Helden douchen koud

Helden douchen koud

Dit artikel is geschreven door Alexander Kiene. Aankomend trainer bij de R A A K academie

De oude Grieken wisten het al: een koud bad doet wonderen voor de gezondheid. Met name Hippocrates was een voorstander van de koude duik om de dag goed te beginnen. Tegenwoordig beweren lifestyle experts wederom dat een koude douche in de ochtend allerlei lichamelijke voordelen oplevert. Zo zou het immuunsysteem sterker worden, het testosteronpeil zou stijgen, depressieve klachten zouden afnemen, en dankzij de toenemende stofwisseling zou men afvallen. Het onderzoek waar deze beweringen op gebaseerd zijn is echter niet onbetwist. Er is wel serieus onderzoek gedaan naar de effecten van langdurig zwemmen in koud water, maar nauwelijks onderzoek naar de effecten van een koude douche.

Is koud douchen dan slechts een oncomfortabele handeling zonder nut? Misschien is het grootste positieve effect van een koude douche niet fysiek, maar eerder mentaal. Onze natuurlijke reactie op het idee van een koude douche is er een van vermijding. Logisch, want het is een onprettige ervaring. Het bewust opzoeken van een onplezierige situatie in plaats van die te vermijden, kan echter ook winst opleveren. De winst bestaat er uit dat we onszelf trainen in de confrontatie met een oncomfortabele ervaring (een koude straal water), in een gecontroleerde omgeving (elk moment kan de warme kraan weer aan, of de douche uit). Dit ochtendritueel zou ons er bewust van kunnen maken dat het niet zo erg is als het lijkt om onze comfortzone te verlaten, en de confrontatie met het onbekende aan te gaan.

In algemene zin is het verlaten van het bekende domein, en het vrijwillig betreden van het onbekende de enige manier om iets te leren. De comfortzone, immers, is bekend terrein, er valt niets meer te winnen. De tegeltjeswijsheid “Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg” is niet voor niets een cliché; het is een waarheid als een koe. Om te groeien zullen we het steriele bekende terrein moeten verlaten, en ons in het onbekende moeten wagen, met alle gevaren van dien. Als we dat doen, gaan er direct allerlei oeroude waarschuwingssignalen af in ons brein, we worden angstig en onzeker. We kunnen ervoor kiezen om te luisteren en te aarzelen, of we kunnen doorzetten op het onbetreden pad, het duister in, op weg naar onbekende schatten. Joseph Campbell zag dit als het universele hoofdthema van alle mythen en legenden in de geschiedenis van de mensheid. Volgens Campbell is precies het vermogen de confrontatie met het onbekende aan te gaan, wat iemand tot een mythische held maakt. Helden hebben het vermogen problemen op te lossen door zichzelf te ontstijgen, door te blijven groeien onder de gevaarlijkste omstandigheden. Campbell verwoordde het als volgt: “De grot die je vreest te betreden, verbergt de schat die je zoekt.”

De vaardigheid ons niet te laten verlammen door angst vergt oefening, en wie wil kan elke ochtend oefenen onder de douche. Wie het aandurft te kiezen voor de confrontatie, zal daarnaast ontdekken dat het eigenlijk wel meevalt met de kou, dat de anticipatie erop eigenlijk erger is dan de daadwerkelijke ervaring. Het is een waarlijk heldhaftig begin van de dag. En voor wie nog niet overtuigd is: je bent in ieder geval direct klaarwakker.

Overbeschermen is verwaarlozen

Overbeschermen is verwaarlozen

Dit artikel is geschreven door Muriel Koch, GZ Psycholoog en eigenaar van psychologiepraktijkkoch.nl

Opvoeden draait de laatste decennia vooral om het voorkomen van risico’s en het vergroten van veiligheid. Kinderen worden door hun ouders en de maatschappij steeds meer beschermd tegen een breed scala aan onprettige ervaringen, zoals onenigheden, controversiële meningen, pesten, oneerlijkheid, ruzies, tegenslagen en teleurstellingen. Dat ouders hun kind willen beschermen tegen alle onprettige dingen in het leven is heel begrijpelijk. Ouders hebben echter onvoldoende in de gaten dat zij hiermee hun primaire taak als opvoeder uit het oog verliezen: namelijk dat zij ervoor moeten zorgen dat hun kind opgroeit tot een zelfstandige en weerbare volwassene, die zich kan redden in de maatschappij én in het leven.

Als een kind geboren wordt is het kwetsbaar en volledig afhankelijk van de zorg van de ouders. De wereld is voor een kind onbegrijpelijk, onvoorspelbaar en overweldigend. Kinderen zijn gevoelig voor alles wat er om hen heen gebeurt, zoals drukte, geluid en licht, maar ook voor spanning en stress. Daarnaast worden kinderen de eerste jaren overspoeld door hun fysieke en emotionele behoeften en zijn zij niet in staat hun eigen impulsen, emoties of gedrag te controleren. Door middel van structuur, voorspelbaarheid en duidelijkheid maken ouders de binnen- en buitenwereld voor kinderen overzichtelijker en veiliger. Naarmate kinderen ouder worden is het de bedoeling dat zij dit zelf leren, en zo steeds minder afhankelijk worden van hun ouders.

