Autonomie én verbondenheid; Een paradoxale twee-eenheid

Autonomie én verbondenheid; Een paradoxale twee-eenheid

Relaties – Emoties – Verbondenheid – Autonomie -EFT

Autonoom én verbonden? Hoe kan dat?

Barbara Veldt, EFT register therapeut, Amsterdam

25 April 2020

Samen in verbinding. Eigenheid behouden door autonomie. Een twee-eenheid: yin en yang. Maar hoe zit dat nu eigenlijk? Dit duo hoort bij elkaar maar dat is niet iets waar we ons bewust van zijn. De paradox van autonomie en verbinding.

We kennen de term autonomie eigenlijk vooral uit de ontwikkelingspsychologie; als onderdeel van de puberteit. Het staat synoniem aan zelfredzaamheid, de noodzakelijke voorwaarde om de volledige verantwoordelijkheid voor en controle over je eigen leven te nemen. Zonder autonomie of zelfredzaamheid is het gemakkelijk verstrikt te raken in de afhankelijkheid van anderen.

“Autonomie is het vermogen om op eigen, stevige benen te staan”

Wat is autonomie?

Autonomie wordt gebruikt in combinatie  met verschillende psychologische termen. Ik zou eerder willen beweren dat autonomie de optelsom is van ondergenoemde aspecten in onze ontwikkeling;

zelfredzaamheid dit is de woordenboekdefinitie van autonomie; je eigen regels bepalen en ernaar leven.

van jezelf op aan kunnen in staat zijn om jezelf een belofte te doen en deze na te komen, zoals je een belofte aan een goede vriend zou doen. Geef jezelf dezelfde zorgvuldige overweging die je van een vriend zou wensen.

zelfbeschikking je eigen toekomst bepalen door planning en zorgvuldige actie.

zelfvertrouwen de zekerheid die ontstaat door een gevoel van doelgerichtheid en het vertrouwen om je doel te bereiken.

zelfrespect waardering voor je eigen talenten en mogelijkheden, de erkenning dat je een gezond, bekwaam en liefhebbend persoon bent.

zelfmotivatie een verlangen om te creëren en iets van je leven te maken, ongeacht wat er tegenover staat. Maar met aandacht voor de voldoening die het geeft.

zelfliefde het vermogen om voor jezelf te zorgen en verantwoordelijk voor jezelf te zijn. Je bent accepterend naar jezelf toe. Zowel emotioneel, intellectueel, praktisch alswel als het gaat om je gezondheid, zorg je goed voor jezelf.

Waar dient autonomie toe?

Door het vermogen om voor jezelf te zorgen en verantwoordelijk te zijn voor alle facetten in jezelf , verwerf je:

Emotionele vaardigheden

De emotionele hulpmiddelen die nodig zijn om jezelf van afhankelijkheid te bevrijden. Wanneer een probleem zich voordoet, in plaats van iemand anders de schuld te geven, of “weg te rennen” door ontkenning of verslavend gedrag, leer je als een autonoom persoon de vaardigheden die nodig zijn om er mee om te gaan, ontdek zoveel mogelijk, overweeg vele opties, weeg de mogelijke uitkomst van elke optie af en vraag misschien advies en raad voordat u een beslissing neemt. Als autonoom persoon kun je direct om hulp vragen, maar je blijft zelf bepalen hoeveel en wat voor soort hulp je accepteert en je maakt duidelijke afspraken over wat er van je wordt verwacht.

Het vermogen gezonde relaties aan te gaan

De rolmodellen waarmee u geschikte vrienden en een geschikte partner kunt kiezen. De interactie die je met jezelf hebt, is een rolmodel voor al je andere relaties. Autonomie in jezelf leren helpt je ook om het bij anderen te zien. Als je een zorgzame, verantwoordelijke relatie met jezelf hebt, ontwikkel je een intern relatiemodel om te gebruiken als basis voor je vriendschappen en intieme relaties met anderen.

Een eigen leven

De puberteit is een cruciale fase in onze ontwikkeling. Daar waar we voorheen er nog op konden vertrouwen dat onze ouders beslissingen namen om ons te beschermen tegen de wereld buiten onszelf, kan het mechanisme van ouders nu contraproductief worden.

Ouderschap vraagt om flexibiliteit en dus vraagt het meebewegen op de golven van de ontwikkeling van hun kinderen. De praktijk is echter een weerbarstige; ze blijven beslissingen nemen, vinden het lastig los te laten en te vertrouwen op de verantwoordelijkheid van hun puber. En hoe begrijpelijk; diezelfde puber experimenteert, zet zich af en maakt zich – desnoods met kabaal – af van de ouders.

Loslaten en vertrouwen is het sleutelwoord; kinderen leren hun eigenwaarde, zelfrespect en zelfliefde ontdekken door de ogen van het vertrouwen dat ouders geven. Zo ontstaat ook autonomie.

