Zelfvertrouwen opbouwen

Zelfvertrouwen opbouwen

Ken jij ook het gevoel dat je je in de steek gelaten voelt? Verraden? Teleurgesteld? of dat mensen op enigerlei manier jouw vertrouwen hebben beschaamd? Bijvoorbeeld door te liegen, een kwetsende opmerking te maken of een dubbele agenda te hebben. Ik wel. Talloze keren heb ik ervaren dat als het erop aankomt, ik niet voor de volle 100 procent op mensen in het algemeen kan vertrouwen. Dat klinkt misschien pessimistisch maar zo voel ik het niet. Het heeft ertoe geleid dat ik waardevolle lessen eigen heb gemaakt. En dat deze lessen mij elke dag opnieuw ondersteunen in het maken van keuzes die mijn zelfvertrouwen recht doen. En vanuit dit zelfvertrouwen heb ik de commitment naar mezelf om betrouwbaar te zijn. Én daarmee vertrouwen te geven.

De paradox van alle ervaringen met niet vertrouwen, is dat ik leerde mijn hart open te houden. Ook als het betekende dat hier onachtzaam mee omgegaan werd. Ik wilde kunnen rekenen op mezelf. Ooit schreef ik dit stuk hierover:

Toen ik de moed had gevonden alles van mezelf onder ogen te komen zonder ook maar iets te ontkennen, te vermijden of te vertekenen, kwam ik erachter dat er niets mis is met mij. Dat ik me had laten verblinden door oordelen en onwetendheid van buitenaf maar bovenal door mijn eigen angsten hierover. Doordat alle aandacht gericht was op wie en wat ik niet ben – maar even dacht te zijn – kwam mijn eigenliefde en daarmee de liefde voor anderen, in de knel. Op het moment dat ik alles in mij kon omarmen, werd ik weer liefde. De liefde die er altijd al was. En hoefde ik niets of niemand meer verantwoordelijk te laten zijn voor mijn geliefd voelen. Ik ben mijn liefde“.

De persoon die jouw vertrouwen nodig heeft, ben jijzelf. Niemand kan je zo consequent steunend zijn als jijzelf. Vriendelijk zijn voor jezelf verhoogt het zelfvertrouwen en vermindert je behoefte aan goedkeuring. Liefdevol zijn naar jezelf en zorgzaamheid voor jezelf verhoogt niet alleen het zelfvertrouwen, het verdiept ook je verbinding met anderen. Afgelopen week in een relatiesessie hoorde ik de vrouw tegen haar man zeggen; ‘ik wil niet verantwoordelijk zijn voor jouw zelfvertrouwen. Dat is een té zware last die op mijn schouders drukt. Draag daar zelf zorg voor‘.

Zelfvertrouwen betekent dat je voor je eigen behoeften en je eigen veiligheid kunt zorgen. Dat je daarin niet afhankelijk bent van anderen. Het betekent dat je erop vertrouwt dat je situaties met veerkracht benadert en tegelijkertijd vriendelijkheid oefent. Niet perfectie. Perfectie is de stem van angst en daarmee een vorm van controle. Dat komt je zelfvertrouwen niet ten goede.

Zelfvertrouwen betekent dat je weigert jezelf op te geven.

Andere elementen die gaan over zelfvertrouwen:

  • je bewust zijn van je gedachten en gevoelens en jezelf toestaan deze te uiten;
  • het volgen van jouw persoonlijke normen en waarden;
  • weten wanneer je eerst voor jezelf moet zorgen voordat je voor anderen zorgt;
  • ervaren dat je fouten kunt maken, dat dit geen mislukking is maar dat een mooi moment is om te leren;
  • nastreven wat je wilt zonder je door anderen te laten stoppen of te beperken.

Een 3-tal tips die je helpen zelfvertrouwen op te bouwen:

 1. Vermijd mensen die uw zelfvertrouwen ondermijnen. De mensen die je zelfvertrouwen ondermijnen, zijn mensen die gebruik van je maken en tegelijkertijd niet willen dat je succesvol bent. In de breedste zin van het woord. Het zijn de afgunstigen onder ons. Degenen die je dromen ondermijnen en van nee-zeggen de norm hebben gemaakt. Het heeft bij mij lang geduurd dat ik het kaf van het koren kon onderscheiden. Niet zo heel lang geleden hoorde ik een collega zeggen; ‘ik sprak een client van jou en ze sprak zó lovend over je’. Ze trok er een uitermate vies gezicht bij. En nee, dat beeldde ik me niet in. Het zag er ongeveer uit alsof ze op een citroen kauwde. Waarschijnlijk had ze het zelf niet in de gaten. Voor mij een signaal. Mijn vertrouwen krijgt op zo’n moment alertheid over zich. Alert vertrouwen noem ik dat. Door schande en schade opgedaan.

De enige controle die we hebben over de negatieve mensen in ons leven, is dat we ervoor kunnen kiezen ze binnen te laten of niet. Denk aan de personen om je heen. Ondersteunen ze jou? Wil je ze echt in je leven? Wat maakt dat je ze in je leven hebt? Dragen zij bij aan jouw goed – voor – jezelf – zorgen?