Als ouders geef je je kinderen bewust en onbewust het voorbeeld. Zo leer je ze hoe je ruzie maakt, en hoe je het weer goedmaakt, maar ook hoe je doorzet als iets moeilijk is, hoe je moed vindt om iets spannends te doen, of motivatie om iets te doen waar je geen zin in hebt. De laatste decennia wordt er echter gesproken over de pampergeneraties of de pretparkgeneraties, met bijbehorende helikopter-ouders of bulldozer-ouders. Ouders proberen het leven van hun kinderen continu leuk, gezellig en comfortabel te maken door alles in de gaten te houden en alle mogelijke obstakels of vervelende ervaringen uit de weg te ruimen. Zij doet dit met de beste bedoelingen, in de hoop dat hun kinderen zich geliefd en veilig voelen en nooit pijn zullen ervaren. Zij veroorzaken echter dat als dat onvermijdelijke leed op een bepaald moment toch op het pad van hun kinderen komt, zij niet in staat zijn hier op een goede manier mee om te gaan. Het aantal tieners, twintigers en dertigers met depressies, angststoornissen, stress- en burn-outklachten neemt de laatste jaren gestaag toe.

De meeste mensen zijn het erover eens dat je als ouder niet op het werk van je 31-jarige zoon kan verschijnen om zijn conflict met zijn baas voor hem op te lossen. Maar wat de ouders van nu zich te weinig realiseren, is dat een kind niet van de een op de andere dag zelfstandig is. Daar gaat jarenlange training aan vooraf, waarbij je op elke leeftijd steeds iets meer mag en kan. Waarbij je soms succes hebt, en soms faalt, waarbij je leert wat je eigen kwaliteiten én gebreken zijn en hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Je kunt echter niet leren hoe je moet omgaan met tegenslag, als je het nooit meemaakt. Niemand kan jou uitleggen hoe je weerbaar wordt, je moet het zelf ontdekken. Sociale en emotionele weerbaarheid is net als het immuunsysteem; als het getest wordt, wordt het sterker. In een steriele omgeving wordt je allergisch voor alles.

Er zijn allerlei veilige manieren om te leren omgaan met moeilijke situaties. Zo is het bijvoorbeeld nuttig als je ouders regelmatig ‘nee’ zeggen, ook al zou iets eigenlijk best mogen. Gewoon, zodat je kunt oefenen hoe je kan omgaan met deze teleurstelling. Zodat je leert dat de wereld niet vergaat, dat het huilen vanzelf stopt en dat het een andere keer misschien wel mag. Van ruzies met een broer of zus leer je dat je van iemand kunt houden en diegene kunt haten tegelijkertijd, hoe je je grenzen aangeeft en die van een ander respecteert, en hoe je het goedmaakt. In vriendschappen en relaties leer je rekening houden met anderen, niet omdat het móet (omdat het je zus is), maar omdat je daarmee de relatie behoudt. Je leert een balans vinden tussen erbij willen horen en jezelf willen zijn, en hoe loyaliteit en intimiteit werken. Al dit soort sociale en emotionele situaties moet je eindeloos vaak meemaken, voordat je begrijpt hoe je je het beste kunt verhouden tot jezelf en de buitenwereld. Iedereen heeft pijnlijke maar leerzame blunders begaan. Ze maken je tot een beter mens.

Het verhaal van de Boeddha is verrassend actueel. Voor wie het niet kent, een samenvatting. De vader van Siddhartha Gautama wilde hem beschermen tegen de hardheid van het leven en het zware pad naar verlichting. Hij besloot een ommuurde stad voor hem te bouwen, waarbinnen hij alle tekenen van pijn, teleurstelling, lelijkheid en ouderdom verwijderde. De enige bewoners waren jong, gezond, knap en deugdelijk. Siddhartha Gautama groeide op binnen de muren van deze stad, maar werd uiteraard nieuwsgierig naar wat er zich buiten de muren afspeelde. Toen hij 29 jaar oud was, verliet hij de stad. Zijn vader probeerde de straat te ontdoen van al het leed, maar de goden stuurden een zieke man op zijn pad. Siddhartha Gautama schrok, en zijn bediende legde uit dat mensen, net als hij, ziek kunnen worden. Verafschuwd keerde Siddhartha Gautama terug naar zijn ommuurde paradijs. Een paar maanden later prikkelde zijn nieuwsgierigheid hem echter opnieuw. Hij verliet de stad, zijn vader ontruimde opnieuw de straten, maar de goden stuurden dit keer een oude man op zijn pad. Zijn bediende legde uit dat mensen, net als hij, ouder worden. Siddhartha Gautama was verbijsterd door het bestaan van aftakeling en verval, vluchtte terug naar zijn paradijs en bleef maanden binnen. Zijn nieuwsgierigheid bracht hem er echter toe opnieuw naar buiten te gaan, waar de goden een begrafenisstoet voor hem opvoerden. Siddhartha Gautama zag voor het eerst in zijn leven een dode, wat hem zo shockeerde dat hij niet in staat was terug te keren naar zijn paradijs. Hij ontdeed zich van al zijn bezittingen, werd monnik en uiteindelijk de Boeddha (de ‘verlichte’). Hij concludeerde dat het leven nu eenmaal lijden is. De enige manier om je kind daartegen te beschermen, is door het op te voeden tot een zelfstandige, weerbare en onafhankelijke volwassene. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.