De maatschappelijke waardering van autonomie

En daar zit een lastig dilemma in: want maatschappelijk voelen ouders een grote druk van buitenaf; je bent pas een goede ouders als je je kind verplicht naar school te laten gaan (en wat als dit elke dag een gevecht is?) Je bent pas een goede ouder als je liefdevol uitspreekt; ‘en ik weet wat het beste is voor mijn kind’. Helaas is het beste meestal afgemeten aan de maatschappelijke norm. Of is hierin de verwachting van de ouders opgesloten. Het is dus maar de vraag of ouders daarin écht afstemmen op hun bijna jong volwassen kind.

Autonomie wordt in onze samenleving onbewust, maar wel actief, ontmoedigt. Er heerst een algemeen aanvaard idee van de ‘plicht’ van ouders om de verantwoordelijkheid ‘zo lang mogelijk’ te dragen. Op de een of andere manier lijkt ‘zorg’ voor het kroost tot een ultieme vorm van liefde te zijn verheven en elke vorm van zelfzorg, geïnterpreteerd te worden als egoïstisch of vreemd. Het lijkt de schaduwzijde van een welvaartssamenleving waarin prestatie, geld en/of zorg meer waardering krijgen dan de ontwikkeling van autonomie. Ouders pamperen erop los. En houden daarmee het kroost langer afhankelijk dan wenselijk.

Met andere woorden:

Ouders hebben dus een belangrijke rol in de autonomievorming van hun puber. Als ze hun taak als verzorger kunnen omvormen naar een meer coachende, volgende rol, ontwikkelt hun kind het vertrouwen en de eigenwaarde die noodzakelijk is om op eigen benen te staan. Autonomie gaat dus om veel meer dan zelfstandigheid ( dit zijn vaardigheden). Autonomie is het vermogen om vanuit liefde, acceptatie en vertrouwen uit te vliegen en een eigen leven te leiden. Met eigen keuzes. Eigen waarden. Eigen behoeften en eigen anders mogen zijn. Als het jong volwassen kind al iets van de waarden van zijn ouders meeneemt in volwassenheid, is dat omdat hij/zij daar een bewuste keuze in heeft gemaakt. Dan is er sprake van eigenaarschap.

“Alleen een persoon die volledig in staat is om voor zichzelf te zorgen, kan vrij zijn om lief te hebben en vrij geven”

De relationele waardering van autonomie

In tegenstelling tot de maatschappelijke overtuigingen, versterken onafhankelijkheid en autonomie de relaties met anderen en maken het geven en ontvangen echt onvoorwaardelijk. Alleen een persoon die volledig in staat is om voor zichzelf te zorgen, kan vrij zijn om lief te hebben en vrij te geven; afhankelijke mensen geven wel maar vragen er (onbewust) iets voor terug; erkenning, waardering of aardig gevonden willen worden.

Hieronder vind je een aantal voorbeelden die je inzicht geven in wat autonomie precies is:

Je doet al jaren aan meditatie en sinds twee maanden heb je een nieuwe liefde. Hij vindt meditatie iets voor zweverige types en maakt er steeds grapjes over. Afhankelijkheid: je trekt je zijn grapjes aan en langzaam worden je meditaties minder tot aan de dag dat je in bed blijft liggen. Net als hij. Autonomie: je gaat het gesprek met hem aan en vertelt hem dat mediteren belangrijk voor je is. Je neemt hem mee hoezeer het jou geholpen heeft in tijden waarin het niet zo goed met je ging. Je vraagt hem om zijn grapjes erover, achterwege te laten.

Je hoort dat een vriendin geruchten over jou heeft verspreid. Afhankelijkheid: Je bent gekwetst en verward, maar je vraagt haar er niet naar; je laat de vriendschap gewoon verslechteren. Autonomie: Je bent gekwetst en verward, dus je vraagt haar om met je te lunchen. Tijdens de lunch vertel je haar wat je hebt gehoord, vraag je of het waar is en krijg je een uitleg die zaken ophelderen.

Een goede vriend, die een aantal ongelukken heeft gehad, vraagt jou om jouw auto te lenen. Afhankelijkheid: Je maakt je er zorgen over, maar je geeft hem de autosleutels. Autonomie: Je zegt: “Het spijt me. Ik zou graag willen helpen, maar ik wil je mijn auto niet lenen. Ik heb m zelf hard nodig en gezien jouw rijstijl, vertrouw ik mijn auto niet aan je toe. Kan ik je ergens heen brengen?”

Wil je elk artikel lezen nog voordat het gepubliceerd is?
Meld je dan aan voor de nieuwsbrief!

10 + 6 =

De confronterende uitdaging

De confronterende uitdaging

De reis van een held (deel 1): wat maakt ons nou volwassen?

Waar hebben we het over als we het over volwassenheid hebben? Wanneer ben je eigenlijk volwassen en welke gedragingen en waarden horen daarbij? Oftewel; maatschappelijke volwassenheid krijg je cadeau op je 18de verjaardag. Want dan ben je voor de Nederlandse wet meerderjarig dus voor de vorm volwassen.

