Vechtscheiding. Wat we doen, doen we meer.

Vechtscheiding. Wat we doen, doen we meer.

[vc_row][vc_column][vc_column_text]Ik vraag me iets af. Ik vraag mij af hoeveel van de vechtscheidingen oplossen als wij als hulpverlening geen podium bieden waar ze op kunnen vechten. Misschien ben je nu verontwaardigd, denk je aan alle kinderen die de grootste slachtoffers zijn van 2 ouders die elkaar ‘afmaken’. Terecht dat je verontwaardiging voelt. Ik weet ook niet of mijn vraag levensvatbaar is. Maar ik sta mezelf toe deze wel af te vragen.

Vechtscheidingen. Een situatie waar 2 mensen die ooit van elkaar hielden en samen besloten kinderen op deze wereld te zetten, elkaar demoniseren. Er alles aan doen om de ander de ‘bad guy’ te laten zijn. Een situatie die boven alles, onvoorstelbaar beschadigend is voor de kinderen die onderdeel uitmaken van het vechtscheidings toneel. Waar ik de focus op wil leggen, is op de vraag in hoeverre de hulpverlening deze ouders wellicht een podium bieden? Onbedoeld. Concreet; elke dag krijgen jeugdhulpverleners vele, vele mails van vechtende ouders. De ene nog lelijker dan de ander. En altijd is er in hun perceptie een ‘schuldige’. Onderbouwd door hun eigen geloofsysteem. We zien wat we geloven.
De hulpverleners die ik ken en waarmee ik werk, zijn allemaal geschoold in meervoudig partijdig zijn. Ze laten zich niet zo makkelijk in een spagaat manoeuvreren. Zijn getraind in ouders op te dragen de andere ouder te cc’en in de mail. Doen ze dat niet, nemen ze de mail slechts voor kennisgeving aan. Maar mijn punt is dat ik nieuwsgierig ben hoe het verloop van een vechtscheiding zou zijn als de hulpverlening zich afzijdig zou houden. Ook geen toeschouwer is of mediator maar simpelweg ouders ‘tijdelijk’ in hun sop laten gaarkoken. Hen hun eigen verantwoordelijkheid laten nemen. Een stem in mij sputtert onmiddellijk; ‘Dat kun je niet doen. De kinderen!”. I get it. Dit is exact de reden waarom de hulpverlening zo lang doorgaat. Omwille van de kinderen. Omwille van hun welzijn. Maar eerlijk; ik vraag me af of we de kinderen er werkelijk écht mee helpen? Doordat de hulpverlening er wil zijn omwille van de kinderen, creëren we met elkaar de arena waarin de gevechten kunnen plaatsvinden. En zijn wij gewillige, edoch onbedoelde, toeschouwers. En heel soms vechten we mee in een parallel proces. Want eerlijk is eerlijk. Stiekem hebben we immers een hele lichte voorkeur voor die ene ‘winnaar’. Ouders zijn erop gespitst in die nuance uit te zoeken voor wie we nu die voorkeur hebben. Ook al denken en zeggen wij dat we die niet hebben. We vinden meestal wel degelijk wat. We vinden wat van de agressieve, schreeuwende vader die zijn geld inzet om macht te behouden. En ook vinden we het een en ander van de passief agressieve moeder die de kinderen als schild gebruikt en daarmee de boel manipuleert. Kort door de bocht, weinig genuanceerd en klassiek. Maar wat zou er nu gebeuren als er geen publiek meer is? School die zich richt om op school een veilige haven te creëren voor de kinderen, jeugdhulpverleners die zich niet met de ouders bezighouden maar een vangnet uitzetten voor de kinderen om zoveel mogelijk uit de vechtarena te ‘ontsnappen’. En terwijl ik dat schrijf, realiseer ik me dat we alleen de kinderen bereiken via de ouders. Loyaal als ze zijn. Dilemma.
In hoeverre kunnen we ouders die in een vechtscheiding liggen, nog eigen verantwoordelijkheid laten dragen? In hoeverre zijn ze als dusdanig ondergedompeld in hun eigen – ontstane – psychopathologie dat ze überhaupt nog metapositie kunnen innemen om zichzelf van bovenaf te bezien? Ik heb er geen antwoord op. Wat ik wel weet is dat ons probleemoplossend vermogen best groot is. Dat de tijd soms ook zijn werk doet en dat op jezelf teruggeworpen worden, in sommige omstandigheden een beste leerschool is. Maar ja, de kinderen.