Vechtscheiding. Wat we doen, doen we meer.

Vechtscheiding. Wat we doen, doen we meer.

[vc_row][vc_column][vc_column_text]Ik vraag me iets af. Ik vraag mij af hoeveel van de vechtscheidingen oplossen als wij als hulpverlening geen podium bieden waar ze op kunnen vechten. Misschien ben je nu verontwaardigd, denk je aan alle kinderen die de grootste slachtoffers zijn van 2 ouders die elkaar ‘afmaken’. Terecht dat je verontwaardiging voelt. Ik weet ook niet of mijn vraag levensvatbaar is. Maar ik sta mezelf toe deze wel af te vragen.

Vechtscheidingen. Een situatie waar 2 mensen die ooit van elkaar hielden en samen besloten kinderen op deze wereld te zetten, elkaar demoniseren. Er alles aan doen om de ander de ‘bad guy’ te laten zijn. Een situatie die boven alles, onvoorstelbaar beschadigend is voor de kinderen die onderdeel uitmaken van het vechtscheidings toneel. Waar ik de focus op wil leggen, is op de vraag in hoeverre de hulpverlening deze ouders wellicht een podium bieden? Onbedoeld. Concreet; elke dag krijgen jeugdhulpverleners vele, vele mails van vechtende ouders. De ene nog lelijker dan de ander. En altijd is er in hun perceptie een ‘schuldige’. Onderbouwd door hun eigen geloofsysteem. We zien wat we geloven.
De hulpverleners die ik ken en waarmee ik werk, zijn allemaal geschoold in meervoudig partijdig zijn. Ze laten zich niet zo makkelijk in een spagaat manoeuvreren. Zijn getraind in ouders op te dragen de andere ouder te cc’en in de mail. Doen ze dat niet, nemen ze de mail slechts voor kennisgeving aan. Maar mijn punt is dat ik nieuwsgierig ben hoe het verloop van een vechtscheiding zou zijn als de hulpverlening zich afzijdig zou houden. Ook geen toeschouwer is of mediator maar simpelweg ouders ‘tijdelijk’ in hun sop laten gaarkoken. Hen hun eigen verantwoordelijkheid laten nemen. Een stem in mij sputtert onmiddellijk; ‘Dat kun je niet doen. De kinderen!”. I get it. Dit is exact de reden waarom de hulpverlening zo lang doorgaat. Omwille van de kinderen. Omwille van hun welzijn. Maar eerlijk; ik vraag me af of we de kinderen er werkelijk écht mee helpen? Doordat de hulpverlening er wil zijn omwille van de kinderen, creëren we met elkaar de arena waarin de gevechten kunnen plaatsvinden. En zijn wij gewillige, edoch onbedoelde, toeschouwers. En heel soms vechten we mee in een parallel proces. Want eerlijk is eerlijk. Stiekem hebben we immers een hele lichte voorkeur voor die ene ‘winnaar’. Ouders zijn erop gespitst in die nuance uit te zoeken voor wie we nu die voorkeur hebben. Ook al denken en zeggen wij dat we die niet hebben. We vinden meestal wel degelijk wat. We vinden wat van de agressieve, schreeuwende vader die zijn geld inzet om macht te behouden. En ook vinden we het een en ander van de passief agressieve moeder die de kinderen als schild gebruikt en daarmee de boel manipuleert. Kort door de bocht, weinig genuanceerd en klassiek. Maar wat zou er nu gebeuren als er geen publiek meer is? School die zich richt om op school een veilige haven te creëren voor de kinderen, jeugdhulpverleners die zich niet met de ouders bezighouden maar een vangnet uitzetten voor de kinderen om zoveel mogelijk uit de vechtarena te ‘ontsnappen’. En terwijl ik dat schrijf, realiseer ik me dat we alleen de kinderen bereiken via de ouders. Loyaal als ze zijn. Dilemma.
In hoeverre kunnen we ouders die in een vechtscheiding liggen, nog eigen verantwoordelijkheid laten dragen? In hoeverre zijn ze als dusdanig ondergedompeld in hun eigen – ontstane – psychopathologie dat ze überhaupt nog metapositie kunnen innemen om zichzelf van bovenaf te bezien? Ik heb er geen antwoord op. Wat ik wel weet is dat ons probleemoplossend vermogen best groot is. Dat de tijd soms ook zijn werk doet en dat op jezelf teruggeworpen worden, in sommige omstandigheden een beste leerschool is. Maar ja, de kinderen.