We moeten nu eenmaal een systeem hebben waarbinnen we kunnen duiden. Op 18 jarige leeftijd ben je oud en wijs genoeg om verantwoordelijkheid te nemen voor jezelf. Dat is zo ongeveer het adagio. En de waarheid is dat sommige 14 jarigen qua gedrag volwassen lijken terwijl 42 jarigen nog steeds alles buiten zichzelf leggen. Om maar iets te noemen.

Dus volwassenheid is niet uit te drukken in leeftijd. Het is veelal een ontwikkelingsproces. Wanneer ben je volledig ontwikkeld? Een menselijk brein kan een leven lang leren. En de ontwikkeling gaat ook een levenslang door. Het is in ieder geval niet zo dat je volwassen bent als je het gedrag van de generatie boven je hebt overgenomen. Maar wat is het dan wel?

 

De reis van de held

Joseph Campbell schreef ooit ‘A Hero’s Journey’. Een mythologisch verhaal (met veel invloeden van de archetypen van Jung) over de rijping van de mens waarin zij/hij evolueert van onbewust ‘slapend’ kind naar een bewuste ‘wakkere’ volwassene. Wiens leven in het teken staat van iets groters dan hem/haarzelf.

Dit werk van Campbell heeft o.a. model gestaan voor de film Star Wars maar ligt ook aan de basis van veel persoonlijke ontwikkelingsmodellen; zijn mythologische verhalen stellen de 12 stappen van groei en vooruitgang voor. En hebben, bijzonder genoeg, veel overeenkomsten met de Chakra’s die zeven basisniveaus van het menselijk bestaan ​​suggereren.

Op reis

De komende paar weken neem ik jullie mee op de 12 stappen die Campbell beschrijft. Zij vormen het framework van waaruit ik reflecteer op het proces van volwassenheid. Met de held als metafoor. De reis begint met het verlangen op avontuur te gaan, de uitdagingen die de held daarin tegenkomt. Aanvankelijk houdt angst de held tegen om in beweging te komen. Echter, uiteindelijk gaat hij/zij door deze angst heen en, neemt de hobbels die te nemen zijn, en committeert zich aan de reis.

Gaandeweg wordt de held op de proef gesteld, ontmoet hij/zij mensen die hem willen verslaan en ontmoet bondgenoten. Langs dit pad doorstaat een held  de beproeving – confrontaties of moeilijkheden die laat zien hoe moedig hij/zij echt is. De beproeving dwingt hen om hun ergste angsten onder ogen te zien. En wanneer ze dit overleven, is de gewone persoon een held en wordt hij beloond, meestal met kennis of inzicht. En het leven dat vervuld voelt.

De beloning is echter niet het einde van het verhaal. De held keert terug naar de gewone wereld waar de reis begon, getransformeerd door hun ervaring. Tenslotte deelt de herboren held wat ze op de reis hebben geleerd met anderen

Stap 1: De confronterende uitdaging

De held is in vele films iemand die vanuit onbewustheid, ongemakkelijkheid en redelijke naïviteit  sympathie oproept bij zijn omgeving. Op het moment dat in de omgeving namelijk de spanning oploopt of er een crisis dreigt, ontpopt de held zich – soms vanuit het niets – tot een daadkrachtig iemand. Iemand die gaat voor het goede.

De eerste uitdaging voor de volwassene: kom ik in actie of blijf ik op de plek waar ik ben en beweeg ik niet?

Waar we het met elkaar wel over eens kunnen zijn, is dat een volwassene iemand is die verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar acties en emoties. Om daar te komen, is bewustzijn nodig. Met bewustzijn komen keuzes en vanuit keuzes is de volwassene in staat om eigenaarschap te nemen hiervoor. En hierin ligt echter meteen de eerste uitdaging als volwassene: in hoeverre leef jij je illusies? Geloof jij bepaalde dingen over jezelf en je leven die jij voor waarheid houdt maar in werkelijkheid onderdeel zijn van je verdedigingslinie en je vasthoudt in ontkenning?

Bijvoorbeeld:

Thomas heeft een goede baan. Hij wordt gewaardeerd door zijn collegae en is goed in wat hij doet. Er is echter éen obstakel op de weg: hij vindt zijn baan saai en geestdodend. Thomas krijgt geen energie van zijn werk en sleurt zich elke dag weer door de dag heen. Toch vertelt Thomas zichzelf dat hij dankbaar mag zijn met wat hij ervoor terugkrijgt; een goed salaris, waardering en aanzien.

Thomas staat voor een uitdaging: wordt hij zijn eigen held of blijft hij op zijn plek en verroert zich niet? Thomas is nog niet zover dat hij zichzelf in de spiegel kijkt en zich realiseert waar hij in vredesnaam mee bezig is. Hij rationaliseert zijn gevoel erover weg en vindt van zichzelf dat ie niet zo moeilijk moet doen. Ik hoor je nu denken; ‘maar dat is toch hartstikke volwassen? Hij is zelfvoorzienend en gaat elke dag naar zijn werk?!” Dat klopt.