Wat als wij hulpverleners nu eens niet meer reageren op alle, meestal pagina’s lange mails, geen interventies meer plegen die bedoeld zijn om destructieve patronen te doorbreken? Wat als wij hulpverleners nou eens even op onze handen blijven zitten, op onze lip bijten en ons focussen op het welzijn van de kinderen.


Wat zou er gebeuren?

Ik weet het oprecht niet. Ik stel voor, bij wijze van proef, dat ouders zodra ze aan het begin staan van een vechtmodus, verplicht Kinderen uit de Knel laten volgen. Echt aan het begin van die vechtmodus. Want als ze eenmaal vechten, gaan ze door. Want zo werkt dat; wat we doen, doen we meer. Anders is het voor niets geweest. Zodra we de signalen van ‘vechten’ oppikken trekken alle hulpverleners, advocaten, mediators enzovoort zich terug, en zijn alle ogen gericht op Kinderen uit de Knel. Niets vrijblijvend. Verplicht. Zou dat mogelijk zijn? Ahhhh het volgende dilemma; in een vrijwillig kader kunnen we ouders tot niets verplichten *Diepe Zucht*.

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]

We zijn wat we geloven

We zijn wat we geloven

[vc_row][vc_column][vc_column_text]Terwijl ik me buig over de titel van dit artikel realiseer ik me dat er mensen zullen zijn die zich niet kunnen vinden in de woorden. Anderen juist weer wel. Elke titel impliceert tenslotte een verwijzing naar onderliggende visie, geloof of overtuiging. Als ik bijvoorbeeld schrijf dat we de keuze hebben om te bereiken wat we willen, zullen de mensen die zich verdiepen in non-dualisme roepen dat er niet zoiets bestaat als vrije wil. Anderen attenderen mij erop dat we geen keuze hebben waar we vandaan komen en welke trauma’s we met ons meedragen. Allemaal makkelijker gezegd dan gedaan dus. Ons hele beeld van hoe we naar mensen en de wereld kijken, is ingegeven door beliefs. Overtuigingen die we gedurende onze socialisatie geïnternaliseerd hebben en richting geven aan ons dagelijks bestaan. Kernovertuigingen. Vandaar uit denken, voelen en gedragen we ons. Vandaar uit maken we keuzes en doen we ervaringen op. De meeste ervaringen zullen een bevestiging zijn van wat we al geloven over onszelf en alles en iedereen om ons heen. Self-fullfillng phrophecy.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1522223524899{margin-top: 50px !important;}” kswr_row_top_decor_enabled=”false” kswr_row_bottom_decor_enabled=”false”][vc_column][vc_column_text]Mijn plafond dat ben ik zelf. Ik had het kennelijk nodig om mijn pad met de tijd te laten rijpen maar dat geldt natuurlijk niet voor iedereen. Ik houd mijn kinderen voor dat alles mogelijk is. We kijken filmpjes van mensen die zich zelf hebben overtroffen. Die, ondanks bijvoorbeeld fysieke beperkingen, toch boven hun eigen plafond uitstijgen. Of liever gezegd; het plafond dat van buitenaf is bepaald. Zij geloven in zichzelf daar waar anderen twijfelen. Ze gaan er helemaal voor, zelfs op momenten dat anderen afhaken. Lusten en lasten. En dat ze het aandurven om – naast zon die hen verwarmt – ook de regen in hun leven toe te laten. Geen succes, geen voelbare kracht zonder regen. We hebben regen nodig om te ontkiemen, te groeien en onszelf te leren kennen. We hebben regen nodig om onszelf eraan te herinneren vanuit welke waarden we willen leven. En de regen laat ons voluit genieten van de momenten dat de zon schijnt.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1522223524899{margin-top: 50px !important;}” kswr_row_top_decor_enabled=”false” kswr_row_bottom_decor_enabled=”false”][vc_column width=”1/2″][vc_column_text]Toen ik nog heel jong was, was de sky niet eens de limit voor mij. Ik fantaseerde erop los. Hoe mijn leven eruit zou zien, welke reizen ik allemaal zou gaan maken. Ik was kinderlijk overtuigd van het idee dat de wereld aan mijn voeten kon liggen. Aan fantasie ontbrak het mij niet.[/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_single_image image=”2561″ img_size=”medium” alignment=”center” style=”vc_box_rounded”][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]Nog steeds niet. Alleen nu liggen fantasie en geloof in allang niet meer in elkaars verlengden. Mijn leven is doordrenkt van ervaringen die me leerden twijfelen. Me doen afvragen of ik het wel kan, of het wel voor mij is weggelegd. En zelfs of ik het wel waard ben. En uiteindelijk hoor ik mezelf met enige regelmaat excuses opdreunen waarvan ik me volledig bewust ben dat het voornamelijk de angst is die spreekt. Nelson Mandela schreef het al zo treffend. Vrij vertaald: ‘We zijn niet bang om ontoereikend te zijn. We zijn vooral bang voor ons eigen kracht om alles te kunnen wie en wat we maar willen zijn’. En daar gaat het om.[/vc_column_text][vc_column_text]

Ik zing niet omdat ik gelukkig ben. Ik ben gelukkig omdat ik zing.

