De kracht van stilte

De kracht van stilte

Afgelopen jaar mocht ik een mevrouw begeleiden die plotseling haar jong volwassen dochter had verloren aan de dood. Een proces waarbij ik naast haar mocht meelopen, vaak haar hand vasthoudend. Haar verdriet was zó rauw toen ze voor het eerst kwam. Ik was er stil van. En dat was prima want we hadden samen afgesproken dat ik haar niet steeds met vragen zou bestoken. Eigenlijk wilde ze vooral ruimte om haar pijn en al haar emoties ‘gewoon’ te laten zijn. Een plek waar ze niet sterker hoefde te zijn dan ze zich voelde en een plek waar iemand bij was die niet bang was voor zoveel heftige emotie. Het mocht allemaal. Hoewel ik beken dat ik zo nu en dan aangedaan was. Heel langzaam leerde ik haar én haar dochter kennen. Vertelde ze over wat zij samen hadden meegemaakt. Konden we zelfs zo nu en dan lachen om haar uitspraken. Maar ook in de stilte was haar dochter voelbaar aanwezig.

 

Stilte is helend en verbindend

Ik ben geen ‘expert’ in het begeleiden van rouw. Maar door heel nauwkeurig af te stemmen op mijn client, voelde ik aan wat zij nodig had. En met de tijd werden de rouwranden zachter, haar verdriet iets stiller en zag ik dat haar houding weer wat rechter werd. Maar ik zei niets. Ik wilde niet mee in wat haar omgeving aangaf; ‘wordt het niet weer eens tijd om je leven op te pakken’?. In plaats daarvan liet ik haar alle ruimte om haar vragen leidend te laten zijn. Om haar inzichten met mij te delen. En dan nog bleef ik voorzichtig aftastend wat ik terug mocht geven. In dat jaar was de stilte tussen ons, doordrongen van diep respect voor elkaar en voor het proces.

Waarom ik dit ( met toestemming ) deel? Ik heb me dat jaar in toenemende mate verwonderd over de kracht van de stilte. Hoe helend en verbindend deze is. Ik heb me ook verbaasd over hoé emotioneel gehandicapt wij met elkaar zijn als het gaat om verlies. Ik generaliseer en mogelijk dat jij je er niet in herkent. Maar wat ik van haar hoorde over hoe de nabije omgeving ermee omging, vond ik hier en daar zelfs schokkend. Mensen willen dat je doorgaat, dat je sterk bent. Men wil dat je na 3 maanden het leven weer oppakt als ware er niets veranderd. Iedereen heeft zijn eigen tempo, zijn eigen tijd, zijn eigen proces. En dat is genoeg.

Mensen zijn bang voor heftig verdriet. Voelen zich ongemakkelijk. Kunnen het moeilijk verdragen en voelen zich wellicht onmachtig en met lege handen. Het enige wat we hoeven doen als we een naaste hebben met intense emoties, is onze lege handen in die van de ander te leggen. De stilte doet de rest.

Professioneel en ervaringsdeskundig

Professioneel en ervaringsdeskundig

Ik lees momenteel het boek van Jill Bolte Taylor ‘My stroke of insight’. Zij is een neurochirurg die op haar 39ste een beroerte krijgt. En dat verandert hoe ze naar het leven, naar mensen en vooral ook naar haar professie kijkt. Haar zeggen; ‘er zijn 2 soorten mensen. Mensen die energie komen brengen zodra ze in de kamer komen, en mensen die energie komen halen. Tijdens mijn herstel had ik vooral mensen nodig die energie komen brengen maar helaas was het ziekenhuis een omgeving waarin mensen vooral kwamen halen. Al die regels, al die procedures. Ik had het veel meer nodig dat iemand naast me zat, mijn hand vasthield en hoop uitstraalde’. Ze besluit; ‘we mogen ons bewust zijn dat we verantwoordelijk zijn voor de keuze ten aanzien van de energie die we meebrengen zodra we in contact zijn met anderen’.

Jill Bolte Taylor moest eerst zelf een beroerte krijgen om zich te realiseren dat in contact zijn met de ander, heilzaam werkt. Ze schrijft inspirerend. En gezegend zijn zij die haar heden ten dagen als neurochirurg aan het bed krijgen. Zij zal haar focus hebben op de verbinding met haar clienten.