 2. Houd beloften aan jezelf. Het ontwikkelen van zelfvertrouwen houdt vooral ook in dat je je eigen beste vriend wordt en dat blijft. En dat omvat ook het nakomen van beloften aan jezelf. Jezelf bepaalde beloften doen, geeft houvast op de momenten dat je trouw wilt blijven aan jezelf. Zo heb ik mezelf ooit de belofte gedaan dat ik niet meer over mijn grenzen liet gaan. Dat heb ik geweten! Met knikkende knieën (dat dan weer wel) gaf ik recentelijk terug aan een zeer controlerend en manipulerend (overkomend) iemand; ‘ik laat me door jou niet vertellen wat ik wel en niet moet doen. Zeker niet als het om mijn eigen kind gaat’. ‘Ik ben een volwassene die goed in staat is om voor mezelf te denken. En als het om mijn kind gaat, geldt voor haar hetzelfde’. Ik kreeg daarna een zo mogelijk nog grotere tirade over mij heen. Het raakte me echter niet. Ik zat in mijn eigen begrenzende energie. Daarmee was ze alleen met haar tirade en richtten de pijlen zich op haarzelf.

Welke beloften aan jezelf kun jij maken om jouw zelfvertrouwen een boost te geven?

3. Spreek vriendelijk tegen jezelf. Wanneer jij streng bent voor jezelf, – jezelf bestraffend toespreekt – kun je je afvragen wiens stem ze daarin horen. Laatst vroeg ik het aan een client. Toen ze direct daarop antwoordde; ‘ ik herken hierin de stem van mijn vader. Het was nooit goed genoeg’ schrok ze van haar eigen antwoord. We kennen en ervaren allemaal weleens die stem. De interne criticus die ons van alles wijsmaakt. Wat we er echter mee doen, is een andere. Sommigen hebben zich ermee geïdentificeerd en worden erdoor geleefd. Wat funest is voor het zelfvertrouwen. Anderen horen de criticus en glimlachen erom. Hoe je ermee omgaat, geeft richting aan je zelfvertrouwen.

In mijn boek ‘RAAK in je relatie – meer verbinding in 52 weken’ schrijf ik:

‘Eigenwaarde geeft een fijne basis van waaruit jij jouw jou kunt besturen. Dit zorgt voor voldoende zelfvertrouwen waardoor je met vertrouwen het leven leeft. Tegenslagen zijn uitdagingen, pijn is een kans tot groei en een conflict is een manier om een frisse wind te laten waaien. Dit vertrouwen zorgt voor een gezonde ontwikkeling van autonomie. En van daaruit kun je jouw leven richting geven. Met jou aan het stuur’.

Interafhankelijk

Interafhankelijk

Wat als je als kind elke morgen wakker wordt en je alertheidsysteem meteen op 100 procent ‘aan’ staat? Je daarmee scant hoe de stemming van één van beide ouders zal zijn als je dag begint? En je denkt dat het aan jou ligt als diezelfde ouder drie dagen zwijgt omdat hij/zij boos is op de andere ouder? Dan leer je al heel jong dat de wereld onveilig is en de beste manier is om daarin te overleven, je volledig aan te passen – jezelf als het ware onzichtbaar te maken – zodat je op deze manier je eigen veiligheid waarborgt.

Dit is een illustratie van hoe een volwassene in een volwassen relatie nog steeds dealt met het mechanisme dat hem of haar als kind overeind hield. Maar ditzelfde mechanisme kan in het volwassen leven ervoor zorgen dat het lastig is om verbinding aan te gaan. Als het mechanisme in je kinderlijke ontwikkeling is geweest dat je je óf aanpaste – of de andere kant van diezelfde medaille – in uiterste onafhankelijkheid geloofde dat je het allemaal wel alleen kon, ontwikkel je weinig of geen autonomie; het vertrouwen dat je je mag onderscheiden van de ander door een eigen mening te hebben, door je eigen grenzen te bewaken en door stevig op je eigen benen te leren staan. Vanuit deze stevigheid kun je in vertrouwen uitreiken naar de ander.

Je verbinden op een manier waarin jij jij bent, de ander de ander en jullie samen wij zijn. In afhankelijkheid verlies je jezelf, in onafhankelijkheid blijf je afgescheiden. Om te kunnen verbinden heb je een helder besef nodig van wie jij bent en waar je voor staat in dit leven terwijl je tegelijkertijd voelt dat je de ander nodig hebt. Op dezelfde manier als de ander jou nodig heeft. 

En voor wat betreft de volwassene die het kind was dat zich aanpaste; zij leerde in haar volwassen relaties – door veel schade en schande wijzer geworden – de paradox kennen dat het nodig was om op eigen benen te staan ( in chique termen noemen we dit differentiëren ) en tegelijkertijd dat elkaar nodig hebben geen teken van zwakte is maar juist de kracht van verbinding uitdrukt.

Wat we voorleven, wordt nageleefd.

Wat we voorleven, wordt nageleefd.