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1522223865837{margin-top: 50px !important;}” kswr_row_top_decor_enabled=”false” kswr_row_bottom_decor_enabled=”false”][vc_column][vc_column_text]

De ‘principes’ die mij elke dag helpen om op mijn pad te blijven – en ver weg van welk plafond dan ook – zijn als volgt:
  • Neem verantwoordelijkheid.  Als je geen verantwoordelijkheid neemt voor waar je vandaan komt en waar je je vandaag bevindt, hoe wil je dan ooit verantwoordelijkheid nemen voor je toekomst? Verantwoordelijkheid gaat niet over iemand de schuld geven, verantwoordelijkheid nemen gaat over hoop en controle. Als je verantwoordelijkheid neemt voor jouw eigen aandeel in je leven, heb je tevens hoop over de controle die je hebt over het creëren van je toekomst.
  • Neem begeleide beslissingen. Zelf nam ik ooit de beslissing bij enige twijfel mensen te raadplegen die in mijn ogen wijs en ervaren zijn. Hun begeleiding hielp, en helpt mij nog steeds, bij mezelf te onderzoeken wat ik nodig heb om tot antwoorden te komen. Je verleden kun je niet veranderen, maar je kunt je toekomst veranderen door je acties van vandaag bij te stellen. De begeleide beslissing leert ons om actief wijsheid op te zoeken die ons bijstaat in het bewerkstelligen van beslissingen.
  • Onderneem actie. Leiden is doen. Om te leiden, moet ik vooruit. Acties zorgen voor energie – om te inspireren, te motiveren en vooruit te bewegen. Acties  zorgen er ook voor dat je door je angsten heen beweegt. En gaat ervaren dat daar waar we bang voor zijn, niet in verhouding staat tot waartoe we in staat zijn.
  • Heb een beslissend hart.Dus niet alleen een beslissing nemen met je hoofd, maar zeker ook op gevoel. Jouw waarheid is nooit afhankelijk van een mening of van het hebben van consensus. Jouw en mijn pad volgen heeft vooral te maken met een toegewijd hart en met emotionele balans. Veel meer dan met een ‘goede’ of ‘slechte’ beslissing. Een beslissend hart gaat over hoe je je verhoudt tot je beslissingen.
  • Zorg voor vreugde in dat wat je doet. Ik zing niet omdat ik gelukkig ben. Ik ben gelukkig omdat ik zing. Dat is zo ongeveer het principe. Maak datgene wat je doet tot iets waar je plezier in hebt, waarin je lacht, enthousiasme brengt en creëer mooie momenten.
  • Heb compassie met jezelf en met anderen. Ik betrap mezelf nog dagelijks op gedachten die niet bepaald meewerken. Het zit er zo ingebakken. Inmiddels ga ik hier zacht en liefdevol mee om. Of zoals ik ook mijn cliënten als suggestie meegeef; ‘glimlach er tegen als ware het oude bekenden. En bedank ze dan dat ze je laten zien waar je je vandaag begeeft’. In het hier en nu.
  • Volhardt Neem je verantwoordelijkheid, ga op zoek naar wijsheid die je verder helpt, onderneem actie, geef jezelf met hart en toewijding, wat je doet doe dat met plezier en vergeef jezelf en anderen als het even niet gaat zoals jij dat wil. En ga door.

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]

Het volgen van je intuïtie

Het volgen van je intuïtie

Daniel had twee studies die hij graag wilde doen. Hij kon maar niet beslissen voor welke studie hij zou gaan. En twee tegelijk was geen optie. Het advies aan hem was om een overzicht te maken met voor- en tegens van beide studies. Daarin een aantal factoren meenemend, zoals duur, kosten, kans op een baan enzovoort. Terwijl Darren hiermee bezig was, bleek deze simpele analyse uit te pakken in het voordeel van de ene studie. Maar wat gebeurde er? Daniel koos uiteindelijk voor de andere. Gedurende de analyse merkte hij namelijk op dat een stemmetje in hem zich ‘voelbaar’ meer liet horen bij het invullen van één van de twee studies. Dat was voor hem genoeg.
Heb je ook die ervaring? Dat je van alles voelt maar dat je verstand tegenspreekt? Dat je onderbuik je vertelt dat iets niet klopt maar dat je het afdoet met ‘ik moet me niet zo aanstellen’ of  ‘ik moet me niet zo jaloers opstellen’. En dat je later de bevestiging krijgt dat wat je voelde?!

