Thomas komt twijfelend mijn kantoor binnen en kijkt naar de grond. Ik geef hem een stevige hand en als hij opkijkt, zie ik een man met een jongensachtig uiterlijk. Twee droevige, prachtig bruine ogen kijken mij aan en stamelen; ‘mevrouw Barbara, denkt u dat u mij kunt helpen? Ik zie het niet meer zitten’. Het begin van een reeks gesprekken die lastig, ontroerend en tegelijkertijd zo waardevol zouden blijken.

Laat jij je leven gebeuren?

Thomas is een jongeman van 33 jaar met een zwaar belast verleden. Zonder vader, en met moeder en 3 zussen groeit hij op in een achterstandsbuurt. Hij is de jongste van het stel. Ze hebben in materieel opzicht  niets, maar wel de aandacht en de liefde voor elkaar. Zijn vader is verslaafd en zo nu en dan in het  gezin aanwezig. In het dorp waar hij vandaan komt, staat de familie van zijn vader als ‘slecht en crimineel’ te boek.  Dit heeft volgens Thomas niet in de laatste plaats te maken met zijn donkere, oosterse afkomst.

Deze man, die eruit ziet als een jongen, ziet het leven niet meer zitten. Hij vindt dat het leven voor hem weinig positiefs in petto heeft, begint aan van alles en maakt niets af. Zelf geeft hij als verklaring hiervoor dat hij gebrek heeft aan discipline en dat alles snel verveelt. Ik luister aandachtig naar de manier waarop hij naar het leven kijkt, de keuzes die hij maakt – of liever gezegd die hij niet maakt – en voel compassie met hem en zijn leven; zijn worsteling, de loyaliteit naar zijn familie waardoor hij, zoals hij zelf zegt ‘doorgaat’ en de onmacht ten aanzien van alles en iedereen.

Terwijl ik luister ben ik me bewust van een stemmetje dat tegen me spreekt; ‘deze man is niets van dat alles. Zijn negatieve geloof over zichzelf is de schijnwerkelijkheid waarin hij leeft.     Hij heeft geleerd te geloven in wat anderen in hem zagen’. Aangezien ik de laatste jaren geleerd heb mijn interne stem niet meer te negeren en ik hierover vragen begin te stellen, barst hij in tranen uit. Ik ga naast hem zitten met een grote doos tissues op mijn schoot. Zo zitten we de laatste 10 minuten van onze eerste ontmoeting.

De dagen na onze eerste ontmoeting laat het gesprek met Thomas mij niet volledig met rust. Hoewel ik inmiddels met gemak de deur van mijn werkleven sluit, komt deze client met regelmaat in mijn gedachten. Steeds als ik zijn gelaat voor me zie, komt bij mij het gevoel naar boven dat dit een man is met groot spiritueel inzicht, waarbij ik mij realiseer dat zijn uiterlijk hier mogelijk ook aan bijdraagt. Ik besluit mijn gedachten hierover een keer met hem te delen.

Gevangen in een rol of overtuiging reikt onze blik niet verder dan de eigen bewering

De vele weken die volgen worden gekenmerkt door verwondering, nieuwe inzichten, terugval, verzet en zijn voor mij soms zwaar maar vooral ook leerzaam. Het tempo waarmee Thomas zichzelf toestaat bepaalde levenszaken onder ogen te zien, zichzelf vragen gaat stellen en durft te geloven dat wat hij over zichzelf gelooft mogelijk niet klopt, is traag en met pieken en dalen. Soms gaat hij met een bepaalde lichtheid het gesprek uit om de week daarop weer zwaar en neerslachtig een nieuw gesprek met mij aan te gaan. Het andere moment maakt hij keuzes voor zichzelf die hij een tijdje daarna weer herziet. Voor mij bevestigt het proces met Thomas dat iedereen zijn eigen tempo heeft, dat werkelijke verandering alleen kan plaatsvinden wanneer het van binnenuit komt.

Hoe belangrijk is het dat we onszelf toestaan onze overtuigingen onder ogen te komen en onszelf af te vragen ‘ klopt het nog wel wat ik geloof?’. Pas dan ontstaat er ruimte om andere overtuigingen te omarmen.

Het is prachtig om het proces bij Thomas te volgen. Hij ‘stoeit’ met wie hij is, welke waarden bij hem passen en waarnaar hij wil leven. Steeds vaker komt hij op gesprek met verhalen over diepzinnige gesprekken die hij gevoerd heeft met anderen. is dit de man die nog niet zo lang geleden zichzelf verstopte voor iedereen? Het helpt hem om te voelen wat bij hem past. Ook begint hij zich te interesseren in filosofie, levensbeschouwelijke zaken en thema’s die hem helpen bij zichzelf te komen. Langzaam zie ik lichtjes in zijn ogen komen.

Op een dag komt hij met het inzicht dat het leven langs hem heen is gegleden, dat anderen zijn leven van betekenis hebben voorzien. ‘En ik heb het laten gebeuren’ voegt hij eraan toe. De verontwaardiging in zijn stem is hoorbaar. Letterlijk zegt hij ‘ik heb het leven van anderen geleefd. Nu ga ik uitzoeken hoe ik mijn leven ga leiden’. Thomas is er inmiddels achter dat het mens wie hij in werkelijkheid is, iemand is die veel te bieden heeft. Zijn relatie heeft hij beëindigd aangezien dit geen keuze was uit liefde maar vooral omdat hij niet alleen wilde zijn. Hij ervaart nu ook dat de westerse samenleving niet de waarden in zich heeft waarnaar hij wil leven. Hij overweegt om naar het land af te reizen waar zijn roots liggen en te ontdekken of hij daar meer van zichzelf terugvindt. Ontevredenheid met zichzelf en het leven begint plaats te maken voor hoop en vertrouwen.

Ik ben mijn geluk

Zijn laatste woorden als ik vraag naar wat de gesprekken hem hebben gebracht, zijn ‘ik dacht dat materie mij gelukkig zouden maken maar ik bleef ontevreden. Door de gesprekken ben ik erachter gekomen dat het geluk in mijzelf zit en dat door mezelf te leren kennen, ik het geluk leer kennen’.

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]