Wat als wij hulpverleners nu eens niet meer reageren op alle, meestal pagina’s lange mails, geen interventies meer plegen die bedoeld zijn om destructieve patronen te doorbreken? Wat als wij hulpverleners nou eens even op onze handen blijven zitten, op onze lip bijten en ons focussen op het welzijn van de kinderen.


Wat zou er gebeuren?

Ik weet het oprecht niet. Ik stel voor, bij wijze van proef, dat ouders zodra ze aan het begin staan van een vechtmodus, verplicht Kinderen uit de Knel laten volgen. Echt aan het begin van die vechtmodus. Want als ze eenmaal vechten, gaan ze door. Want zo werkt dat; wat we doen, doen we meer. Anders is het voor niets geweest. Zodra we de signalen van ‘vechten’ oppikken trekken alle hulpverleners, advocaten, mediators enzovoort zich terug, en zijn alle ogen gericht op Kinderen uit de Knel. Niets vrijblijvend. Verplicht. Zou dat mogelijk zijn? Ahhhh het volgende dilemma; in een vrijwillig kader kunnen we ouders tot niets verplichten *Diepe Zucht*.

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]

Het volgen van je intuïtie

Het volgen van je intuïtie

Daniel had twee studies die hij graag wilde doen. Hij kon maar niet beslissen voor welke studie hij zou gaan. En twee tegelijk was geen optie. Het advies aan hem was om een overzicht te maken met voor- en tegens van beide studies. Daarin een aantal factoren meenemend, zoals duur, kosten, kans op een baan enzovoort. Terwijl Darren hiermee bezig was, bleek deze simpele analyse uit te pakken in het voordeel van de ene studie. Maar wat gebeurde er? Daniel koos uiteindelijk voor de andere. Gedurende de analyse merkte hij namelijk op dat een stemmetje in hem zich ‘voelbaar’ meer liet horen bij het invullen van één van de twee studies. Dat was voor hem genoeg.
Heb je ook die ervaring? Dat je van alles voelt maar dat je verstand tegenspreekt? Dat je onderbuik je vertelt dat iets niet klopt maar dat je het afdoet met ‘ik moet me niet zo aanstellen’ of  ‘ik moet me niet zo jaloers opstellen’. En dat je later de bevestiging krijgt dat wat je voelde?!

Ik ken het maar al te goed. Al heel jong leerde ik mijn intuïtie te wantrouwen. Ik kreeg namelijk met grote regelmaat de boodschap mee dat spanningen die ik voelde, niet klopte. Of dat ik me aanstelde, er was niets aan de hand. Ik stelde vragen maar kreeg ontkenning. En als kind was ik zo afhankelijk van de waarheden van de volwassenen om mij heen, dat ik écht begon te geloven dat wat ik in mijn onderbuik voelde, niet juist was. Ik leerde te vertrouwen op mijn hoofd.

Als kind zijn we afhankelijk van de waarheden om ons heen

Het duurde heel veel jaren voordat ik mezelf weer toestond om te voelen en daarop te vertrouwen. Tot die tijd waren de gedachten vanuit mijn hoofd, leidend. Vooral als het ging om zaken die in relatie stonden met anderen. Hiermee bleef ik weg van mijn eigen kwetsbaarheid. En laat ik eerlijk zijn; het heeft me ook veel gebracht. Maar er was een moment dat ik er niet meer omheen kon; wat ik voel is net zo waar – zelfs meer waar – dan wat ik denk. Maar voor ik zover was, had ik de nodige crisissen nodig om dit te herkennen en te erkennen.

Waar hebben we het eigenlijk over als we het over onderbuik hebben? En zijn onderbuik en intuïtie twee verschillende termen voor hetzelfde of verschillen ze van elkaar? En hoe verhoudt zich dit tot ons gevoel. Een nadere kijk hierop:
Prominente filosofen beschrijven intuïtie als mysterieus en onfeilbaar. In de psychologie geeft men neurologische verklaringen voor deze begrippen terwijl anderen wel degelijk de werking van ons onderbewuste (opgeslagen ervaringen) en zelfs bovenbewuste (de ziel) erkennen. Algemeen gesteld stelt de psychologie dat intuïtie gevormd wordt als een vorm van automatische verwerking van eerder aangeleerde informatie, kennis of vaardigheden.

Vanuit meer spiritueel oogpunt is intuïtie de stem van ons hart. Een soort intern weten. Het is een dieper gevoel, een impressie zonder woorden. Intuïtie is ons aller allereerste gevoel dat we hebben over een situatie of een persoon. De onderbuik fungeert hierin als het fysieke centrum. De kriebel, het samentrekken van de het gebied tussen de navel en de bodem van ons bekken. De onderbuik. Het weefsel is er heel gevoelig en sensitief, waardoor het als een heel intiem gebied ervaren wordt.