Ik ken het maar al te goed. Al heel jong leerde ik mijn intuïtie te wantrouwen. Ik kreeg namelijk met grote regelmaat de boodschap mee dat spanningen die ik voelde, niet klopte. Of dat ik me aanstelde, er was niets aan de hand. Ik stelde vragen maar kreeg ontkenning. En als kind was ik zo afhankelijk van de waarheden van de volwassenen om mij heen, dat ik écht begon te geloven dat wat ik in mijn onderbuik voelde, niet juist was. Ik leerde te vertrouwen op mijn hoofd.

Als kind zijn we afhankelijk van de waarheden om ons heen

Het duurde heel veel jaren voordat ik mezelf weer toestond om te voelen en daarop te vertrouwen. Tot die tijd waren de gedachten vanuit mijn hoofd, leidend. Vooral als het ging om zaken die in relatie stonden met anderen. Hiermee bleef ik weg van mijn eigen kwetsbaarheid. En laat ik eerlijk zijn; het heeft me ook veel gebracht. Maar er was een moment dat ik er niet meer omheen kon; wat ik voel is net zo waar – zelfs meer waar – dan wat ik denk. Maar voor ik zover was, had ik de nodige crisissen nodig om dit te herkennen en te erkennen.

Waar hebben we het eigenlijk over als we het over onderbuik hebben? En zijn onderbuik en intuïtie twee verschillende termen voor hetzelfde of verschillen ze van elkaar? En hoe verhoudt zich dit tot ons gevoel. Een nadere kijk hierop:
Prominente filosofen beschrijven intuïtie als mysterieus en onfeilbaar. In de psychologie geeft men neurologische verklaringen voor deze begrippen terwijl anderen wel degelijk de werking van ons onderbewuste (opgeslagen ervaringen) en zelfs bovenbewuste (de ziel) erkennen. Algemeen gesteld stelt de psychologie dat intuïtie gevormd wordt als een vorm van automatische verwerking van eerder aangeleerde informatie, kennis of vaardigheden.

Vanuit meer spiritueel oogpunt is intuïtie de stem van ons hart. Een soort intern weten. Het is een dieper gevoel, een impressie zonder woorden. Intuïtie is ons aller allereerste gevoel dat we hebben over een situatie of een persoon. De onderbuik fungeert hierin als het fysieke centrum. De kriebel, het samentrekken van de het gebied tussen de navel en de bodem van ons bekken. De onderbuik. Het weefsel is er heel gevoelig en sensitief, waardoor het als een heel intiem gebied ervaren wordt.

Tijdens mijn therapeuten-opleiding sprak mijn nestor de legendarische woorden; ‘intuïtie is verstand met haast’. Ik vond dat toen een prachtige uitspraak. En heb er mijn eigen betekenis aan gegeven. Wat mij betreft is intuïtie een prachtig samenspel tussen ons hart, onze onderbuik en als volgende dienaar, onze cognities.

Intuïtie is verstand met haast

De afgelopen jaren zijn hierin cruciaal geweest. Het wederom niet serieus nemen van alles wat ik voelde en later bevestiging krijgen dat wat ik al die tijd voelde wel degelijk klopte, bracht een ommekeer. Toen ik dit laatst nog eens doorsprak met mijn eigen coach, sprak zij de woorden ‘ Barbara, ga er maar van uit dat jouw intuïtie altijd klopt’. ‘Gebruik het als je kompas en laat je niet afschepen’. Diezelfde middag kreeg ik de kans om dit om te zetten naar ernaar handelen. Ik had ergens geen goed gevoel over. En in plaats van me te laten aftroeven, ging ik doorvragen. Ik liet hierbij mijn intuïtie spreken. En inderdaad; op basis van onderzoeken en bij mijn gevoel blijven, bleek dat mijn gevoel over de situatie klopte. Ik kon niets ‘bewijzen’ maar mijn slechte gevoel bleef en werd met doorvragen meer en meer bevestigd. Ik kon hierdoor dicht bij mezelf blijven, maakte een beslissing en kon verder.

