Dit artikel is geschreven door Muriel Koch, GZ Psycholoog en eigenaar van psychologiepraktijkkoch.nl

Opvoeden draait de laatste decennia vooral om het voorkomen van risico’s en het vergroten van veiligheid. Kinderen worden door hun ouders en de maatschappij steeds meer beschermd tegen een breed scala aan onprettige ervaringen, zoals onenigheden, controversiële meningen, pesten, oneerlijkheid, ruzies, tegenslagen en teleurstellingen. Dat ouders hun kind willen beschermen tegen alle onprettige dingen in het leven is heel begrijpelijk. Ouders hebben echter onvoldoende in de gaten dat zij hiermee hun primaire taak als opvoeder uit het oog verliezen: namelijk dat zij ervoor moeten zorgen dat hun kind opgroeit tot een zelfstandige en weerbare volwassene, die zich kan redden in de maatschappij én in het leven.

Als een kind geboren wordt is het kwetsbaar en volledig afhankelijk van de zorg van de ouders. De wereld is voor een kind onbegrijpelijk, onvoorspelbaar en overweldigend. Kinderen zijn gevoelig voor alles wat er om hen heen gebeurt, zoals drukte, geluid en licht, maar ook voor spanning en stress. Daarnaast worden kinderen de eerste jaren overspoeld door hun fysieke en emotionele behoeften en zijn zij niet in staat hun eigen impulsen, emoties of gedrag te controleren. Door middel van structuur, voorspelbaarheid en duidelijkheid maken ouders de binnen- en buitenwereld voor kinderen overzichtelijker en veiliger. Naarmate kinderen ouder worden is het de bedoeling dat zij dit zelf leren, en zo steeds minder afhankelijk worden van hun ouders.

Als ouders geef je je kinderen bewust en onbewust het voorbeeld. Zo leer je ze hoe je ruzie maakt, en hoe je het weer goedmaakt, maar ook hoe je doorzet als iets moeilijk is, hoe je moed vindt om iets spannends te doen, of motivatie om iets te doen waar je geen zin in hebt. De laatste decennia wordt er echter gesproken over de pampergeneraties of de pretparkgeneraties, met bijbehorende helikopter-ouders of bulldozer-ouders. Ouders proberen het leven van hun kinderen continu leuk, gezellig en comfortabel te maken door alles in de gaten te houden en alle mogelijke obstakels of vervelende ervaringen uit de weg te ruimen. Zij doet dit met de beste bedoelingen, in de hoop dat hun kinderen zich geliefd en veilig voelen en nooit pijn zullen ervaren. Zij veroorzaken echter dat als dat onvermijdelijke leed op een bepaald moment toch op het pad van hun kinderen komt, zij niet in staat zijn hier op een goede manier mee om te gaan. Het aantal tieners, twintigers en dertigers met depressies, angststoornissen, stress- en burn-outklachten neemt de laatste jaren gestaag toe.

De meeste mensen zijn het erover eens dat je als ouder niet op het werk van je 31-jarige zoon kan verschijnen om zijn conflict met zijn baas voor hem op te lossen. Maar wat de ouders van nu zich te weinig realiseren, is dat een kind niet van de een op de andere dag zelfstandig is. Daar gaat jarenlange training aan vooraf, waarbij je op elke leeftijd steeds iets meer mag en kan. Waarbij je soms succes hebt, en soms faalt, waarbij je leert wat je eigen kwaliteiten én gebreken zijn en hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Je kunt echter niet leren hoe je moet omgaan met tegenslag, als je het nooit meemaakt. Niemand kan jou uitleggen hoe je weerbaar wordt, je moet het zelf ontdekken. Sociale en emotionele weerbaarheid is net als het immuunsysteem; als het getest wordt, wordt het sterker. In een steriele omgeving wordt je allergisch voor alles.

Er zijn allerlei veilige manieren om te leren omgaan met moeilijke situaties. Zo is het bijvoorbeeld nuttig als je ouders regelmatig ‘nee’ zeggen, ook al zou iets eigenlijk best mogen. Gewoon, zodat je kunt oefenen hoe je kan omgaan met deze teleurstelling. Zodat je leert dat de wereld niet vergaat, dat het huilen vanzelf stopt en dat het een andere keer misschien wel mag. Van ruzies met een broer of zus leer je dat je van iemand kunt houden en diegene kunt haten tegelijkertijd, hoe je je grenzen aangeeft en die van een ander respecteert, en hoe je het goedmaakt. In vriendschappen en relaties leer je rekening houden met anderen, niet omdat het móet (omdat het je zus is), maar omdat je daarmee de relatie behoudt. Je leert een balans vinden tussen erbij willen horen en jezelf willen zijn, en hoe loyaliteit en intimiteit werken. Al dit soort sociale en emotionele situaties moet je eindeloos vaak meemaken, voordat je begrijpt hoe je je het beste kunt verhouden tot jezelf en de buitenwereld. Iedereen heeft pijnlijke maar leerzame blunders begaan. Ze maken je tot een beter mens.

Het verhaal van de Boeddha is verrassend actueel. Voor wie het niet kent, een samenvatting. De vader van Siddhartha Gautama wilde hem beschermen tegen de hardheid van het leven en het zware pad naar verlichting. Hij besloot een ommuurde stad voor hem te bouwen, waarbinnen hij alle tekenen van pijn, teleurstelling, lelijkheid en ouderdom verwijderde. De enige bewoners waren jong, gezond, knap en deugdelijk. Siddhartha Gautama groeide op binnen de muren van deze stad, maar werd uiteraard nieuwsgierig naar wat er zich buiten de muren afspeelde. Toen hij 29 jaar oud was, verliet hij de stad. Zijn vader probeerde de straat te ontdoen van al het leed, maar de goden stuurden een zieke man op zijn pad. Siddhartha Gautama schrok, en zijn bediende legde uit dat mensen, net als hij, ziek kunnen worden. Verafschuwd keerde Siddhartha Gautama terug naar zijn ommuurde paradijs. Een paar maanden later prikkelde zijn nieuwsgierigheid hem echter opnieuw. Hij verliet de stad, zijn vader ontruimde opnieuw de straten, maar de goden stuurden dit keer een oude man op zijn pad. Zijn bediende legde uit dat mensen, net als hij, ouder worden. Siddhartha Gautama was verbijsterd door het bestaan van aftakeling en verval, vluchtte terug naar zijn paradijs en bleef maanden binnen. Zijn nieuwsgierigheid bracht hem er echter toe opnieuw naar buiten te gaan, waar de goden een begrafenisstoet voor hem opvoerden. Siddhartha Gautama zag voor het eerst in zijn leven een dode, wat hem zo shockeerde dat hij niet in staat was terug te keren naar zijn paradijs. Hij ontdeed zich van al zijn bezittingen, werd monnik en uiteindelijk de Boeddha (de ‘verlichte’). Hij concludeerde dat het leven nu eenmaal lijden is. De enige manier om je kind daartegen te beschermen, is door het op te voeden tot een zelfstandige, weerbare en onafhankelijke volwassene. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.