Vandaag zit ik ergens een heerlijke, zelfgemaakte ijsthee te drinken. Alsof dat er toe doet. Al genietend verslik ik me bijna, als uit het niets een jonge moeder tekeer gaat tegen haar zoontje. Pardoes laat hij zijn drinken uit z’n handen vallen. En met hem, vallen de aanwezigen om hen heen soort van stil. De meesten hebben een geschrokken blik. Net als ikzelf. De moeder lijkt ons niet op te merken en zet haar tirade voort. Ik lever op dat moment een klein, innerlijk dialoog met mezelf. Moet ik iets doen? Zeggen? Naar het jongetje toegaan? Ik voorspel dat de moeder haar woede dan op mij botviert. En verander daarmee iets voor de jongen? In boosheid ontvangt ze zo ie zo niet; oren zijn dicht. Het kind loopt weg van zijn moeder. Zo jong als ie is, weet hij kennelijk al hoe hij zich in veiligheid moet stellen. Terugtrekken. Oké, ik vul het in. Wellicht is het een éénmalig incident. Echter, wat we doen, doen we vaker dus ik vrees het ergste. Voel me machteloos. Ik zou de hele kinderwereld willen redden van agressie, geweld, misbruik, pesten, genegeerd worden enzovoort. Ik hoor een stem in mij die zegt; ‘iedereen heeft recht op zijn eigen spirituele lessen’. Ja lekker dan. Kunnen we die van jonge, kwetsbare, afhankelijke kinderen dan even overslaan?! Dat spirituele pad kan ook nog als ze ouder zijn. Steviger in zichzelf. Bewuster. Ik denk aan mijn eigen kinderen. Die hebben in ieder geval de liefde, zorg en beschikbaarheid van twee imperfecte ouders die van hen houden. Hun jonge levenspad heeft echter vol pittige, diepe en minder diepe kuilen gezeten. Ik had ze daar graag voor willen beschermen. Tegelijkertijd denk ik aan hoe ze nu zijn. Jong volwassen en met een bewustzijn en houding waar ik met een mengeling van verwondering en bewondering naar kijk. Mijn zoon zei vorige week in de auto; ‘mam, ik hoop dat ik ergens in de tijd in staat ben om te vergeven’. Refererend naar iets wat voor hem en zijn zus veel impact heeft gehad. Hij vervolgt; ‘ik ben daar nog niet. Voel nog boosheid als ik er aan denk. Maar het lijkt me dat ik mezelf daar zo mee help als ik kan vergeven’. Ik luister in stilte en voel een innerlijk vlammetje branden. Het komt goed. Het is goed. 

In retrospect had ik de moeder kunnen vragen of ik iets voor haar kon betekenen. Ik had het jongetje een aai over zijn bol kunnen geven. Ik deed niets. Onzeker over de situatie, onzeker over mijn eigen stevigheid op dat moment en ook over mijn eigen veiligheid. De ‘had ik maar…’ is weinig zinvol. Toch had ik voor deze mevrouw, het jongetje en mezelf gewenst dat ik een reikende hand had kunnen uitsteken. Dat ik de vrouw het gevoel had kunnen geven dat ze niet alleen is. En het jongetje het gevoel kunnen geven dat hij ertoe doet. Maar ja, dat is achteraf.

Wat betreft het jongetje. Ik hoop voor het jongetje dat de tijd hem wijze lessen brengt. Dat ie genoeg mensen om zich heen heeft, die hem doen realiseren dat hij niet zijn onhandige gedag is. Die hem laten voelen dat er onvoorwaardelijk van hem wordt gehouden. Dat ie, ergens in zijn stille afzondering – waar het veilig is voor hem – het besef heeft dat de boosheid van zijn moeder niet van hem is maar van haar. En dat hij waardevol is. Ook al geeft zijn moeder hem (bij momenten) een andere gevoel.

En wat betreft de moeder zelf? Ik weet niet wat ze die dag allemaal heeft meegemaakt waardoor ze zich moest uitleven op haar zoontje. Is haar relatie geëindigd? heeft ze de belastingdienst in haar nek? of gewoon een slechte dag? Ergens heb ik met haar te doen. Hoe moet ze naar zichzelf kijken als zichzelf zo zou zien? Schaamte? Minachting? Ik vul het allemaal in en zal de antwoorden niet kennen. Tegelijkertijd is ook zij is niet haar gedrag. Ik wens voor haar dat ze naar zichzelf kan kijken met mededogen en zich durft af te vragen welke onverdraagzame pijn verscholen ligt achter zoveel verbaal geweld. 

Elk kind wordt compleet op deze wereld gezet. Als wij als ouders ons niet compleet voelen, zullen we onbewust en in vele gevallen niet bedoeld, een deel van de compleetheid opeisen van onze kinderen. Wij vullen ons dan met hun liefde en hun loyaliteit. Ten koste van hun waardigheid en heelheid. En zo zetten we patronen van generatie op generatie voort. Er is echter altijd herstel mogelijk. Elke dag kun je als moeder, als vader, kiezen om daarin andere keuzes te maken. Het vraagt zelfrespect, toewijding en moed om jezelf daarvan bewust te worden en daar verantwoordelijkheid te nemen. Stel jezelf die eerste vraag; wat wil ik mijn kind aan waardevols meegeven in dit leven? Vandaag is namelijke een goede dag om te starten met dat waardevolle voor te leven.

Overbeschermen is verwaarlozen

Overbeschermen is verwaarlozen

Dit artikel is geschreven door Muriel Koch, GZ Psycholoog en eigenaar van psychologiepraktijkkoch.nl

Opvoeden draait de laatste decennia vooral om het voorkomen van risico’s en het vergroten van veiligheid. Kinderen worden door hun ouders en de maatschappij steeds meer beschermd tegen een breed scala aan onprettige ervaringen, zoals onenigheden, controversiële meningen, pesten, oneerlijkheid, ruzies, tegenslagen en teleurstellingen. Dat ouders hun kind willen beschermen tegen alle onprettige dingen in het leven is heel begrijpelijk. Ouders hebben echter onvoldoende in de gaten dat zij hiermee hun primaire taak als opvoeder uit het oog verliezen: namelijk dat zij ervoor moeten zorgen dat hun kind opgroeit tot een zelfstandige en weerbare volwassene, die zich kan redden in de maatschappij én in het leven.