Jouw intuïtie klopt. Daar mag je op vertrouwen


Intuïtie. Velen van ons hebben er een ambivalente relatie mee. We zijn allemaal intuïtief. We hebben allemaal ingevingen, creatieve ideeën en zijn allemaal in staat om aan te voelen. Er naar handelen is echter een ander verhaal. Net als ikzelf lange tijd heb gedaan, stellen velen de rede boven het gevoel. Praten we goed, bagataliseren, bekritiseren we of wijzen we af. Allemaal mechanismen die we in de loop van ons leven opgebouwd hebben om ons te beschermen tegen wat we voelen. In het bijzonder tegen de angst. In mijn geval angst voor verlies.

Intuïtie – afstemmen op ons gevoel – speelt een belangrijke rol in ons ontwikkelen en leiding nemen over het leven wat we wensen. Het is een intern weten wat ons op koers brengt en houdt. Ons hoofd is echter de spelbreker. Het leidt ons af en misleidt. Het brengt ons in gebieden in ons leven die niet van ons zijn maar waarvan we ‘denken’ dat ze wel bij ons horen. Door te luisteren naar je intuïtieve stem, en ernaar te handelen sterk je jezelf. Het brengt je wellicht uit veilige zones maar tegelijkertijd bewandel je daarmee de paden van kracht,  ontwikkeling en vastberadenheid.
En we leefden nog lang en gelukkig … toch?

En we leefden nog lang en gelukkig … toch?

Ons hele leven bestaat uit in relatie zijn.

Er was eens een meisje wiens leven kleur kreeg van dromen over later, trouwen met die ene prins. De prins die haar ten alle tijden begreep, er altijd voor haar was en haar aanbad. Een prins die haar hartstochtelijk over zijn knie boog en haar elke keer de kus gaf waar haar hart steeds weer van oversloeg … zo’n prins. Met deze wens ging het meisje op tocht, en hield bij elke potentiële man haar prinsenchecklist klaar. De eerste zeepbel van verwachtingen springt wanneer blijkt dat de prins of prinses van hetzelfde geslacht is. Zo zijn we niet grootgebracht. Maar volle goede moed stappen we alsnog samen met onze verliefdheid in een relatie en plakken we de checklist op de koelkast.

Wake-up call

Ons hele leven bestaat uit in-relatie-zijn-tot. En als we dan die ene, bijzondere liefde tegenkomen, degene die ons hart over laat slaan, staan we niet stil bij werken aan de relatie, het uitspreken van wensen en behoeften en vooral investeren in onszelf. In het begin worden we opgetild door de verliefdheid, de spanning van nieuwe sexuele ervaring en is alles rose, geurig en kleurig. Die begintijd heeft wel wat weg van een sprookje maar de wake-up call is soms indringend en luid. Voor we er erg in hebben, zitten we in een relatie die voortkabbelt, waarin we leuke momenten met elkaar beleven maar waarbij zowel de seks als de goede gesprekken tot het waakvlammetje zijn teruggebracht. Hoe komt dat nou en nog belangrijker, hoe krijgen we de relatie weer op het oude niveau?

Verantwoordelijkheid

Het klinkt als een cliché, maar om een gelukkige relatie te hebben, is het in de eerste plaats van belang dat je goed voor jezelf zorgt. Doe de dingen die je altijd al deed en waar je blij van wordt. Neem tijd en ruimte voor jezelf. Geluk in de liefde maak je namelijk zelf! Jij bent degene die verantwoordelijk is voor jouw emotionele gezondheid. Niemand anders kan dat voor jou doen. En daar gaat het nog wel eens mis in relaties. Stel elkaar eens de vraag; wat is van jou en wat is van mij? als het gaat om verantwoordelijkheid nemen.

De mate waarin we de ander verantwoordelijk maken voor ons geluk, is de mate waarin we ons leven als ongelukkig ervaren.

Duurzame bron

Het is niet de relatie die ons gelukkig maakt, het is een gelukkige relatie die bijdraagt aan een gelukkig leven. Dat lijkt bijna een open deur, maar is het niet. Een relatie is een verschijnsel met twee gezichten, waar ieder een heel andere kant opkijkt. Terwijl een gelukkige relatie een van de belangrijkste geluksfactoren is, is een ongelukkige relatie een van de belangrijkste factoren van ongelukkig en ongezond zijn.Dat roept een cruciale vraag op. Wat verhoogt de kans dat een relatie een duurzame geluksbron wordt? Oefenen, in de zin van eerst een tijdlang samenwonen en dan trouwen, helpt daarbij niet. Ook het krijgen van kinderen, goede baan, mooie auto is ook geen garantie voor een duurzame relatie. Het antwoord luidt: persoonlijkheid en communicatie.