Echter, om een succesvolle volwassene te zijn, is het wenselijk om de kracht te vinden je negatieve emoties te zien. Deze onder ogen te komen en te erkennen. Wakker worden, goed je ogen uitwrijven en dan je bed uitstappen; de bereidheid hebben om toe te geven dat je anders wilt. Dat is de eerste stap, bovendien een krachtige. Trek je cape maar aan…



Stap 2: Het afwijzen van de uitdaging

Elke held heeft een moment waarop hij zich wil terugtrekken tijdens de roep naar het avontuur. De angst voor het onbekende zorgt ervoor dat hij of zij een stap achteruit doet en terug wil naar het oude vertrouwde. Slecht een kort moment.

Als je je  bewust bent van een gewenste verandering bijvoorbeeld omdat het de kwaliteit van je leven doet vergroten of  zorgen zouden wegnemen, maar je kunt jezelf niet motiveren om het te doen, is er meestal sprake van angst of van onduidelijkheid. Volwassen zijn betekent verantwoordelijkheid nemen en angst kan je weghouden van deze verantwoordelijkheid. Met andere woorden, als je weet dat een bepaalde actie of toewijding een positieve verandering in je leven zal veroorzaken, en die verandering is logischerwijs sterker dan de hoeveelheid pijn die ermee gepaard gaat, dan moet je vragen: waarom niet doe het? Nou, de waarheid is dat als je duidelijk genoeg bent over wat de uitdaging je gaat brengen, en denkt dat je het daadwerkelijk kunt bereiken, zal angst het enige zijn wat je niet in beweging zet.

Er zijn eigenlijk 3 levensgebieden waarin volwassenheid werkelijk tot uitdrukking komt;

1) Werk. Kun je jezelf (en anderen waar je verantwoordelijk voor bent) onderhouden?

2) Gezondheid. Neem je verantwoordelijkheid voor jouw lichamelijke en geestelijke welzijn? Zorg je goed voor jezelf?

3) Relaties. Ben je in staat een intieme relatie aan te gaan? Houd je van jezelf? Neem je verantwoordelijkheid voor jouw emoties? Ben je in staat verantwoordelijkheid te nemen voor hen die afhankelijk zijn van jou (je kinderen bijvoorbeeld)?

Bij het handhaven van duidelijkheid en het omgaan met angst als deze zich voordoet, is bewustzijn nodig.  En geloof me: als je probeert een fundamenteel aspect van je leven te veranderen, een aspect dat je naar een ander niveau van je leven zou brengen, is angst meestal de bewaker bij de poort. Je hebt het nodig om bij jezelf naar binnen te kijken en je hier van bewust te zijn. Er zijn veel krachtige manieren om met angst om te gaan, maar hier is een eenvoudige:

1) Visualiseer een glazen buis gevuld met water:

2) Stel je voor dat je glitters ziet schijnen in het water:

3) Blijf rustig en met aandacht kijken naar het water, net zo lang tot de glitters naar de bodem zijn gezakt.

Als je dit doet, bereik je een staat van helderheid  waarin je angst kan worden gezien voor wat het is: een mentale storm die kan worden waargenomen, zonder dat je deze poogt te controleren.  Wayne Dyer verwoordde het mooi; ‘een slangenbeet op zich is niet gevaarlijk. Het is het gif dat een tijd later door je bloed stroomt, wat ons bang maakt voor een slangenbeet’. En zo is het ook met angst. Angst op zich is niet gevaarlijk. Het zijn de gedachten die we koppelen aan deze angst, die ons op de plek houden. We creëren ons eigen gif en leggen onszelf lam.

Als je je emoties opmerkt en erkent zonder er door te worden gedomineerd, ben je op weg om deze te reguleren. Je bent mét je emoties in plaats van dat je je emoties bent. En emotionele controle, het vermogen om het juiste gedrag te kiezen, ongeacht de tijdelijke “gevoelens”, is een belangrijke wegwijzer naar rijping. Een kind doet wat leuk is. Een volwassene doet wat nodig is. Als je het verschil niet begrijpt, zul je je hele leven in een onrijpe staat leven, gecontroleerd door mensen die de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van volwassenheid hebben aanvaard.

De keuze is aan jou. Hieronder staan een aantal vragen die je jezelf kunt stellen in relatie angst:

1) Wat zijn 3 voordelen van in actie komen in dit stadium in je leven?

2) Op welke manier heeft dit mogelijk impact op je energieniveau en je gezondheid?

3) Kun je iets noemen wat jouw relaties met anderen krachtiger en liefdevoller zou maken?

4) Kun je je voorstellen dat dit invloed heeft op je werkleven en je financiële situaties? Fantaseer daar eens over…

5) Waar heb je angst voor als het gaat om commitment of in beweging komen?

6) Is deze angst reëel? Zo ja, hoe weet je dat zo zeker?

7) Op welke momenten in het verleden had je soortgelijke angsten? Welke conclusies heb je daaruit getrokken?