Als een kind geboren wordt is het kwetsbaar en volledig afhankelijk van de zorg van de ouders. De wereld is voor een kind onbegrijpelijk, onvoorspelbaar en overweldigend. Kinderen zijn gevoelig voor alles wat er om hen heen gebeurt, zoals drukte, geluid en licht, maar ook voor spanning en stress. Daarnaast worden kinderen de eerste jaren overspoeld door hun fysieke en emotionele behoeften en zijn zij niet in staat hun eigen impulsen, emoties of gedrag te controleren. Door middel van structuur, voorspelbaarheid en duidelijkheid maken ouders de binnen- en buitenwereld voor kinderen overzichtelijker en veiliger. Naarmate kinderen ouder worden is het de bedoeling dat zij dit zelf leren, en zo steeds minder afhankelijk worden van hun ouders.

Als ouders geef je je kinderen bewust en onbewust het voorbeeld. Zo leer je ze hoe je ruzie maakt, en hoe je het weer goedmaakt, maar ook hoe je doorzet als iets moeilijk is, hoe je moed vindt om iets spannends te doen, of motivatie om iets te doen waar je geen zin in hebt. De laatste decennia wordt er echter gesproken over de pampergeneraties of de pretparkgeneraties, met bijbehorende helikopter-ouders of bulldozer-ouders. Ouders proberen het leven van hun kinderen continu leuk, gezellig en comfortabel te maken door alles in de gaten te houden en alle mogelijke obstakels of vervelende ervaringen uit de weg te ruimen. Zij doet dit met de beste bedoelingen, in de hoop dat hun kinderen zich geliefd en veilig voelen en nooit pijn zullen ervaren. Zij veroorzaken echter dat als dat onvermijdelijke leed op een bepaald moment toch op het pad van hun kinderen komt, zij niet in staat zijn hier op een goede manier mee om te gaan. Het aantal tieners, twintigers en dertigers met depressies, angststoornissen, stress- en burn-outklachten neemt de laatste jaren gestaag toe.

De meeste mensen zijn het erover eens dat je als ouder niet op het werk van je 31-jarige zoon kan verschijnen om zijn conflict met zijn baas voor hem op te lossen. Maar wat de ouders van nu zich te weinig realiseren, is dat een kind niet van de een op de andere dag zelfstandig is. Daar gaat jarenlange training aan vooraf, waarbij je op elke leeftijd steeds iets meer mag en kan. Waarbij je soms succes hebt, en soms faalt, waarbij je leert wat je eigen kwaliteiten én gebreken zijn en hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Je kunt echter niet leren hoe je moet omgaan met tegenslag, als je het nooit meemaakt. Niemand kan jou uitleggen hoe je weerbaar wordt, je moet het zelf ontdekken. Sociale en emotionele weerbaarheid is net als het immuunsysteem; als het getest wordt, wordt het sterker. In een steriele omgeving wordt je allergisch voor alles.

Er zijn allerlei veilige manieren om te leren omgaan met moeilijke situaties. Zo is het bijvoorbeeld nuttig als je ouders regelmatig ‘nee’ zeggen, ook al zou iets eigenlijk best mogen. Gewoon, zodat je kunt oefenen hoe je kan omgaan met deze teleurstelling. Zodat je leert dat de wereld niet vergaat, dat het huilen vanzelf stopt en dat het een andere keer misschien wel mag. Van ruzies met een broer of zus leer je dat je van iemand kunt houden en diegene kunt haten tegelijkertijd, hoe je je grenzen aangeeft en die van een ander respecteert, en hoe je het goedmaakt. In vriendschappen en relaties leer je rekening houden met anderen, niet omdat het móet (omdat het je zus is), maar omdat je daarmee de relatie behoudt. Je leert een balans vinden tussen erbij willen horen en jezelf willen zijn, en hoe loyaliteit en intimiteit werken. Al dit soort sociale en emotionele situaties moet je eindeloos vaak meemaken, voordat je begrijpt hoe je je het beste kunt verhouden tot jezelf en de buitenwereld. Iedereen heeft pijnlijke maar leerzame blunders begaan. Ze maken je tot een beter mens.

Het verhaal van de Boeddha is verrassend actueel. Voor wie het niet kent, een samenvatting. De vader van Siddhartha Gautama wilde hem beschermen tegen de hardheid van het leven en het zware pad naar verlichting. Hij besloot een ommuurde stad voor hem te bouwen, waarbinnen hij alle tekenen van pijn, teleurstelling, lelijkheid en ouderdom verwijderde. De enige bewoners waren jong, gezond, knap en deugdelijk. Siddhartha Gautama groeide op binnen de muren van deze stad, maar werd uiteraard nieuwsgierig naar wat er zich buiten de muren afspeelde. Toen hij 29 jaar oud was, verliet hij de stad. Zijn vader probeerde de straat te ontdoen van al het leed, maar de goden stuurden een zieke man op zijn pad. Siddhartha Gautama schrok, en zijn bediende legde uit dat mensen, net als hij, ziek kunnen worden. Verafschuwd keerde Siddhartha Gautama terug naar zijn ommuurde paradijs. Een paar maanden later prikkelde zijn nieuwsgierigheid hem echter opnieuw. Hij verliet de stad, zijn vader ontruimde opnieuw de straten, maar de goden stuurden dit keer een oude man op zijn pad. Zijn bediende legde uit dat mensen, net als hij, ouder worden. Siddhartha Gautama was verbijsterd door het bestaan van aftakeling en verval, vluchtte terug naar zijn paradijs en bleef maanden binnen. Zijn nieuwsgierigheid bracht hem er echter toe opnieuw naar buiten te gaan, waar de goden een begrafenisstoet voor hem opvoerden. Siddhartha Gautama zag voor het eerst in zijn leven een dode, wat hem zo shockeerde dat hij niet in staat was terug te keren naar zijn paradijs. Hij ontdeed zich van al zijn bezittingen, werd monnik en uiteindelijk de Boeddha (de ‘verlichte’). Hij concludeerde dat het leven nu eenmaal lijden is. De enige manier om je kind daartegen te beschermen, is door het op te voeden tot een zelfstandige, weerbare en onafhankelijke volwassene. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.