Ja maar

Jij hebt er echt alles aan gedaan om haar duidelijk te maken dat …. en zij begrijpt er niks van, luistert niet naar je en blijft maar doorgaan met haar vervelende of irritante insinuaties/aantijgingen. De crux is dat je haar niet hoeft te veranderen maar dat dit over jou gaat. Hoor je jezelf in gedachten de ja-maars opdreunen? Ja maar wat als mijn partner zich nooit aan haar afspraken houdt. Of: Wat als mijn partner altijd maar met haar werk bezig is, nooit opruimt en nooit tijd voor mij heeft? In al dit soort situaties gaat jouw probleem nog steeds niet om de ander maar om jou. Jij hebt in die situatie iets te doen of te laten wat je niet doet of niet laat.

Patrijspoort


De wereld is altijd een spiegel van jezelf en je kunt er alleen maar in tegenkomen wat in jouw wereldbeeld past. Daarbij is je beeld van de werkelijkheid, voor zover er überhaupt een werkelijkheid bestaat sterk vertekend. Je kijkt als het ware door een patrijspoortje naar die werkelijkheid en ziet er maar een beperkt deel van. Jouw partner en alle andere mensen kijken ook door een patrijspoortje naar diezelfde werkelijkheid en zien hele andere dingen dan jij ziet. Dat komt omdat datgene wat je hebt geleerd waar te nemen gefilterd wordt door alle ervaringen die je in je leven hebt opgedaan en waaraan je een bepaalde betekenis hebt gegeven. Het simpele bewustzijn dat jouw werkelijkheid een andere is dan die van de ander, kan al maken dat je anders naar je situatie kunt kijken.

De mate waarin we beiden bereid zijn te investeren in onze relatie is tevens de uitkomst van de mate waarin we een gelukkige relatie ervaren.

Basisvoorwaarden

Kent jouw geliefde jouw diepste angsten, deel e in je hoop en dromen over het leven? Praten jullie over de toekomst samen en delen jullie een gezamenlijke interesse? De basisvoorwaarden van een gelukkige relatie zijn de investeringen die je doet in tijd, energie, loyaliteit en aandacht en de mate waarin je jezelf laat zien aan je geliefde. Hoe meer je laat zien van jezelf, hoe kwetsbaarder je ook bent. In deze kwetsbaarheid zit zowel de belangrijkste kern van geluk samen, maar ook het risico van de pijn. Waar kies je voor? De veilige weg of de gelukkige, intieme weg?

[/vc_column_text][vc_column_text]

Ik zorg voor mij. Jij zorgt voor jou en Samen zorgen we voor de relatie.

Mentaal kasboek

Liefde is onvoorwaardelijk toch? Dat zou een hele mooie werkelijkheid zijn, maar het is slechts een klein deel van de waarheid. We geven vaak aan de ander, niet voor de ander maar voor onszelf. Zo vullen we onvervulde behoeftes op. Hierdoor ontstaat spanning op de balans tussen geven en ontvangen. Er komen mentale kasboeken op tafel en nog erger, de focus wordt verlegd op krijgen in plaats van geven. Heb je dit mechanisme ook verwerkt gezien in een sprookje?

Belangrijk


Als we volledig open staan om in de eerste plaats onszelf als het centrale middelpunt van belangrijk te zien, ontstaat veel meer ruimte om te geven om het geven. Je eigen behoeften wordt namelijk al gezorgd, door jouzelf. Als dat het geval is, kun je dat ontbijtje op bed brengen, een luisterend oor bieden als je lief daarom vraagt, een leuk weekend cadeau doen omdat jij dat wilt en niet omdat de ander dat verwacht. En nog fijner, ons kasboek van geven en ontvangen blijft in de pocket.

Geluk in je relatie. Een toverbrouwsel van een liefdevol sprookje met een korrel zeezout en confronterende waarheden met een roze randje alsjeblieft! Het beste nieuws wat wij je kunnen geven is dat je blij mag zijn dat Jij het bent die kan kiezen voor een gelukkige relatie. Het enige wat je hoeft te doen is je op een liefdevolle manier verhouden tot je geliefde.
Circulariteit

Circulariteit

Teveel alleen
Tegenover mij zit een knappe vrouw, sprekende ogen met daarin een zorgelijke blik. Ze stottert wat, onzeker over hoe ze kan vertellen wat ze wil vertellen. ‘Ik voel me zo alleen’ stamelt ze zonder mij aan te kijken. ‘Ik weet niet hoe ik dat kan doorbreken. Ik heb behoefte aan verbinding maar het enige wat ik voel is dat ik op een eiland zit en geen enkel contact heb met mijn geliefde’. Terwijl ze deze zinnen uitspreekt, stokt haar adem. De heftigheid van haar emoties zijn hoorbaar. Ik wacht met iets te zeggen. Wil haar alle ruimte geven om op haar manier te zeggen wat ze zeggen wil. Het blijft stil. De tranen stromen over haar wangen en haar blik blijft naar beneden gericht. Na enige tijd kijkt ze me recht aan en zegt bijna op fluisterende stem; ‘Ik kan zo goed alleen zijn. Misschien ligt het wel aan mij. Ik weet niet hoe ik het moet doorbreken. Het enige wat ik wel weet is dat ik dat alleen voelen niet meer wil. Daarvan heb ik al teveel gehad’.
 