Stap 3: Het accepteren van de uitdaging

In dit stadium komt de held een bereisde, ervaren passant tegen die hem of haar training, uitrusting of advies geeft dat op de reis zal helpen. De held reikt naar binnen en boort een bron van moed en wijsheid aan.

In dit stadium van volwassenenheid zijn we ons bewust van de noodzaak om ons te ontwikkelen. We vatten de moed om onze angsten en tegenstrijdige emoties onder ogen te komen en beginnen aan de reis. Deze stap is van cruciaal belang om de volwassen man of vrouwen te worden die daadwerkelijk dromen kan afstemmen met de realiteit. Acceptatie van verantwoordelijkheid is de scheidslijn tussen jeugd en volwassenheid. We erkennen onze omstandigheden en onze opvoeding, maar laten ons er niet langer door beperken. We zijn voldoende introspectief om onze geconditioneerde zelf te onderzoeken en te beslissen wat we daarmee willen. Gebruiken we ze als levenslessen of laten we ons er door dicteren? Kiezen we voor ons eigen pad of voor het pad dat ons is toebedeeld tijdens ons opgroeien? Zijn we in staat om verwachtingen te weerstaan?

Voor alle helderheid; wij zijn niet onze acties. Wij zijn niet onze geschiedenis. Noch zijn we onze gevoelens, of die kleine, kritische stemmen in ons hoofd. Maar dit alles beïnvloedt ons wel op ons pad naar een volwassen leven en vragen heldendom als we vervulling in dit leven willen vinden.Kinderen geven anderen voornamelijk de schuld van wat ze voelen en doen. Volwassenen nemen een andere route. “Je laat me zus of zo voelen” is een veelgehoorde opmerking, of zus of zo nu positief of negatief is. Hoewel we in intieme vriendschappen of zelfs meer informele relaties enige verantwoordelijkheid nemen voor de invloed van onze acties op anderen, weten we ook dat deze woorden soms manipulaties zijn; pogingen om schuldgevoelens of schaamte op te wekken. Wees eigenaar van hetgeen je voelt. Het is van jou en van niemand anders. Niemand kan jouw gevoel op zich nemen, kan jou redden van wat jij voelt. Anderen kunnen hooguit met empathie reageren en je steunen in wat jij voelt. Als kind wachten we op anderen om ons troost of steun en te geven. Als volwassenen moeten we ons realiseren er geen redders bestaan. We zijn de held van ons eigen volwassen leven.

Jouw heldenreis begint op het moment dat je je realiseert dat jouw potentieel alle ruimte krijgt op het moment dat je verantwoordelijkheid neemt voor wat je voelt.

Thomas gaat nog steeds met tegenzin naar zijn werk. Op een dag ontmoet hij iemand via een vriend. Deze man vertelt, volkomen uit het niets, dat hij zijn leven bij de bank ingeruild heeft voor iets wat hij voelde te moeten doen; zijn gave als helderziende verder te ontwikkelen. Nadat Thomas alle oordelen in zijn hoofd heeft aangehoord, hangt hij uiteindelijk – aangestoken door het enthousiasme waarop de man vertelt – aan zijn lippen. Hij voelt zich vooral aangeraakt in de manier waarop deze man hem meeneemt in zijn proces; de onzekerheid, de moed, de tegenwerking van zijn omgeving. Thomas verwondert zich over de kwetsbaarheid die er mag zijn. Dat alles vertelt hij met zoveel krachtige energie, dat Thomas die avond naar huis gaat en zichzelf de vraag stelt: Wat als…?

Volgende week:

  • stap 4: de weg van vallen en opstaan
  • stap 5: de kracht van bondgenoten
  • stap 6: de confrontatie met het kwaad en weg van mislukking

 

Hoe staat het met jouw autonomie?

Hoe staat het met jouw autonomie?

Op mijn 10de overleed mijn moeder. Vanaf dat moment moest ik het grotendeels zelf uitzoeken. Voor de duidelijkheid; ik had een liefdevolle vader en twee oudere broers. Mijn vader was echter getrouwd met zijn werk en mijn broers leefden hun leven als pubers. Zo goed als we in staat waren, poogden we nog een gezin te zijn. De sleutel ontbrak alleen.

Eigenlijk vond ik het vooral heel stoer om alles zelf te doen: zelf naar het ziekenhuis. Zelf boodschappen doen. Zelfs alles ten aanzien van school regelen. En alles waar het woord ‘zelf’ in zat, zat mij als gegoten. Je zou kunnen zeggen dat ik vroeg onafhankelijk was. Vroeg zelfstandig, vroeg wijs (soort van) en ja, ook vroeg opstandig. Ik was tenslotte onafhankelijk en had mijn eigen lot in handen. Dacht ik. O boy, wat had ik nog veel te leren!