Tijdens mijn therapeuten-opleiding sprak mijn nestor de legendarische woorden; ‘intuïtie is verstand met haast’. Ik vond dat toen een prachtige uitspraak. En heb er mijn eigen betekenis aan gegeven. Wat mij betreft is intuïtie een prachtig samenspel tussen ons hart, onze onderbuik en als volgende dienaar, onze cognities.

Intuïtie is verstand met haast

De afgelopen jaren zijn hierin cruciaal geweest. Het wederom niet serieus nemen van alles wat ik voelde en later bevestiging krijgen dat wat ik al die tijd voelde wel degelijk klopte, bracht een ommekeer. Toen ik dit laatst nog eens doorsprak met mijn eigen coach, sprak zij de woorden ‘ Barbara, ga er maar van uit dat jouw intuïtie altijd klopt’. ‘Gebruik het als je kompas en laat je niet afschepen’. Diezelfde middag kreeg ik de kans om dit om te zetten naar ernaar handelen. Ik had ergens geen goed gevoel over. En in plaats van me te laten aftroeven, ging ik doorvragen. Ik liet hierbij mijn intuïtie spreken. En inderdaad; op basis van onderzoeken en bij mijn gevoel blijven, bleek dat mijn gevoel over de situatie klopte. Ik kon niets ‘bewijzen’ maar mijn slechte gevoel bleef en werd met doorvragen meer en meer bevestigd. Ik kon hierdoor dicht bij mezelf blijven, maakte een beslissing en kon verder.

Jouw intuïtie klopt. Daar mag je op vertrouwen


Intuïtie. Velen van ons hebben er een ambivalente relatie mee. We zijn allemaal intuïtief. We hebben allemaal ingevingen, creatieve ideeën en zijn allemaal in staat om aan te voelen. Er naar handelen is echter een ander verhaal. Net als ikzelf lange tijd heb gedaan, stellen velen de rede boven het gevoel. Praten we goed, bagataliseren, bekritiseren we of wijzen we af. Allemaal mechanismen die we in de loop van ons leven opgebouwd hebben om ons te beschermen tegen wat we voelen. In het bijzonder tegen de angst. In mijn geval angst voor verlies.

Intuïtie – afstemmen op ons gevoel – speelt een belangrijke rol in ons ontwikkelen en leiding nemen over het leven wat we wensen. Het is een intern weten wat ons op koers brengt en houdt. Ons hoofd is echter de spelbreker. Het leidt ons af en misleidt. Het brengt ons in gebieden in ons leven die niet van ons zijn maar waarvan we ‘denken’ dat ze wel bij ons horen. Door te luisteren naar je intuïtieve stem, en ernaar te handelen sterk je jezelf. Het brengt je wellicht uit veilige zones maar tegelijkertijd bewandel je daarmee de paden van kracht,  ontwikkeling en vastberadenheid.
En we leefden nog lang en gelukkig … toch?

En we leefden nog lang en gelukkig … toch?

Ons hele leven bestaat uit in relatie zijn.

Er was eens een meisje wiens leven kleur kreeg van dromen over later, trouwen met die ene prins. De prins die haar ten alle tijden begreep, er altijd voor haar was en haar aanbad. Een prins die haar hartstochtelijk over zijn knie boog en haar elke keer de kus gaf waar haar hart steeds weer van oversloeg … zo’n prins. Met deze wens ging het meisje op tocht, en hield bij elke potentiële man haar prinsenchecklist klaar. De eerste zeepbel van verwachtingen springt wanneer blijkt dat de prins of prinses van hetzelfde geslacht is. Zo zijn we niet grootgebracht. Maar volle goede moed stappen we alsnog samen met onze verliefdheid in een relatie en plakken we de checklist op de koelkast.

Wake-up call

Ons hele leven bestaat uit in-relatie-zijn-tot. En als we dan die ene, bijzondere liefde tegenkomen, degene die ons hart over laat slaan, staan we niet stil bij werken aan de relatie, het uitspreken van wensen en behoeften en vooral investeren in onszelf. In het begin worden we opgetild door de verliefdheid, de spanning van nieuwe sexuele ervaring en is alles rose, geurig en kleurig. Die begintijd heeft wel wat weg van een sprookje maar de wake-up call is soms indringend en luid. Voor we er erg in hebben, zitten we in een relatie die voortkabbelt, waarin we leuke momenten met elkaar beleven maar waarbij zowel de seks als de goede gesprekken tot het waakvlammetje zijn teruggebracht. Hoe komt dat nou en nog belangrijker, hoe krijgen we de relatie weer op het oude niveau?

Verantwoordelijkheid

Het klinkt als een cliché, maar om een gelukkige relatie te hebben, is het in de eerste plaats van belang dat je goed voor jezelf zorgt. Doe de dingen die je altijd al deed en waar je blij van wordt. Neem tijd en ruimte voor jezelf. Geluk in de liefde maak je namelijk zelf! Jij bent degene die verantwoordelijk is voor jouw emotionele gezondheid. Niemand anders kan dat voor jou doen. En daar gaat het nog wel eens mis in relaties. Stel elkaar eens de vraag; wat is van jou en wat is van mij? als het gaat om verantwoordelijkheid nemen.