Deze vrouw – laten we haar Sue noemen – staat niet alleen. Wij voelen ons bij tijd en wijlen zoals haar; alleen. De behoefte aan verbinding, aan gezien worden en geliefd voelen huist diep in ons. Wat we ons onvoldoende realiseren is dat het alleen voelen veelal niet gaat over nu, maar over het verleden. Doordat we ons verleden projecteren op het hier en nu voelen we angst en verlies, voelen we woede en pijn. Alleen in het hier en nu hebben we helemaal niet zoveel te vrezen, zo begin ik me meer en meer te beseffen.

Als ik Sue  vraag naar voorbeelden van er alleen voorstaan, somt ze deze moeiteloos  op. Ditmaal zonder haperen. Alsof ze een mentale lijst hiervan in haar hoofd heeft zitten. En inderdaad; wat daarin weerklinkt is de ogenschijnlijke afwezigheid van steun,  gezamenlijkheid en zelfs liefde. Maar iets wat weerklinkt, hoeft niet zo te zijn. Het wordt tijd om te onderzoeken of de werkelijkheid en de illusie één en dezelfde zijn. Zou het kunnen zijn dat het alleen-voelen zo diep geworteld is dat het in het heden nog steeds zijn werk doet? Met andere woorden wat gebeurt er als we ons verleden nog steeds als een sjabloon over het heden neerleggen?
 
We krijgen wat we verwachten

Als we situaties nog steeds beoordelen op basis van wat we geloven over onszelf en de wereld en hoe ziet dat er dan concreet in handelen uit? Is het  mogelijk dat het alleen-voelen mede het resultaat is van een zelf-fullfilling prophecy? Zien we wat we geloven? En krijgen we wat we verwachten?

Hiermee wil ik niet zeggen dat Sue ‘schuld’ is aan het alleen-voelen. Integendeel. Iets ontstaat en als het maar lang genoeg voortduurt, gaan we geloven dat het ons overkomt. En dat is een misvatting. Wat ik haar met hart en ziel toewens, is dat ze invloed heeft in het doorbreken van dit gevoel. En dat kan alleen als ze 100% verantwoordelijk neemt voor haar aandeel in het instandhouden van het alleen-gevoel. Is zij in staat zodanig in verbinding te gaan met zichzelf dat ze in zichzelf de antwoorden vindt voor dit destructieve gevoel van alleenheid?

De weken die volgen zijn zwaar.  We doorlopen samen Sue’s  eerste kennismaking met haar alleen-voelen. Deze gaan terug naar haar leven als jong kind. Haar ouders hebben het druk met zichzelf en ze voelt zich weinig geborgen. Een reeks van jaren waarin Sue zich als kind onveilig voelt en leeft met het gevoel dat haar maar een taak rest; haar ouders gelukkig houden. Ze doet haar best op school, blinkt uit in zelfstandigheid en ontziet haar ouders door vooral meegaand en ‘makkelijk’ te zijn.
 

Sue is het toonbeeld van onzichtbaarheid in een leven waarin ouders zo opgaan in hun eigen innerlijke puinhopen, dat er weinig ruimte is voor zichtbaarheid en erkenning voor hun kind. Hun enige dochter. De vrouw herinnert zich een echte puberteit niet. Alles wat zich binnenin haar afspeelt, houdt ze voor zichzelf.  Haar verdriet, dillema’s, vragen, eenzaamheid en alleen-voelen; het blijft binnen de veilige muren van haar kamertje. Daarbuiten laat ze zien hoe sociaal en goedlachs zij is. Ze lijkt afgescheiden van zichzelf en de buitenwereld.

Als het waar is dat we elke relatie zien in het licht van onze ervaringen en de overtuigingen die we daaruit hebben ontwikkeld, zou het kunnen zijn dat de vrouw ook in haar relatie met haar man, veel heeft waargenomen vanuit het er alleen voorstaan? En niet alleen waargenomen maar er ook naar gehandeld? Het onderzoeken waard.