Het duurde nog vele, vele jaren voordat ik me bewust was dat mijn onafhankelijkheid een keerzijde had. Met name in relaties. Ik was nu eenmaal op mijn best in mijn uppie. Voel je m? Ik vond het lastig om mijn zielenroerselen te delen. Was gewend om alles in mijn eentje te doorvoelen. Ik vond het ook lastig om, als ik iets wilde, dit te overleggen. Had al iets gepland voordat ik dacht; ‘o ja, wat vind mijn partner daar eigenlijk van?’ Niet bewust en zeker niet kwaadwillend. Het kwam simpelweg niet in mij op. Inmiddels veel geleerd en met een partner die van hetzelfde laken, een pak is. We zijn mild naar elkaar en daarin herinneren we elkaar.

Autonomie is dus wat anders dan onafhankelijk zijn. Terwijl ik geloofde dat ik niemand nodig had, tekende ik voor mijn eigen alleenheid. Ik verwarde het met de angst voor afhankelijkheid. In mijn boek RAAK in je relatie omschrijf ik het als volgt:

De boodschap over onafhankelijkheid zoals ik deze had opgepikt in mijn jonge jaren, was best eenzaam. Denken dat je alles zelf moet kunnen, is een leven van alleen voelen. En ook geloven dat je het in dit leven alleen moet doen. Het is vorm waarachter angst schuilt. Angst voor afhankelijkheid. Uiteindelijk hebben we elkaar nodig. Echt onafhankelijke mensen zijn zowel in staat om hun eigen benen te staan, hun eigen bonen te doppen én zich te verbinden met anderen.

Het verschil tussen onafhankelijkheid en autonomie

Je zou kunnen zeggen dat mijn onafhankelijkheid doorgeslagen autonomie was. Of andersom. Maar daarin zit het verschil: onafhankelijkheid is een vaardigheid die er voor zorgt dat we zelfstandig – alleen met onszelf – kunnen functioneren. Het is echter de onderlinge afhankelijkheid die ons borgt. Die ons gevoel koester en voedt dat we onderdeel zijn van het grotere geheel. Autonomie is een paradox: we moeten op eigen benen kunnen staan om ons emotioneel te verbinden.

De meeste mensen willen zowel intimiteit als onafhankelijkheid. Intimiteit en autonomie in al hun vormen: je ontwikkeling wordt gevormd door de mate waarin je in staat bent de dans te dansen tussen nabijheid en onafhankelijkheid. Tussen eigen en samen. Deze dans wordt weerspiegelt in hoe je de relaties met anderen ervaart. En hoe je de relaties met anderen ervaart, heeft invloed op hoe jij je verhoudt tot jezelf.

De dans om autonomie

Om bovenstaand concreet te maken, vond ik een schema wat goed uitdrukt hoe de dans tussen intimiteit c.q. je verbonden voelen en onafhankelijkheid, eruit ziet:

Hoog op Intimiteit en Hoog op Onafhankelijkheid Autonoom
Hoog op Intimiteit en Laag op Onafhankelijkheid Symbiotisch  
Laag op Intimiteit en Hoog op Onafhankelijkheid Geïsoleerd  
Laag op Intimiteit en Laag op Onafhankelijkheid Verloren/Gedissocieerd

Als je autonoom bent, zijn intimiteit en onafhankelijkheid geïntegreerd. Je voelt je zowel comfortabel in de nabijheid van de ander en tegelijkertijd ben je trouw aan jezelf. Je kunt er zijn voor de ander en terwijl je tegelijkertijd je eigen grenzen voelt en respecteert. Je bent samen en toch authentiek. De ik en de jij gaan gelijk op. Het wij-gevoel is sterk.

Onafhankelijkheid en intimiteit zijn de 2 kanten van de medaille die autonomie heet.

In de symbiotische relatie geef je de ik op om ruimte te maken voor de wij. Hierin verlies je alle contact met jezelf en met je eigen behoeftes. Het tegenovergestelde gebeurt in geïsoleerdheid; je hebt een sterk gevoel over je eigen behoeftes ten koste van de relatie met de ander. Je bent de enige kapitein op je eigen schip en geeft het stuur niet uit handen. In de verloren/ gedissocieerde staat van zijn ben je een drijvend schip zonder koers. Je dobbert. Het gevoel van ik is minimaal en hetzelfde geldt voor het gevoel van jij of wij.

Waarom is autonomie nu zo belangrijk?

We zijn biologisch ingesteld op verbinding. Of zoals Sue Johnson het zo mooi verwoord; ‘we are wired for connection’. Dat wil zeggen dat ons hele zijn afgestemd is op verbinding. Als we geen fysiek contact hebben, krijgen we huidhonger. Als we geen emotioneel contact voelen, worden we depressief. Zonder verbinding verliezen we het contact met onszelf, met de wereld. En uiteindelijk verliezen we het contact met het leven. Zeker in deze huidige tijd, ligt het gebrek aan verbinding op de loer. Ik moet daarbij denken aan een uitspraak van de Dalai Lama. Hij zegt over onze huidige, westerse samenleving: ‘ze leven alsof ze nooit doodgaan en als ze doodgaan, hebben ze niet geleefd’. Ze zijn wij. We zijn zó druk en haastig, leven achter en via schermen en worden opgeslokt door hectiek, dat er nauwelijks tijd overblijft voor echte aanwezigheid bij onszelf en de ander. De keerzijde van ons individualistische tijdperk.