Eigenheid

Eigenheid

Eigen ….. lijk

Eigen ……waarde

Eigen …… heid

Eigen …… schap

Eigen …… zinnig

Eigen …… wijs

Eigen …… handig

Eigen …… aardig

Mooie woorden. Sommigen worden in ons dagelijkse taalgebruik niet in een positieve context gebruikt:  ‘die eigenzinnige vrouw’ of ‘ze doet eigenaardig’ of ‘ik wilde eigenlijk dit maar het werd dat’. Maar als je de woorden uit elkaar trekt en er opnieuw een zin van maakt, krijg je hele andere betekenissen; ‘ze doet het op geheel eigen wijze’ of  ‘wat een aardige eigen’. Het woord eigen gaat natuurlijk over jou en alleen over jou. Eigen refereert naar de zelf. Naar wie jij bent.

Maar ja, wie ben jij eigenlijk? Wie ben ik? Het is een vraag die je jezelf vast wel eens gesteld hebt. En kreeg je een helder antwoord? En als je wel eens een psychologische test hebt gedaan, vond je daarin vast wel antwoorden die refereerden aan wie je bent of was op dat moment. Toch?! Lastige materie. Ik waag me niet aan alle filosofische overpeinzingen of de ware zelf wel bestaat, of we wel zoiets als een ‘kern’ bezitten. Zijn we misschien toch meer een construct van de voortdurende beweging des levens en creëren wij onszelf keer op keer? Ik weet alleen dat ik het niet weet. Lekker simpel maar zo ben ik … geloof ik.

We zijn allemaal eigen en van onszelf

We hebben allemaal eigenheid in ons. We zijn allemaal eigen en van onszelf. Al heel jong wordt die zichtbaar en ook jong wordt daar korte metten mee gemaakt. Bij de een is dat explicieter dan bij de ander.

Als kind hebben we, niemand uitgezonderd, allemaal een onbewuste innerlijke strijd gevoerd tussen wie je bent, wat je wil zijn en wat er van je verwacht wordt door je omgeving en iets later door school of de sportclub. Kun je je nog herinneren dat je als tijger naar school wilde maar het was geen carnaval? Het is niet onwaarschijnlijk dat je moeder dat niet goed vond. Onze maatschappij zit zo in elkaar dat het weinig ruimte laat voor eigenheid; de wisselwerking tussen aanleg en de ruimte die je krijgt om tot zelfverwerkelijking te komen.

Hoewel wij vinden dat het wel anders zou mogen, snappen we ook dat het zonder normen, vormen, grenzen en meetlatten chaos zou worden; het zorgt voor voorspelbaarheid en overzicht. De prijs die we daar al heel jong voor betalen, is dat we in onze opvoeding zo leren hoe we ons moeten gedragen – conform die meetlat –  dat alles wat daarbuiten valt, de uitzondering is. Daarom hebben we lastige kinderen, minderheden en outcast. Dat de meetlat misschien niet deugt, is geen issue want dat zou alleen maar tot verwarring leidde.

Wie ben ik, is vooral de vraag die voortkomt uit de vele aanpassingen die we doen tijdens onze jeugd. We willen er maar al te graag bijhoren en vooral niet opvallen, Het bepalende kader waarin we groot groeien, zet onze eigenheid op scherp en zorgt in vele gevallen zelfs voor dat we zo geconditioneerd raken, dat we niet meer goed weten wat nou echt bij ons hoort en wat we gaandeweg hebben opgepikt via ouders, leerkrachten, vrienden en media.

We besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van ons weten – we leren ons suf – en ook onze sociaal-emotionele ontwikkeling wordt nauwgezet gevolgd. En indien we even uit de pas lopen, hier en daar bijgestuurd. Maar hoe zit het met de ontwikkeling van kunnen zijn wie we zijn? Wat als blijkt dat je geliefde geen man maar naar alle waarschijnlijkheid een vrouw zal gaan zijn? Of dat de weg die je ouders voor jou voor ogen hebben, niet de jouwe is? Wat als we zo in elkaar zitten dat onze emoties wegslikken geen optie meer is en we ons echt moeten uiten als we ons gefrustreerd voelen. Wat als we daarin onze kleur laten zien? Dat is een hobbelige weg. Een weg waar onderweg mensen afvallen en aanhaken. En jaren later kunnen we in ieder geval trots zijn op onszelf omdat we onszelf hebben laten zien in een belangrijk aspect van wie we zijn. Da’s een behoorlijke overwinning op zijn wie je bent.

Maar er is nog meer. Heb je het gevoel dat je ploetert en ploetert? De kans bestaat dat je je leven onvoldoende leidt op de manier die past bij wie jij bent. Het is best mogelijk dat jouw ontwikkeling meer gericht was op invoegen en aanpassen dan op mogen zijn wie je bent.