De mate waarin we de ander verantwoordelijk maken voor ons geluk, is de mate waarin we ons leven als ongelukkig ervaren.

Duurzame bron

Het is niet de relatie die ons gelukkig maakt, het is een gelukkige relatie die bijdraagt aan een gelukkig leven. Dat lijkt bijna een open deur, maar is het niet. Een relatie is een verschijnsel met twee gezichten, waar ieder een heel andere kant opkijkt. Terwijl een gelukkige relatie een van de belangrijkste geluksfactoren is, is een ongelukkige relatie een van de belangrijkste factoren van ongelukkig en ongezond zijn.Dat roept een cruciale vraag op. Wat verhoogt de kans dat een relatie een duurzame geluksbron wordt? Oefenen, in de zin van eerst een tijdlang samenwonen en dan trouwen, helpt daarbij niet. Ook het krijgen van kinderen, goede baan, mooie auto is ook geen garantie voor een duurzame relatie. Het antwoord luidt: persoonlijkheid en communicatie.

Ja maar

Jij hebt er echt alles aan gedaan om haar duidelijk te maken dat …. en zij begrijpt er niks van, luistert niet naar je en blijft maar doorgaan met haar vervelende of irritante insinuaties/aantijgingen. De crux is dat je haar niet hoeft te veranderen maar dat dit over jou gaat. Hoor je jezelf in gedachten de ja-maars opdreunen? Ja maar wat als mijn partner zich nooit aan haar afspraken houdt. Of: Wat als mijn partner altijd maar met haar werk bezig is, nooit opruimt en nooit tijd voor mij heeft? In al dit soort situaties gaat jouw probleem nog steeds niet om de ander maar om jou. Jij hebt in die situatie iets te doen of te laten wat je niet doet of niet laat.

Patrijspoort


De wereld is altijd een spiegel van jezelf en je kunt er alleen maar in tegenkomen wat in jouw wereldbeeld past. Daarbij is je beeld van de werkelijkheid, voor zover er überhaupt een werkelijkheid bestaat sterk vertekend. Je kijkt als het ware door een patrijspoortje naar die werkelijkheid en ziet er maar een beperkt deel van. Jouw partner en alle andere mensen kijken ook door een patrijspoortje naar diezelfde werkelijkheid en zien hele andere dingen dan jij ziet. Dat komt omdat datgene wat je hebt geleerd waar te nemen gefilterd wordt door alle ervaringen die je in je leven hebt opgedaan en waaraan je een bepaalde betekenis hebt gegeven. Het simpele bewustzijn dat jouw werkelijkheid een andere is dan die van de ander, kan al maken dat je anders naar je situatie kunt kijken.

De mate waarin we beiden bereid zijn te investeren in onze relatie is tevens de uitkomst van de mate waarin we een gelukkige relatie ervaren.

Basisvoorwaarden

Kent jouw geliefde jouw diepste angsten, deel e in je hoop en dromen over het leven? Praten jullie over de toekomst samen en delen jullie een gezamenlijke interesse? De basisvoorwaarden van een gelukkige relatie zijn de investeringen die je doet in tijd, energie, loyaliteit en aandacht en de mate waarin je jezelf laat zien aan je geliefde. Hoe meer je laat zien van jezelf, hoe kwetsbaarder je ook bent. In deze kwetsbaarheid zit zowel de belangrijkste kern van geluk samen, maar ook het risico van de pijn. Waar kies je voor? De veilige weg of de gelukkige, intieme weg?

[/vc_column_text][vc_column_text]

Ik zorg voor mij. Jij zorgt voor jou en Samen zorgen we voor de relatie.

Mentaal kasboek

Liefde is onvoorwaardelijk toch? Dat zou een hele mooie werkelijkheid zijn, maar het is slechts een klein deel van de waarheid. We geven vaak aan de ander, niet voor de ander maar voor onszelf. Zo vullen we onvervulde behoeftes op. Hierdoor ontstaat spanning op de balans tussen geven en ontvangen. Er komen mentale kasboeken op tafel en nog erger, de focus wordt verlegd op krijgen in plaats van geven. Heb je dit mechanisme ook verwerkt gezien in een sprookje?

Belangrijk


Als we volledig open staan om in de eerste plaats onszelf als het centrale middelpunt van belangrijk te zien, ontstaat veel meer ruimte om te geven om het geven. Je eigen behoeften wordt namelijk al gezorgd, door jouzelf. Als dat het geval is, kun je dat ontbijtje op bed brengen, een luisterend oor bieden als je lief daarom vraagt, een leuk weekend cadeau doen omdat jij dat wilt en niet omdat de ander dat verwacht. En nog fijner, ons kasboek van geven en ontvangen blijft in de pocket.

