Oefening baart Liefde

Oefening baart Liefde

Hoe komt het toch kan dat relaties tussen twee vrouwen vaak intens en liefdevol zijn maar op langere termijn tóch niet stand houden. Wat gaat er mis? En welke patronen volgen wij vrouwen daarin? Heeft het te maken met de gevoeligheid van veel vrouwen? Of uitgesproken karakters?

Om deze vraag beantwoord te krijgen, leg ik een voorbeeld uit de praktijk langs de meetlat van de relationele dynamiek tussen vrouwen: Als haar partner Els thuiskomt met de mededeling dat ze verliefd is geworden op een ander, realiseert Agaath zich dat ze niet goed heeft opgelet in hun relatie. Al jaren lijkt alles goed te gaan. Het nieuws komt als donderslag bij heldere hemel voor Agaath. Achteraf vraagt ze zich af waar de liefde al die tijd was? Welke bijdrage heeft zij geleverd aan hun liefde én aan de breuk?
Agaath en Els hebben zo hun onenigheid, hun strijd. Ze vechten mild over de simpelste zaken. Agaath praat te veel, Els te weinig. Els is te weinig thuis, Agaath wil te veel. Toch genieten ze van elkaars gezelschap. Ze vrijen minder frequent dan vroeger, met minder passie, maar er is zeker wel intimiteit. Als ze thuiskomen van het werk kussen ze elkaar, zijn ze blij om elkaar te zien.

Ze eten altijd samen, spreken dan de dag door en de avonden brengen ze regelmatig in elkaars gezelschap door. Niets dramatisch. Het leven zoals velen van ons dat wel in meer of mindere mate herkennen.Recent komt Agaath erachter dat ze in slaap gesukkeld is binnen haar relatie met Els. Ze heeft voor haar gevoel niet de interesse in de relatie verloren, ze is de interesse in zichzelf verloren. In haar eigen leven. In de dingen die voor haar belangrijk zijn. Agaath realiseert zich dat ze veel van zichzelf heeft ingeleverd ten behoeve van de relatie. Denkt ze.

De mate waarin jij jezelf laat zien in de relatie en de mate waarin jij de relatie waardeert zijn belangrijk en liggen in elkaars verlengde.

Hoe weinig we ook écht weten over de liefde en geluk, we weten meestal wel dat het gedrag van de ander niet bepalend is voor ons welbevinden.Wij zijn er zelf verantwoordelijk voor om zorg en aandacht aan onszelf te besteden ongeacht anderen en ongeacht de externe omstandigheden waarin we ons begeven.Elke relatie begint met de relatie die we met onszelf hebben. Als we niet in verbinding staan met onze eigen kern, dan hebben we niets wat ons kan verbinden met de ander. Het gaat er nooit om wat de ander doet. Centraal staat vooral de vraag: hoe zie je jezelf in relatie met jezelf en met de ander en is dat wie je wilt zijn? Ben je jouw leven en jouw relatie aan het vormgeven op de manier zoals jij je dat wenst?

Ondersteunt jouw gedrag naar buiten toe dat wat je zegt te willen? En laten we eerlijk zijn. Het is voor ons vrouwen best een ingewikkelde opgave om in verbinding te blijven met onze kern. De meesten van ons zijn opgegroeid met de onbewuste overtuiging dat we dienstbaar moeten zijn en dat zorg voor de ander onze primaire levenstaak is. Veel vrouwen die ik spreek ervaren goed voor zichzelf zorgen en zichzelf centraal stellen als egoïstisch. Niets is minder waar. Goed voor jezelf zorgen is dé manier om een gezonde relatie te onderhouden. Als je jezelf waardevol acht en liefdevol naar jezelf bent, heb je simpelweg meer te geven aan anderen.

Lesbische en biseksuele vrouwen ook nog eens een minderheid. In onze opvoeding is hetero zijn nog steeds de normen homoseksualiteit afwijkend. Zie binnen een dergelijke maatschappelijke context jezelf maar eens én waardevol te vinden – voor jezelf te gaan staan – én een gezonde en goede relatie te onderhouden. Gelukkig zien we hierin steeds meer veranderen en ontwikkelen de lesbiennes en biseksuele vrouwen van nu een groter zelfbewustzijn.