Veel mensen die ik begeleid stellen me de vraag ‘wie ben ik?’ of; hoe zorg ik ervoor dat ik mijn leven inricht zoals ik dat wil?’ Meestal gaan deze vragen vergezeld met klachten als uitputting, vastlopen in werk of privé en ook somberheid. En laat ik hand in eigen boezem steken; ik ben ook een van deze mensen. Ik ken dezelfde klachten, stel mezelf dezelfde vragen en vraag zo nu en dan ook om hulp als ik mijn eigenheid niet genoeg bewaakt heb en mijn opvoeding me richting oude patronen dirigeert. Het verschil met mijn cliënten is mogelijk dat ik snel herken, er woorden aan kan geven en kan handelen naar wat ik zie dat ik doe of niet doe. Het is een menselijk gegeven dat we onszelf niet als Belangrijkst stellen. Zeker vrouwen laten zich makkelijk manipuleren wanneer ze te horen krijgen dat het ‘egoïstisch’ is als ze zichzelf als prioriteit stellen. Want NEE zeggen blijft een lastige.

Hoe zorgen we ervoor dat we wakker worden uit de hypnose van onze maatschappelijke conditionering? Hoe laat je meer je eigenheid spreken? Door jezelf in het middelpunt van je aandacht te brengen!

Mijn gedachten onmiddellijk naar Elze. Een leuke, vlotte vrouw van 29 jaar en afgestudeerd als jurist. Zij kwam uitgeput en met depressie klachten op gesprek en vroeg ‘kun je me helpen mijn leven zo snel mogelijk op de rit te krijgen?’. Ik was vooral geïntrigeerd door de woorden ‘zo snel mogelijk’. Ze leefde met een groot faal gevoel over het feit dat ze nog niets van wat van haar verwacht werd, had waargemaakt. Niet de juiste baan, geen vaste relatie maar wel veel afleiding door uitgaan. Dat ‘zo snel mogelijk’ werd uiteindelijk een stuk langzamer maar wel langdurig en bewust; ze leerde haar eigen ik kennen. Elze had namelijk geen flauw idee en had altijd gedaan waarvan zij dacht dat anderen wilden dat zij deed. Ze had geen enkele aandacht besteed aan de vraag ‘en wat vind ik belangrijk’ of ‘hoe wil ik dat mijn leven eruit ziet’ of zich in situaties afgevraagd ‘en wat wil ik EIGEN-LIJK?’ Ze volgde altijd anderen. In dat stilstaan bij zichzelf was Elze in beweging gekomen en was ze situaties aangegaan en keuzes gaan maken die ze voorheen nooit voor mogelijk had gehouden. In plaats van anderen altijd als richtingaanwijzer te gebruiken, was ze zichzelf als de nummer 1 in haar leven gaan zien.

De poëet Rumi sprak ooit: ‘als je de heerlijke, goede wijn geschonken krijgt, maak je dan niet druk om het vieze glas’. Jij bent die wijn en de omstandigheden zijn dat glas. Als je merkt dat je teveel voegt naar de verwachtingen van anderen en daarmee je eigenheid onderdrukt, is elk moment een mooie gelegenheid  om er je licht op te schijnen. Frustreer je niet over de omstandigheden waarin je niet volledig kon zijn maar ga ermee aan de slag. Stel jezelf bijvoorbeeld vragen als; ‘ben ik eerlijk en open naar mezelf en anderen’ ‘doe ik echt de dingen waar ik blij van wordt?’ ‘leef ik werkelijk naar wat ik belangrijk vind?’ of ‘leef ik mijn leven of word ik geleefd?’. Bedenk je dat elke dag een nieuwe kans biedt om je eigen ik aan jezelf en de wereld te tonen.

Eigenheid is anders durven zijn. Eigenheid is niet luisteren naar wat anderen je vertellen maar je eigen koers uitzetten. Niet omdat je dwars wilt liggen maar omdat je niet anders kunt; je hebt die ruimte van verschil nodig hebt om te kunnen zijn wie je bent. Je leven leiden naar Eigenheid is geen gladgestreken weg maar wel een bevredigende weg; het leidt altijd tot een door jou gewenst leven!

Barbamama of pannenkoekenbakster

Barbamama of pannenkoekenbakster

Ben je als stiefmoeder een orgaan in een vreemd lichaam?

Je hebt de liefde van je leven gevonden, hij of zij voldoet aan alles en met de liefde komen ook kinderen uit de vorige relatie mee. Je droomde altijd al van een gezin en hoe meer zielen hoe meer vreugde. Je voelt je steeds comfortabeler in de rol van stiefmoeder.
Maar vergis je niet. Schijn bedriegt soms. Je mag nooit echt helemaal mee doen en als een orgaan in een vreemd lichaam kun je elk moment afgestoten worden. Dit besef biedt ook opluchting en bespaart een hoop gedoe. Want aan een Barbamama heeft het kind geen behoefte, die voelt dat gelijk. En het ontslaat je van alle vervelende taken die ook bij moederschap horen. Jij hoeft alleen maar te helpen daar waar nodig, zonder verwachtingen of claims. Dring je niet op. En wat heerlijk dat je driftbuien en ander ongewenst gedrag aan haar kunt overlaten!

Stiefouderschap

Een stiefmoeder zijn is ongeveer de meest ingewikkelde rol in de dynamiek van het gezin. Het is niet voor niets dat we alleen al het woord, mede door de sprookjes, associëren met boos en slecht. Dit schrijven is bedoeld om meer inzicht en daarmee meer begrip te bieden in het stiefouderschap. We willen het imago van ‘slecht en gemeen’ opvijzelen en laten zien wat ervoor nodig is om een gelukkige stiefmoeder te zijn. Het is echt mogelijk.