Geluk in je relatie. Een toverbrouwsel van een liefdevol sprookje met een korrel zeezout en confronterende waarheden met een roze randje alsjeblieft! Het beste nieuws wat wij je kunnen geven is dat je blij mag zijn dat Jij het bent die kan kiezen voor een gelukkige relatie. Het enige wat je hoeft te doen is je op een liefdevolle manier verhouden tot je geliefde.
Circulariteit

Circulariteit

Teveel alleen
Tegenover mij zit een knappe vrouw, sprekende ogen met daarin een zorgelijke blik. Ze stottert wat, onzeker over hoe ze kan vertellen wat ze wil vertellen. ‘Ik voel me zo alleen’ stamelt ze zonder mij aan te kijken. ‘Ik weet niet hoe ik dat kan doorbreken. Ik heb behoefte aan verbinding maar het enige wat ik voel is dat ik op een eiland zit en geen enkel contact heb met mijn geliefde’. Terwijl ze deze zinnen uitspreekt, stokt haar adem. De heftigheid van haar emoties zijn hoorbaar. Ik wacht met iets te zeggen. Wil haar alle ruimte geven om op haar manier te zeggen wat ze zeggen wil. Het blijft stil. De tranen stromen over haar wangen en haar blik blijft naar beneden gericht. Na enige tijd kijkt ze me recht aan en zegt bijna op fluisterende stem; ‘Ik kan zo goed alleen zijn. Misschien ligt het wel aan mij. Ik weet niet hoe ik het moet doorbreken. Het enige wat ik wel weet is dat ik dat alleen voelen niet meer wil. Daarvan heb ik al teveel gehad’.
 
Deze vrouw – laten we haar Sue noemen – staat niet alleen. Wij voelen ons bij tijd en wijlen zoals haar; alleen. De behoefte aan verbinding, aan gezien worden en geliefd voelen huist diep in ons. Wat we ons onvoldoende realiseren is dat het alleen voelen veelal niet gaat over nu, maar over het verleden. Doordat we ons verleden projecteren op het hier en nu voelen we angst en verlies, voelen we woede en pijn. Alleen in het hier en nu hebben we helemaal niet zoveel te vrezen, zo begin ik me meer en meer te beseffen.

Als ik Sue  vraag naar voorbeelden van er alleen voorstaan, somt ze deze moeiteloos  op. Ditmaal zonder haperen. Alsof ze een mentale lijst hiervan in haar hoofd heeft zitten. En inderdaad; wat daarin weerklinkt is de ogenschijnlijke afwezigheid van steun,  gezamenlijkheid en zelfs liefde. Maar iets wat weerklinkt, hoeft niet zo te zijn. Het wordt tijd om te onderzoeken of de werkelijkheid en de illusie één en dezelfde zijn. Zou het kunnen zijn dat het alleen-voelen zo diep geworteld is dat het in het heden nog steeds zijn werk doet? Met andere woorden wat gebeurt er als we ons verleden nog steeds als een sjabloon over het heden neerleggen?
 
We krijgen wat we verwachten

Als we situaties nog steeds beoordelen op basis van wat we geloven over onszelf en de wereld en hoe ziet dat er dan concreet in handelen uit? Is het  mogelijk dat het alleen-voelen mede het resultaat is van een zelf-fullfilling prophecy? Zien we wat we geloven? En krijgen we wat we verwachten?

Hiermee wil ik niet zeggen dat Sue ‘schuld’ is aan het alleen-voelen. Integendeel. Iets ontstaat en als het maar lang genoeg voortduurt, gaan we geloven dat het ons overkomt. En dat is een misvatting. Wat ik haar met hart en ziel toewens, is dat ze invloed heeft in het doorbreken van dit gevoel. En dat kan alleen als ze 100% verantwoordelijk neemt voor haar aandeel in het instandhouden van het alleen-gevoel. Is zij in staat zodanig in verbinding te gaan met zichzelf dat ze in zichzelf de antwoorden vindt voor dit destructieve gevoel van alleenheid?

De weken die volgen zijn zwaar.  We doorlopen samen Sue’s  eerste kennismaking met haar alleen-voelen. Deze gaan terug naar haar leven als jong kind. Haar ouders hebben het druk met zichzelf en ze voelt zich weinig geborgen. Een reeks van jaren waarin Sue zich als kind onveilig voelt en leeft met het gevoel dat haar maar een taak rest; haar ouders gelukkig houden. Ze doet haar best op school, blinkt uit in zelfstandigheid en ontziet haar ouders door vooral meegaand en ‘makkelijk’ te zijn.
 

Sue is het toonbeeld van onzichtbaarheid in een leven waarin ouders zo opgaan in hun eigen innerlijke puinhopen, dat er weinig ruimte is voor zichtbaarheid en erkenning voor hun kind. Hun enige dochter. De vrouw herinnert zich een echte puberteit niet. Alles wat zich binnenin haar afspeelt, houdt ze voor zichzelf.  Haar verdriet, dillema’s, vragen, eenzaamheid en alleen-voelen; het blijft binnen de veilige muren van haar kamertje. Daarbuiten laat ze zien hoe sociaal en goedlachs zij is. Ze lijkt afgescheiden van zichzelf en de buitenwereld.