ALS OUDER IN DE JEUGDZORG DOORLOOP JE EEN PALET VAN EMOTIES. DE NIEUWSGIERIGHEID EN OPRECHT GEINTERESSEERDE HULPVERLENING KAN DAARIN ‘BIJ BENADERING’ MEEVOELEN.

Al lezende brengt het boek mij bij mijn eigen ervaringen en hoe deze mij beïnvloeden als professional. Is het dankzij of ondanks dat ik een ouder werd in de Jeugdzorg. Geen idee. Wat ik wel weet, is dat het mijn zicht en focus volledig heeft veranderd. De kwetsbaarheid van ouders met een kind die hulp nodig heeft, kunnen we ons als professional voorstellen. Deze écht voelen, is van een andere orde; de mengeling van zoveel emoties. De twijfel, onzekerheid, verbijstering ook. Het is een palet waarin je een nieuwsgierige en oprecht meevoelende hulpverlener kunt meenemen. Maar slechts bij benadering.

Net zoals Jill Bolte beschrijft in haar boek, is tijd een belangrijke factor voordat je de ander kunt meenemen in het proces. Mijn ervaringen als ouder hadden tijd nodig om doorvoelt te worden en zachter te worden. Maar inmiddels heb ik vele hulpverleners ‘ bij benadering’ meegenomen in de kwetsbaarheid en emoties van ouders die zeggen; ‘wij kunnen het niet alleen. Help ons’. Ik neem ze mee in de behoefte van ouders om hun schaamte, verdriet en machteloosheid te mogen uiten. Zonder een beter weten ervoor terug te krijgen. Ik neem ze mee in het verdriet te constateren dat de beste stuurlui aan wal (veelal familie), wel oordelend zijn maar vaak geen idee hebben wat er werkelijk speelt. En hoe alleen dat voelt. Dat ouders de hulpverlening nodig hebben – niet in ze te vertellen wat wel en niet nodig is – maar simpelweg om steun te ervaren.

En dan al die formulieren, lijsten, de vele malen dat je als ouder ergens een handtekening onder zet. Het staat in schril contrast met de mate waarin hulpverleners écht oprecht aandacht en tijd nemen om te vragen hoe het met jou als ouder gaat. Achteraf kan ik me niet eens herinneren dat deze vraag ons ooit gesteld is.

Ik kan volledig meevoelen met Jill Boyle Taylor. Voor veel ouders die om hulp vragen is het zorgsysteem energieslurpend. Zelden brengt het energie. En dat ligt niet

in de eerste plaats aan de individuele hulpverlener. Want een groot deel van hen is betrokken en wil het goede doen. Maar de context waarbinnen dit mogelijk is, is aan banden gelegd door regels, procedures, kaders en wat meer zij. Er lijkt zo weinig ruimte voor oprechte, eerlijke aandacht. Aandacht kost geld. En ook voor de hulpverleners zelf is dit een frustrerend gegeven.

Ik wens de ouders binnen de jeugdzorg hulpverleners toe die naast hen staan, met hun meelopen, vragen of en hoe zij het volhouden én ja, een hulpverlener die hen valideert. Die de ouders laat weten dat zij doen wat ze kunnen. Ik wens de hulpverlening toe dat zij mensen opleiden en vasthouden die zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid die ze hebben als het gaat om wat ze aan energie meebrengen. Want kennis en kunde is één maar de inbreng van goede energie is wat mij betreft, alles. En wat mijzelf betreft? Mijn energie bestaat uit het verwerken van de slechte ervaringen om het goede eruit te halen. En het is mijn verantwoordelijkheid als ouder én professional om de lessen die de ervaringen mij laten zien, door te geven en te delen. Met ouders en professionals. Zelfs al ben ik de druppel in die immense oceaan.

We hebben geen probleem

We hebben geen probleem

Wanneer we vastzitten in onze emoties, pijn ervaren door ervaringen, in conflict zijn met ons leven ….. klachten hebben die fysiologie uitsluiten, zijn we geneigd óf door te gaan alsof er niets aan de hand is, óf we gaan als een bezetene allerlei zelfhulpboeken verslinden, veel geld uitgeven aan cursussen, workshops of retraites óf we aanvaarden (uiteindelijk) professionele hulp. Over al het voorgaande heb ik geen oordeel. Volgens mij geldt daar het principe ‘baat het niet, schaden doet het zeker niet’. Tenzij je verwachtingen hoog zijn en je teleurgesteld bent. Maar als professional sta ik mezelf toe om mijn idee over professionele hulp te delen.