Jezelf opdringen werkt averechts

Tempo

Maaike en Arno zijn sinds 5 jaar een stel. Arno brengt twee kinderen (9 en 12 jaar) mee in deze relatie. Voor Maaike die aangeeft veel van kinderen te houden, is het een welkome verrijking van hun liefde voor elkaar. Ze vormen vanaf het begin van hun relatie een gezin. Maar anders dan Maaike had gedacht, blijkt het gezinsleven en haar rol als stiefmoeder, toch een stuk lastiger dan ze van tevoren had bedacht.
Als we Maaike en Arno als voorbeeld nemen, illustreren we wat in deze situatie de meeste kans van slagen heeft. Als Maaike het op kan brengen, doet ze geen actieve pogingen zichzelf in de levens en de harten van de kinderen op te dringen. Ze laat de kinderen het tempo aangeven en geeft hen de leiding in het opbouwen van een relatie. Dit betekent ook dat Maaike de opvoeding en alles wat daarbij komt kijken, overlaat aan de ouders. Het ingewikkelde is natuurlijk dat Maaike ook onderdeel is van het gezinsleven, dus ook van het huishouden. Hier kunnen ook situaties voorkomen die Maaike niet zullen bevallen.

Ondergeschikt

Het vraagt van Maaike dat ze ernaar kijkt, wacht en de situatie, uit het zicht van de kinderen, later bespreekt met Arno. Het is dan aan hem of ze daar iets aan wil doen of niet. Voor Maaike is dat best een worsteling; lippen op elkaar, je irritatie niet onmiddellijk uiten maar daar een geschikt moment voor vinden en toekijken. En bovenal; je verwachtingen en wensen ondergeschikt maken aan het proces. Dit is de manier om te investeren in de relatie met de kinderen van je lief. Dit voorbeeld geeft ook weer waar wij als vrouwen en stiefmoeders grote kans hebben de plank mis te slaan. We willen zorgen en hechten grote waarde aan goede relaties. We willen graag deel uitmaken van het gezinsleven en van betekenis zijn. En we willen als volwassen vrouw al niet dat andermans kinderen zoveel invloed uitoefenen in jouw leven.

Stiefmoeder versus moeder

De stiefmoeder versus moeder-reis van Maaike en Arno was een hobbelige weg, met momenten waar vooral Maaike het niet meer zag zitten en twijfelde over hun relatie. En toch hebben ze doorgezet en samen een route naar wederzijds begrip en steun gevonden. Maaike heeft uiteindelijk andere keuzes kunnen maken voor zichzelf. Ze heeft haar verwachtingen bijgesteld en haar handelen daarop kunnen afstemmen. Arno heeft haar gesteund in dit proces. Maaike: ‘Hoe meer ik kon accepteren dat ik de toeschouwer was in de band tussen moeder en kinderen, hoe meer ik mijn verwachtingen kon loslaten over het romantische gezinstafereel, des te meer initiatief er kwam van de kinderen richting mij. Steeds beter begon ik te begrijpen dat hun negatieve houding ten opzichte van mij niet zozeer met mij te maken had, als wel met hun gevoel van loyaliteit richting hun moeder.’

Wij vrouwen willen zorgen, en hechten grote waarde aan goede relaties.

Verwachtingen

Door de vroege dood van mijn eigen moeder kwam ik zelf al jong in aanraking met vrouwen die de behoefte voelden te moederen over mij. Zo’n schattig klein meisje zonder moeder, daar wil je je toch over ontfermen?! Het riep bij mij een diepe weerstand op en ik deed er alles aan om het deze vrouwen zo moeilijk mogelijk te maken. Op zulke momenten veranderde het engeltje in een afschuwelijk monster. Ik had wel succes, want ze verdwenen in alle gevallen weer van het relationele toneel.
Pas toen ik volwassen was, begreep ik dat er met deze vrouwen op zich niet zoveel mis was. Zij tastten echter met hun zorgbehoefte de loyaliteit aan die ik voelde naar mijn moeder. Nu ik als gezins- en relatietherapeut o.a. samengestelde gezinnen begeleid, voel ik compassie voor de vrouwen die met de beste intenties zich storten op de kinderen van hun lief. Ik luister naar hun verdriet, frustratie en naar hun teleurstellingen. Veelal leiden de daarbij behorende verwachtingen tot relatiecrisissen, want ze voelen zich niet gesteund door hun partner. De partner zit in een spagaat tussen geliefde en kinderen, en voelt zich meestal reddeloos spartelen in dit spanningsveld.

Barbamama

Wat is belangrijk om je te realiseren in je rol als stiefmoeder? Om te voorkomen dat je gaat lijden onder het, wat wij noemen, het Barbamama syndroom? In de eerste plaats het besef dat je, als je kiest voor een relatie waar kinderen aanwezig zijn, ook kiest voor een relatie waar het omgaan met verlies en verdriet onderdeel is van je huidige bestaan. Je geliefde heeft al eens gekozen voor een gezin, er is sprake geweest van een scheiding. Veelal betekent dit verlies van de mooie herinneringen, maar ook verlies van alle dromen voor de toekomst. Ook de kinderen dealen met verlies, verdriet en loyaliteitsconflicten na de scheiding of van dood. Als je erkent dat jouw relatie met je partner een andere is dan die uit de relatie waar kinderen uit zijn voortgekomen, ben je op weg om een gelukkige stiefmoeder te worden. Uit gesprekken met stiefmoeders is gebleken dat de angst voor de afwijzing van de kinderen, veel invloed heeft op het maken van onhandige keuzes. Die keuzes leiden niet zelden tot controlebehoefte en krampachtigheid.

