Wat we voorleven, wordt nageleefd.
Vandaag zit ik ergens een heerlijke, zelfgemaakte ijsthee te drinken. Alsof dat er toe doet. Al genietend verslik ik me bijna, als uit het niets een jonge moeder tekeer gaat tegen haar zoontje. Pardoes laat hij zijn drinken uit z’n handen vallen. En met hem, vallen de aanwezigen om hen heen soort van stil. De meesten hebben een geschrokken blik. Net als ikzelf. De moeder lijkt ons niet op te merken en zet haar tirade voort. Ik lever op dat moment een klein, innerlijk dialoog met mezelf. Moet ik iets doen? Zeggen? Naar het jongetje toegaan? Ik voorspel dat de moeder haar woede dan op mij botviert. En verander daarmee iets voor de jongen? In boosheid ontvangt ze zo ie zo niet; oren zijn dicht. Het kind loopt weg van zijn moeder. Zo jong als ie is, weet hij kennelijk al hoe hij zich in veiligheid moet stellen. Terugtrekken. Oké, ik vul het in. Wellicht is het een éénmalig incident. Echter, wat we doen, doen we vaker dus ik vrees het ergste. Voel me machteloos. Ik zou de hele kinderwereld willen redden van agressie, geweld, misbruik, pesten, genegeerd worden enzovoort. Ik hoor een stem in mij die zegt; ‘iedereen heeft recht op zijn eigen spirituele lessen’. Ja lekker dan. Kunnen we die van jonge, kwetsbare, afhankelijke kinderen dan even overslaan?! Dat spirituele pad kan ook nog als ze ouder zijn. Steviger in zichzelf. Bewuster. Ik denk aan mijn eigen kinderen. Die hebben in ieder geval de liefde, zorg en beschikbaarheid van twee imperfecte ouders die van hen houden. Hun jonge levenspad heeft echter vol pittige, diepe en minder diepe kuilen gezeten. Ik had ze daar graag voor willen beschermen. Tegelijkertijd denk ik aan hoe ze nu zijn. Jong volwassen en met een bewustzijn en houding waar ik met een mengeling van verwondering en bewondering naar kijk. Mijn zoon zei vorige week in de auto; ‘mam, ik hoop dat ik ergens in de tijd in staat ben om te vergeven’. Refererend naar iets wat voor hem en zijn zus veel impact heeft gehad. Hij vervolgt; ‘ik ben daar nog niet. Voel nog boosheid als ik er aan denk. Maar het lijkt me dat ik mezelf daar zo mee help als ik kan vergeven’. Ik luister in stilte en voel een innerlijk vlammetje branden. Het komt goed. Het is goed.
In retrospect had ik de moeder kunnen vragen of ik iets voor haar kon betekenen. Ik had het jongetje een aai over zijn bol kunnen geven. Ik deed niets. Onzeker over de situatie, onzeker over mijn eigen stevigheid op dat moment en ook over mijn eigen veiligheid. De ‘had ik maar…’ is weinig zinvol. Toch had ik voor deze mevrouw, het jongetje en mezelf gewenst dat ik een reikende hand had kunnen uitsteken. Dat ik de vrouw het gevoel had kunnen geven dat ze niet alleen is. En het jongetje het gevoel kunnen geven dat hij ertoe doet. Maar ja, dat is achteraf.
Wat betreft het jongetje. Ik hoop voor het jongetje dat de tijd hem wijze lessen brengt. Dat ie genoeg mensen om zich heen heeft, die hem doen realiseren dat hij niet zijn onhandige gedag is. Die hem laten voelen dat er onvoorwaardelijk van hem wordt gehouden. Dat ie, ergens in zijn stille afzondering – waar het veilig is voor hem – het besef heeft dat de boosheid van zijn moeder niet van hem is maar van haar. En dat hij waardevol is. Ook al geeft zijn moeder hem (bij momenten) een andere gevoel.
En wat betreft de moeder zelf? Ik weet niet wat ze die dag allemaal heeft meegemaakt waardoor ze zich moest uitleven op haar zoontje. Is haar relatie geëindigd? heeft ze de belastingdienst in haar nek? of gewoon een slechte dag? Ergens heb ik met haar te doen. Hoe moet ze naar zichzelf kijken als zichzelf zo zou zien? Schaamte? Minachting? Ik vul het allemaal in en zal de antwoorden niet kennen. Tegelijkertijd is ook zij is niet haar gedrag. Ik wens voor haar dat ze naar zichzelf kan kijken met mededogen en zich durft af te vragen welke onverdraagzame pijn verscholen ligt achter zoveel verbaal geweld.
Elk kind wordt compleet op deze wereld gezet. Als wij als ouders ons niet compleet voelen, zullen we onbewust en in vele gevallen niet bedoeld, een deel van de compleetheid opeisen van onze kinderen. Wij vullen ons dan met hun liefde en hun loyaliteit. Ten koste van hun waardigheid en heelheid. En zo zetten we patronen van generatie op generatie voort. Er is echter altijd herstel mogelijk. Elke dag kun je als moeder, als vader, kiezen om daarin andere keuzes te maken. Het vraagt zelfrespect, toewijding en moed om jezelf daarvan bewust te worden en daar verantwoordelijkheid te nemen. Stel jezelf die eerste vraag; wat wil ik mijn kind aan waardevols meegeven in dit leven? Vandaag is namelijke een goede dag om te starten met dat waardevolle voor te leven.
Recente reacties