos vaak meemaken, voordat je begrijpt hoe je je het beste kunt verhouden tot jezelf en de buitenwereld. Iedereen heeft pijnlijke maar leerzame blunders begaan. Ze maken je tot een beter mens.

Het verhaal van de Boeddha is verrassend actueel. Voor wie het niet kent, een samenvatting. De vader van Siddhartha Gautama wilde hem beschermen tegen de hardheid van het leven en het zware pad naar verlichting. Hij besloot een ommuurde stad voor hem te bouwen, waarbinnen hij alle tekenen van pijn, teleurstelling, lelijkheid en ouderdom verwijderde. De enige bewoners waren jong, gezond, knap en deugdelijk. Siddhartha Gautama groeide op binnen de muren van deze stad, maar werd uiteraard nieuwsgierig naar wat er zich buiten de muren afspeelde. Toen hij 29 jaar oud was, verliet hij de stad. Zijn vader probeerde de straat te ontdoen van al het leed, maar de goden stuurden een zieke man op zijn pad. Siddhartha Gautama schrok, en zijn bediende legde uit dat mensen, net als hij, ziek kunnen worden. Verafschuwd keerde Siddhartha Gautama terug naar zijn ommuurde paradijs. Een paar maanden later prikkelde zijn nieuwsgierigheid hem echter opnieuw. Hij verliet de stad, zijn vader ontruimde opnieuw de straten, maar de goden stuurden dit keer een oude man op zijn pad. Zijn bediende legde uit dat mensen, net als hij, ouder worden. Siddhartha Gautama was verbijsterd door het bestaan van aftakeling en verval, vluchtte terug naar zijn paradijs en bleef maanden binnen. Zijn nieuwsgierigheid bracht hem er echter toe opnieuw naar buiten te gaan, waar de goden een begrafenisstoet voor hem opvoerden. Siddhartha Gautama zag voor het eerst in zijn leven een dode, wat hem zo shockeerde dat hij niet in staat was terug te keren naar zijn paradijs. Hij ontdeed zich van al zijn bezittingen, werd monnik en uiteindelijk de Boeddha (de ‘verlichte’). Hij concludeerde dat het leven nu eenmaal lijden is. De enige manier om je kind daartegen te beschermen, is door het op te voeden tot een zelfstandige, weerbare en onafhankelijke volwassene. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.