Een gelukkige stiefmoeder weet waar de invloed ligt en laat de rest achterwege

In plaats dat je de kinderen dichterbij haalt, duw je ze in deze kramp alleen maar verder van je af. Een gelukkige stiefmoeder weet waar ze invloed op heeft en laat al het andere achterwege. Dit betekent concreet dat je in de opbouwende fase van de relatie met de kinderen, eigenlijk alleen maar pannenkoeken hoeft te bakken. Laat zien dat je een leuk mens bent in plaats van de heks in het sprookje. Meer hoef je niet te doen. Erken ook dat de verantwoordelijkheid en taken omtrent opvoeding primair liggen bij de ouders. Je geliefde en haar ex, in geval van scheiding. Zij nemen de beslissingen, en zij hebben het recht te kiezen naar welke waarden ze willen opvoeden. Als je het er niet mee eens bent, draai je jezelf om en loop er van weg. Als je partnerrelatie goed is, luistert je geliefde op een geschikt moment naar jou en is hij bereid te leren van jou als toeschouwer. Tenslotte heeft elke ouder haar blinde vlekken en is het soms lastig als je er middenin zit, een adequate opvoedingsreactie te geven. Jouw blik kan aanvullend zijn. Maar wees niet gekwetst als blijkt dat je lief in de uitvoering afstemt met de andere ouder. Tenslotte komt dat de kinderen ten goede en daarmee ook jouw relatie met de kinderen. Met andere woorden; cijfer jezelf niet weg maar maak jezelf ook niet belangrijker en alleswetend.

De zijlijn

Wat ingewikkeld en lastig is in de rol van stiefmoeder, is dat ze in deze positie grote offers leveren en dat de vruchten van deze investeringen soms jaren duren voordat deze voelbaar worden. Een gelukkige stiefmoeder is dus niet alleen in staat om aan de zijlijn van het gezinsleven te bivakkeren, het vraagt ook nog eens veel begrip en geduld aan die zijlijn. Het is geen kwestie van gedogen, het is echt een kwestie van accepteren en willen

Today two families become one. So please pick a seat not a side

Maak je verwachtingen en wensen ondergeschikt aan het proces.

Maaike: ‘Imiddels ben ik mijn positie aan de zijlijn gaan waarderen. Heb geanticipeerd op wat de kinderen me aangaven. Dit heeft een stevige basis gelegd, hoewel ik me altijd realiseer dat ik ergens in de derde cirkel verblijf. Door mijn lief te laten met de kinderen, heb ik de vrijheid mijn leven te leiden zoals ik dat wil. Okay, soms zou ik het weekend dat de kinderen er zijn, liever even samen naar vrienden gaan, maar het is nu eenmaal part of the deal die je ergens aan het begin al maakt. Ontkennen of er tegen ingaan werkt averechts. En hoe heerlijk is het dat ze alle beslommeringen, schoolactiviteiten, kleren kopen en andere zorgen met de ex mag uitpluizen! Het is belangrijk voor de kinderen dat mijn lief en de moeder van de kinderen dat samen kunnen en doen. Ik voel mij comfortabel in het bonus-stiefmoederschap.’
Juist omdat de rol van stiefmoeder zo’n ingewikkelde is en het niet zelden tot spanningen in de relatie leidt, adviseer ik om te wachten met samenwonen. Overigens geef ik dat advies alleen als ze er expliciet om vragen en dat gebeurt nog weleens. Het is echt makkelijker je rol als stiefouder vorm te geven en de kinderen te laten wennen aan nieuwe situaties en elkaar, als je niet voortdurend in die relationele dynamiek zit. En eerlijkheidshalve moet ik erbij vermelden dat samenwonen ook vaak een manier is om zo snel mogelijk weer in het ‘oude’ te geraken; het gelukkige gezinnetje. Als je bovenstaande tekst goed gelezen hebt, weet je dat het imiteren van het oorspronkelijke gezin per definitie een slechte keuze is. Het oude krijg je nooit terug en mag je als partner van de stiefmoeder zijnde, ook niet willen. Je creëert daarmee een illusie die gedoemd is uit te monden in teleurstellingen voor iedereen.’ Kies je voor de liefde en komen de kinderen mee, kies er dan voor een gelukkige stiefmoeder te worden. De kunst van het weglaten is daarin misschien wel de gouden sleutel. Als je laat, komt het naar je toe. Geduld, ervaringen van vallen en weer opstaan, wijsheid, flexibiliteit en acceptatie van wat niet is, zijn de ingrediënten van een positie die net zo waardevol en mooi kan zijn als dat zij ingewikkeld is. Jij mag zeggen wat het gaat worden.
Korte vragenlijst voor de stiefmoeders – of bonusmoeder zoals sommigen ook wel genoemd willen worden –  onder ons:
  • Weet je van jezelf met welke verwachtingen in je relatie naar de kinderen staat?
  • Lukt het je om positief of neutraal te zijn over de ex van je lief?
  • Neem je verantwoordelijkheid voor de negatieve emoties die bepaalde situaties bij  je oproepen? Of leg je de schuld bij je lief of haar kinderen?
  • Als je iets dwars zit, omdat je bijvoorbeeld vindt dat je lief jou niet steunde tijdens  een situatie met de kinderen, maak je dat dan op een later moment bespreekbaar?  En zo ja, geef je dan aan wat je nodig hebt van je lief of breng je het in verwijtende  zin?
Wees oprecht naar jezelf in de antwoorden. Ze geven je een richting waar je je  voordeel mee kunt doen. Met de ‘nee’ kun je voor jezelf nieuwe keuzes maken, met  de ‘ja’ vind je voor jezelf bevestiging dat je investeringen zich vroeger of later  gaan uitbetalen.