Ooit geloofde ik in de ideale wereld waarin ik mensen mocht helpen die een probleem ervaren. Als ik daar nu op terugkijk, voel ik een lichte glimlach verschijnen. Beetje naïef en o zo menselijk. Wie dacht ik eigenlijk dat ik was?
 

De loop der jaren heeft me een wat realistischer beeld geschetst. Het enige wat ik kan betekenen, is mensen op weg helpen het conflict in zichzelf op te lossen. Ik bied handreikingen – zet wat piketpaaltjes uit – en het werk zelf wordt verricht door de ander. En het mooiste is natuurlijk wanneer de client het piketpaaltje op een andere plek zet omdat dit beter aansluit. Ik spiegel, stel vragen, plaats zo nu en dan een opmerking waarvan ik mag hopen dat het iets oproept – meestal boosheid of weerstand is mijn ervaring – en that’s it. Zinvol maar niet zaligmakend.

En toch maak ik elke dag opnieuw mee dat mensen de oplossing van hun ‘probleem’ in de handen leggen van diezelfde professionals. ‘Ik heb een probleem en ik wil dat jij het fixt’. Nee, dat willen ze helemaal niet. Ze willen dat wij professionals ze helpen de onmacht die het oproept – het gevoel van onvermogen – weg te nemen. En het liefst een beetje snel. De psychiatrie speelt daar mooi op in. Want medicatie is een zeer efficiënte buffer tegen zoveel intern conflict. Veel conflicten in onszelf zijn existentieel. Het is het gevolg van de ideëen die we hebben over onszelf afgezet tegen de verwachtingen die we projecteren op de wereld om ons heen. En laat die wereld anno 2017 nu sneller, visueler, informatiever en veeleisender aanvoelen dan ooit tevoren. Ik geloof oprecht dat hierdoor de interesse voor gezonde voeding, meditatie, veel aandacht voor toenemend bewustzijn, alternatieve leefstijlen en dergelijke een antwoord op zijn. We kunnen het niet meer bijbenen en raken ‘overloaded’. We staan het onszelf niet toe om crisis te ervaren. Burn-out, verslavingen, depressies, angsten, vechtscheidingen het gevolg.

Maar terug naar die professional. Psychologie en Psychiatrie zijn niet het antwoord. Gedrag en Persoonlijkheid zijn veelal geconditioneerd. Gecreëerde beelden over onszelf die we liever niet toetsen op waarheid want stel dat het niet klopt? In mijn optiek is het antwoord hierop dat we bereid zijn zo nu en dan (en liever wat vaker) een stap terug te doen. Jezelf te bezien in de context van het grotere geheel en in de vertraging te gaan. Vooral dat. Accepteer jij je eigen levensritme en je eigen toonsoort of laat je je gek maken door de buitenwereld? Ik gebruik bewust niet het woord ‘leven’. Want in mijn optiek is het leven een prachtig samenspel tussen mogelijkheden en grenzen. Zoals ook in de natuur. Echter in de maakbaarheid die we met elkaar gecreëerd hebben, negeren we die perfecte levensbalans.

Een probleem is pas een probleem als je gelooft dat jij het niet kunt oplossen. Een crisis ontstaat vooral als je het interne conflict negeert.

Wanneer je probleem vertaalt naar een conflict in jezelf wat jouw aandacht vraagt – en ja, hulp daarbij aanvaarden is écht fijn – dan hoef je alleen nog maar diep in het conflict te duiken, het te omarmen, ermee te vrijen desnoods en je boort als vanzelf de kracht aan om ermee te dealen.

Begrijp me niet verkeerd. Dit schrijven is niet bedoeld om mezelf werkeloos te maken (hoewel het wel de ultieme kans is voor te leven waarin ik geloof op basis van dit stuk), noch om jouw hobbels en bergen op deze levensweg te bagatelliseren. Meestal weet ik bij de eerste zinnen nog niet eens waar dit stuk naartoe gaat. Hier dus.

Ik wil met dit schrijven aangeven dat we zelf tot veel in staat zijn. Dat veel waarmee we in het leven worstelen ontstaat doordat we onvoldoende of pas heel laat erkennen dat we in conflict zijn. Dat het negeren van die interne conflicten psychopathologie in de hand werkt maar dat dit niet is wie we zijn. We hebben geen probleem. We hebben een conflict. Schudt jou dat op? Maakt het je boos wellicht? Voel je verontwaardiging? Mooi. Blijf daarbij. Dan is dit jouw moment.