De mate waarin jij jezelf laat zien in de relatie en de mate waarin jij de relatie waardeert zijn belangrijk en liggen in elkaars verlengde. Maar om jezelf te laten zien moet je kwetsbaar durven zijn, en dit vraagt om volledige acceptatie van jezelf. Dat is een relationele wetmatigheid; schenk aandacht aan jezelf, aan wie je bent en waar je voor staat in het leven. Als je dat kunt, schenk je jezelf liefde en wordt het makkelijker om te geven in je relatie. Je kwetsbaar durven tonen is een belangrijk onderdeel van geven. Veelal vinden we dit lastig omdat het ons een onveilig gevoel kan geven. Maar vaker staan onzekerheden in de weg. Begin je al verbindingen te zien die leiden naar een fijne, gezonde relatie? Als relatietherapeute is mijn ervaring met vrouwenstellen dat ik voornamelijk drie typen relaties voorbij zie komen;
Hoe komt het toch dat relaties tussen tweevrouwen vaak intens en liefdevol zijn, maar op langere termijn tóch niet stand houden. Wat gaat er mis? En welke patronen volgen wij vrouwen daarin? Heeft het te maken met de gevoeligheid van veel vrouwen? Of uitgesproken karakters?

De éénrichtingsverkeer relatie

De ene partner zorgt voor de ander onder het mom van ‘als ik voor jou kan zorgen, voel ik me gelukkig’. En de andere partner laat zich dat wel gevallen. Geen van beiden heeft echter oog voor de aandacht die de relatie vraagt. Het is een ongezonde situatie omdat de verzorgende zichzelf steeds kleiner maakt en weinig of geen aandacht meer heeft voor zichzelf. Ze is volkomen afhankelijk van de mate waarin de andere partner de zorg ontvangt. De basis van de relatie wordt slechts gevormd door de behoeften van één partner; degene die de zorg ontvangt. In dergelijke relaties wordt over het algemeen al snel besloten te gaan samenwonen, waarbij het overigens niet altijd een bewuste keuze is. De een trekt bij de ander in, en voor ze het zich écht bewust zijn, delen zij een leven samen en een huishouden.

De parallele relatie

De ene partner zorgt voor zichzelf en de ander doet hetzelfde. Ook in deze relatie wordt niet voor de relatie zelf gezorgd. In deze relatie staan onafhankelijkheid, kracht en de vaardigheid om voor zichzelf te zorgen, hoog in de lijst van waarden. Over het algemeen hebben deze partners een druk sociaal leven en ze spenderen op elkaar en het gevoel van verbinding is niet groot. Generaliserend kan gesteld worden dat deze stellen vaker apart van elkaar wonen dan samen. En als ze samen-wonen, draaien ze vaker dan andere typen stellen, hun eigen programma. Deze stellen hebben geen hoog oplopende conflicten – emoties spelen minder een rol – en de intimiteit zoeken ze vaker buiten de relatie bijvoorbeeld in het contact met familie, dan dat ze dit bij elkaar vinden.

De versmolten relatie

De partners zorgen voor elkaar maar niet voor de relatie. In een dergelijke relatie zijn de partners zo versmolten met elkaar dat het niet geheel duidelijk meer is waarin de eigenheid en de verschillen zitten. Beslissingen nemen is bijvoorbeeld een probleem aangezien de partners meer gericht zijn in het plezieren van elkaar, dan in het delen van wat ze nodig hebben voor zichzelf. De mate waarin wordt gehouden van de ander is dezelfde mate waarin de partner zichzelf wegcijfert – opoffert – als bewijs van de liefde. De ander heeft absolute prioriteit, veelal ten koste van zelfwaardering en zelfzorg. Deze vrouwen schenken weinig of geen tijd en aandacht aan zichzelf.