We kijken naar het leven in het licht van onze ervaringen.

Ontschuldiging

Wat is dan wel belangrijk? Soms kunnen we in gesprek gaan met onze ouders. Hen meenemen in het proces waarin we zitten. Onszelf laten zien, onze worsteling. In een heel enkel geval zie ik gebeuren dat de volwassene in het kindstuk alsnog erkenning krijgt. Ik heb het een aantal keren mogen meemaken dat ouders en het volwassen kind met elkaar in gesprek gingen. Een vaak moeizaam, pijnlijk maar tevens prachtig proces waarin de erkenning voor het kind en de ontschuldiging voor de ouders, de relatie intensiveerde en ouders en kind er krachtiger uitkwamen.

 
 

 

Als ik Sue mijn overpeinzingen voorleg – bij wijze van suggestie – biedt zij weerstand. Begrijpelijk. Het impliceert in haar ogen dat ik eigenlijk zeg dat ze kreeg waarin ze geloofde. Inderdaad, zij ontvangt het als ‘eigen schuld dikke bult’ maar niets is minder waar. Of liever gezegd; in geen enkele situatie is sprake van schuld. Ja, als je je auto tegen een boom rijdt omdat je niet oplet, kun je spreken van schuld. Menselijke relaties zijn echter dynamische processen, altijd in beweging. Daardoor weten we nooit wanneer, en waar en bij wie het begonnen is. En met het bedoel ik de patronen waarin we zitten. Aangestuurd door onbewuste overtuigingen. Zijn de ouders van deze vrouw dan de schuld? Nee ook niet. Ze dragen wel ook ieder 100% verantwoordelijkheid voor het alleen voelen van hun kind. Ze hadden namelijk andere keuzes kunnen maken. Hiervoor is echter bewustzijn nodig van hetgeen er gaande was.  Waarschijnlijk is hun persoonlijke en relationele puinhoop ook weer terug te voeren op eerdere ervaringen en waren ze – om wat voor reden dan ook – niet in staat te zien wat er op dat moment gebeurde. We weten het niet en het is niet belangrijk.

Erkenning

In de praktijk blijkt echter dat velen deze erkenning via derden krijgen; hun geliefde, soms de therapeut of een belangrijke ander. In het geval van deze vrouw is in gesprek gaan met haar ouders geen optie. Ze wil het niet, wil haar ouders niet ‘opzadelen’ met haar pijn. ‘Ik zou hen alleen maar verdriet doen’ aldus de vrouw. Zo sterk is de kracht van het verleden. Nog steeds wil ze haar ouders ontzien en dat is haar goed recht. Nu maakt zij een keuze en deze kan alleen maar gerespecteerd worden. Ze zal de erkenning voor haar alleen-voelen mogelijk kunnen krijgen bij haar partner, de man die ogenschijnlijk weinig steunend en liefdevol naar haar is. Die haar bevestigt in haar alleenheid. Wat is zijn verantwoordelijkheid in deze?

Op de vraag of haar man weet dat ze hulp heeft, antwoordt ze resoluut en verheft ze haar stem. Een krachtige stem. Ze maakt duidelijk dat dit hem niets aangaat en dat hij hierin geen enkele interesse zou tonen. Ze behoedt zichzelf liever voor de teleurstelling door het niet te vertellen. Op de vraag hoezeer ze daar zeker van is, zegt ze; ‘omdat hij in niets uit mijn leven enige interesse toont. Hij is zo met zichzelf en zijn eigen leven bezig, dat daarin geen ruimte is voor mijn sores’.  Ik geef haar terug ‘dus jouw partner doet jou wel heel erg aan jouw ouders denken?”.  Het blijft stil. Een lange tijd blijft het stil.

Erkenning krijgen is een bron van kracht

Een aantal keren heb ik een dergelijk proces mogen faciliteren. Een enkele keer haakte de client, als ik hun ‘probleem’ in een bredere context wilde onderzoeken, af. Kennelijk was het te vroeg. Zij waren er nog niet aan toe om eigenaar te worden van nieuwe perspectieven, om zich te ontdoen van oude veiligheden en vertrouwde overtuigingen. De lijdensdruk was (nog) niet hoog genoeg. Bij deze vrouw wel. Zij was eraan toe om de regie te nemen over haar eigen alleen-voelen.

De vrouw neemt de eerste wankele schreden in het doorbreken van iets, door haar partner op de hoogte te brengen van de stap die ze heeft genomen; hulp krijgen bij iets waar ze zelf niet uitkomt. En hem het waarom te vertellen.