Wat kun je doen om jouw autonomie te vergroten?

Hoewel er in de afgelopen 30 jaar voor mij veel veranderd is tussen onafhankelijk zijn en me autonoom voelen, ging dat proces niet zonder horten op stoten. Het belangrijkste was en is nog steeds, dat ik en wij veel geïnvesteerd hebben in het stuk verbonden voelen. Dit geldt overigens niet alleen in de intieme relatie maar op eigenlijk alle gebieden; familie, werk, opvoeding en vriendschappen. En eerlijk is eerlijk: het is en blijft aandacht vragen. Om je voor te stellen hoe het is, vraag ik je in de huid van de adolescent te kruipen: het uittesten van grenzen, de behoefte hebben om een eigen mening te verkondigen, risico durven nemen maar ook nodig hebben. Het zijn allemaal elementen die wenselijk zijn om jouw autonomie te vergroten.

Verbondenheid heeft grenzen nodig

Grenzen bewaken

Bovenstaande quote is mogelijk wel het belangrijkste ingrediënt ten aanzien van jouw autonomie. Zonder grenzen zijn we een bodemloze put. En je weet wat er gebeurt met een bodemloze put? Daar wordt troep in gegooid. Echter in de relationele werkelijkheid pakt dit destructief uit. We zullen ons beschermen tegen deze troep en uiteindelijk worden we boos en sluiten we ons af.

Grenzen zorgen ervoor dat we trouw blijven aan onszelf. Dat we in contact zijn met wat we nodig hebben en daar helder ver communiceren. En als in relaties onze grenzen worden geaccepteerd, ontstaat veiligheid en vertrouwen. Een goede voedingsbodem voor verbinding. Realiseer je dat als je ‘nee’ kunt zeggen, jouw ‘ja’ echt van jou is.

Daag je overtuigingen en aannames uit

Je gedachten zijn zowel je kracht als dat ze je vijand kunnen zijn. Als je onnauwkeurige conclusies over jezelf trekt – op basis van iets dat je ooit over jezelf bent gaan geloven – kun je daarmee je eigen barriëres opwerpen. Het kan zijn dat je gelooft dat als je je uitspreekt, je jezelf ongeliefd maakt. Of misschien denk je wel dat als je een keer ‘nee’ zegt, mensen je onaardig vinden. Kortom:  als je iets over jezelf gelooft, hoeft het nog niet waar te zijn. Onze overtuigingen kunnen ons tegenhouden een autonoom, vrij leven te leiden.  In sessies met clienten besteed ik aanzienlijk veel tijd aan het onder de aandacht brengen van overtuigingen die weinig functioneel meer zijn. Ben je niet goed genoeg? Hoe weet je dat? Als je vaker voor jezelf kiest, is dat dan egoïstisch? Hoezo? Het bijzondere ervan is dat als ik de client het perspectief van een ander in laat nemen, ze aanzienlijk milder zijn. Dus als vriendin, dochter, vader of collega gunnen we onszelf minder strenge overtuigingen. Dat geeft toch stof tot nadenken, nietwaar?!

Maak keuzes die van jou zijn

Als je bovenstaand tot je hebt laten inwerken, zul je je kunnen voorstellen dat als je overtuigingen wijzigen, het ook makkelijker is om keuzes te maken die daarbij passen. Zonder je schuldig te hoeven voelen, kun je verantwoordelijkheid nemen voor deze keuzes. En hoe steviger de keuzes gegrondvest zijn, des te makkelijker er eigenaar van te blijven. Ook als de keuzes uiteindelijk niet datgene brengen wat je ervan gehoopt had. In een autonoom leven is namelijk teleurstelling iets wat je nog zelden zult ervaren: daarentegen is elke keuze een ervaring en elke uitkomst iets welke je kunt bijschrijven in je ervaringsleer. Lees meer

Kom voor jezelf op

Om tegemoet te komen aan je eigen behoeftes, is het belangrijk dat je in staat bent voor jezelf te staan. Dit haakt aan op ‘nee’ kunnen zeggen maar behelst nog meer: voor jezelf opkomen betekent dat je ook soort van risico durft te nemen in relatie met een ander. Het betekent dat je jezelf laat zien, laat horen, dat je initiatief neemt en dat je het vertrouwen hebt dat als je ruimte inneemt, je deze ruimte waard bent. Voor jezelf opkomen is persoonlijke ruimte innemen. Dat is eigenlijk de tendens van de hedendaagse tijd. Vroeger, laten we zeggen, vijftig jaar geleden was persoonlijke ruimte innemen, niet eens in het bewustzijn van mensen. Het grotere geheel was anders gerangschikt. In 2020 mogen we voor onszelf opkomen. Mogen we onze autonomie leven. Mogen we vertrouwen op onze eigenheid. Mogen we autonoom zijn. In verbinding.