Als het waar is dat we elke relatie zien in het licht van onze ervaringen en de overtuigingen die we daaruit hebben ontwikkeld, zou het kunnen zijn dat de vrouw ook in haar relatie met haar man, veel heeft waargenomen vanuit het er alleen voorstaan? En niet alleen waargenomen maar er ook naar gehandeld? Het onderzoeken waard.

We kijken naar het leven in het licht van onze ervaringen.

Ontschuldiging

Wat is dan wel belangrijk? Soms kunnen we in gesprek gaan met onze ouders. Hen meenemen in het proces waarin we zitten. Onszelf laten zien, onze worsteling. In een heel enkel geval zie ik gebeuren dat de volwassene in het kindstuk alsnog erkenning krijgt. Ik heb het een aantal keren mogen meemaken dat ouders en het volwassen kind met elkaar in gesprek gingen. Een vaak moeizaam, pijnlijk maar tevens prachtig proces waarin de erkenning voor het kind en de ontschuldiging voor de ouders, de relatie intensiveerde en ouders en kind er krachtiger uitkwamen.

 
 

 

Als ik Sue mijn overpeinzingen voorleg – bij wijze van suggestie – biedt zij weerstand. Begrijpelijk. Het impliceert in haar ogen dat ik eigenlijk zeg dat ze kreeg waarin ze geloofde. Inderdaad, zij ontvangt het als ‘eigen schuld dikke bult’ maar niets is minder waar. Of liever gezegd; in geen enkele situatie is sprake van schuld. Ja, als je je auto tegen een boom rijdt omdat je niet oplet, kun je spreken van schuld. Menselijke relaties zijn echter dynamische processen, altijd in beweging. Daardoor weten we nooit wanneer, en waar en bij wie het begonnen is. En met het bedoel ik de patronen waarin we zitten. Aangestuurd door onbewuste overtuigingen. Zijn de ouders van deze vrouw dan de schuld? Nee ook niet. Ze dragen wel ook ieder 100% verantwoordelijkheid voor het alleen voelen van hun kind. Ze hadden namelijk andere keuzes kunnen maken. Hiervoor is echter bewustzijn nodig van hetgeen er gaande was.  Waarschijnlijk is hun persoonlijke en relationele puinhoop ook weer terug te voeren op eerdere ervaringen en waren ze – om wat voor reden dan ook – niet in staat te zien wat er op dat moment gebeurde. We weten het niet en het is niet belangrijk.

Erkenning

In de praktijk blijkt echter dat velen deze erkenning via derden krijgen; hun geliefde, soms de therapeut of een belangrijke ander. In het geval van deze vrouw is in gesprek gaan met haar ouders geen optie. Ze wil het niet, wil haar ouders niet ‘opzadelen’ met haar pijn. ‘Ik zou hen alleen maar verdriet doen’ aldus de vrouw. Zo sterk is de kracht van het verleden. Nog steeds wil ze haar ouders ontzien en dat is haar goed recht. Nu maakt zij een keuze en deze kan alleen maar gerespecteerd worden. Ze zal de erkenning voor haar alleen-voelen mogelijk kunnen krijgen bij haar partner, de man die ogenschijnlijk weinig steunend en liefdevol naar haar is. Die haar bevestigt in haar alleenheid. Wat is zijn verantwoordelijkheid in deze?

Op de vraag of haar man weet dat ze hulp heeft, antwoordt ze resoluut en verheft ze haar stem. Een krachtige stem. Ze maakt duidelijk dat dit hem niets aangaat en dat hij hierin geen enkele interesse zou tonen. Ze behoedt zichzelf liever voor de teleurstelling door het niet te vertellen. Op de vraag hoezeer ze daar zeker van is, zegt ze; ‘omdat hij in niets uit mijn leven enige interesse toont. Hij is zo met zichzelf en zijn eigen leven bezig, dat daarin geen ruimte is voor mijn sores’.  Ik geef haar terug ‘dus jouw partner doet jou wel heel erg aan jouw ouders denken?”.  Het blijft stil. Een lange tijd blijft het stil.

Erkenning krijgen is een bron van kracht

Een aantal keren heb ik een dergelijk proces mogen faciliteren. Een enkele keer haakte de client, als ik hun ‘probleem’ in een bredere context wilde onderzoeken, af. Kennelijk was het te vroeg. Zij waren er nog niet aan toe om eigenaar te worden van nieuwe perspectieven, om zich te ontdoen van oude veiligheden en vertrouwde overtuigingen. De lijdensdruk was (nog) niet hoog genoeg. Bij deze vrouw wel. Zij was eraan toe om de regie te nemen over haar eigen alleen-voelen.

De vrouw neemt de eerste wankele schreden in het doorbreken van iets, door haar partner op de hoogte te brengen van de stap die ze heeft genomen; hulp krijgen bij iets waar ze zelf niet uitkomt. En hem het waarom te vertellen.