Interafhankelijk

Interafhankelijk

Wat als je als kind elke morgen wakker wordt en je alertheidsysteem meteen op 100 procent ‘aan’ staat? Je daarmee scant hoe de stemming van één van beide ouders zal zijn als je dag begint? En je denkt dat het aan jou ligt als diezelfde ouder drie dagen zwijgt omdat hij/zij boos is op de andere ouder? Dan leer je al heel jong dat de wereld onveilig is en de beste manier is om daarin te overleven, je volledig aan te passen – jezelf als het ware onzichtbaar te maken – zodat je op deze manier je eigen veiligheid waarborgt.

Dit is een illustratie van hoe een volwassene in een volwassen relatie nog steeds dealt met het mechanisme dat hem of haar als kind overeind hield. Maar ditzelfde mechanisme kan in het volwassen leven ervoor zorgen dat het lastig is om verbinding aan te gaan. Als het mechanisme in je kinderlijke ontwikkeling is geweest dat je je óf aanpaste – of de andere kant van diezelfde medaille – in uiterste onafhankelijkheid geloofde dat je het allemaal wel alleen kon, ontwikkel je weinig of geen autonomie; het vertrouwen dat je je mag onderscheiden van de ander door een eigen mening te hebben, door je eigen grenzen te bewaken en door stevig op je eigen benen te leren staan. Vanuit deze stevigheid kun je in vertrouwen uitreiken naar de ander.

Je verbinden op een manier waarin jij jij bent, de ander de ander en jullie samen wij zijn. In afhankelijkheid verlies je jezelf, in onafhankelijkheid blijf je afgescheiden. Om te kunnen verbinden heb je een helder besef nodig van wie jij bent en waar je voor staat in dit leven terwijl je tegelijkertijd voelt dat je de ander nodig hebt. Op dezelfde manier als de ander jou nodig heeft. 

En voor wat betreft de volwassene die het kind was dat zich aanpaste; zij leerde in haar volwassen relaties – door veel schade en schande wijzer geworden – de paradox kennen dat het nodig was om op eigen benen te staan ( in chique termen noemen we dit differentiëren ) en tegelijkertijd dat elkaar nodig hebben geen teken van zwakte is maar juist de kracht van verbinding uitdrukt.

Schipperen

Schipperen

Schipperen. Een woord dat in de volksmond gebruikt wordt om te illustreren dat het in het leven gaat om geven en nemen. Binnen mijn werk wordt het woord echter veelvuldig in de mond genomen om een ander mechanisme te illustreren; afstemmen op iedereen behalve op zichzelf. En ik snap de keuze voor dit woord. Want schipperen voelt als stuurloos, als een boot die dobbert en afhankelijk is van de stand van de wind welke richting het op koerst. En zo is dat ook voor mijn ‘schipperende’ cliënten. Zij schipperen zich door het leven. Stemmen af op anderen in termen van; ‘ als ik dit doe dan zijn die en die en die en die ontevreden’ ‘maar als ik dat doe, dan worden zij boos’. ‘Ik kies dan voor zus want dan houd ik hen te vriend’ en ‘zo geeft teveel problemen’. De hele dag zijn ze druk in het hoofd om in te calculeren welke keuzes, welke gevolgen hebben.
En als ze dan eindelijk in mijn spreekkamer zitten, zijn ze zo moe, leeg en voelen ze zich zo alleen van al dat schipperen, dat ze vastlopen. Het schip heeft zich langzaam ingegraven en kan geen kant meer op, behalve kapseizen.

Voor alle helderheid; we hebben het hier óók over hoogopgeleide, in werkleven succesvolle mensen. Niets menselijks is ieder mens vreemd.

Van de buitenkant lees je het dus niet af. Eenmaal in de kamer vallen de maskers af en zie ik de kwetsbare, mooie en ploeterende mens die ze óók zijn. Een kort uitstapje naar het genogram leert snel dat ze het schipperen niet zelden hebben afgekeken van één van beide ouders. Een ouder die doorploetert, als ware dit wat het leven.
Schipperen in de ogen van hen die vastlopen en hulp vragen, is een mechanisme waar ze vanaf willen. De vraag die past bij het ontdoen van schipperen; ‘help mij stevig in mij mijzelf te staan’ of ‘help mij mezelf waard te zijn’. Hierbij citeer ik. 

Als we in ons eigen centrum blijven, behouden we meer balans

Hoe de hulpvraag ook klinkt, in alle gevallen gaat het erom dat je begint bij de vraag in sociale situaties: ‘wat wil ik?’ of ‘wat is goed voor mij?’. En daarbij gaat ervaren dat het oké is dat je niet iedereen tevreden kunt houden. Dat dat jouw taak niet is. En nee, dat is niet egoïstisch. Als we namelijk in ons eigen centrum blijven, behouden we meer balans. Vanuit deze balans houden we energie over die we te besteden hebben aan anderen. En geven vanuit overvloed zorgt voor een betere doorbloeding. Alles gaat stromen . Iedereen blij en tevreden.