Uiteindelijk komen vrouwen in een dergelijke relatie veelal in boosheid en verzet terecht. Jezelf wegcijferen is namelijk iets anders dan geven. Bij wegcijferen wil je er iets voor terug; dezelfde zorg die jij aan die ander geeft. Er wordt als het ware een mentaal lijstje bijgehouden over het geven en nemen. Als dat uit balans is, ontstaat er destructieve boosheid. Mijn ervaring met vrouwen in een versmolten relatie is, dat als het éénmaal scheef zit, vaak veel boosheid aan de oppervlakte komt. Dé uiting van het verzet om nog langer in deze ‘de ander is meer waard dan ikzelf’ relatie te verblijven. Ook deze stellen kiezen er over het algemeen voor om snel samen te wonen. Ditmaal bewust. Het kan soms jaren duren voordat het dysfunctionele patroon waarin ze zitten naar de oppervlakte komt. Maar vroeger of later komt het. Mogelijk een beetje herkenning in alle drie de bovenstaande voorbeelden? Wat er in ieder geval mist in bovenstaande voorbeelden, is balans. Elke relatie bestaat uit twee mensen met unieke behoeften en wensen. En deze vragen erom alle ruimte te krijgen. Zichtbaar te zijn, en door beide partners geaccepteerd te worden. Alleen dán zijn we in staat om op een gezonde manier voor onze relatie te zorgen.

‘Relaties zijn bedoeld om ons te verbinden. Niet om ons gelukkig te maken’

Een gezonde relatie is de uitkomst van twee mensen die van elkaar houden en daarbinnen bewust keuzes maken om emotioneel, fysiek, psychologische en spiritueel in zichzelf te investeren, en deze als input te gebruiken om het een gedeelde ervaring te maken binnen de relatie. Daarmee verdiept ook de relatie zich. Het is een wederkerig proces. Je kunt ook zeggen dat de relatie het fundament is van waaruit je samen de verdieping in jezelf opzoekt. In ieder geval gaat het erom dat je de commitment aangaat met jezelf én met de relatie. Niet met de ander. Alleen dan groei je naar meer eigenheid als vrouw en wordt de relatie een aanvulling op wie jij bent in plaats van een invulling van wie jij niet bent. Vrouwenstellen in het bijzonder worden uitgedaagd in het balanceren tussen persoonlijke voorkeuren en de wijze waarop zij hun samenzijn vormgeven. De uitdaging zit vooral in het stellen van grenzen, door de gevoeligheid die vrouwen hebben ten aanzien van afstand en nabijheid. Of liever gezegd; alleen versus samen. Zodra de ene partner meer haar individuele ruimte gaat opeisen – meer richting het leven dat zij had vóór de relatie – kan dat bij de andere partner een angstige reactie teweeg brengen. De basis voor een ongezonde voortgang van de relatie ligt dan op de loer. Nodig is wederzijds begrip, en daarmee openheid en ruimte voor de wensen en gevoelens, wat er met beiden gebeurt als dit gaande is. Het zou mij niet verbazen als dit mechanisme ten grondslag ligt aan de vele lesbische relaties die uiteindelijk eindigen.

Wil je liefde? Geef liefde!

Terug naar Agaath en Els. Tijdens een individuele sessie met Agaath komt zij er achter dat ze zich grotendeels is gaan voegen naar Els. Ze is zich gaan aanpassen aan haar wensen en behoeften. Daarbij voorbijgaand aan wat zijzelf nodig had. Hoewel ze dacht dat ze hiermee investeerde in hun relatie, was ze in werkelijkheid Els aan het ‘pleasen’. Een zware belasting voor Els; zij ging zich onbewust verantwoordelijk voelen voor het Wel-Zijn van Agaath. Hierdoor ging Els zich terugtrekken waardoor Agaath nog meer uit de kast ging trekken om Els tevreden te stemmen. Een patroon dat uiteindelijk doorbroken wordt als Els de ultieme uitvlucht vindt; verliefd worden op een ander. En het roept vast een verbazing op als ik zeg dat Els, als ze met zichzelf niet een aantal zaken op orde krijgt, in dezelfde patronen terecht komt in haar nieuwe relatie. Wat we ons vaak onvoldoende realiseren is dat we maar op twee zaken invloed hebben; onszelf en de relatie. Als we de focus leggen op onszelf – op onze eigen ontwikkeling en laten zien wie we zijn en daar verantwoordelijkheid voor nemen – geven we onze partner het mooiste cadeau dat we te bieden hebben; onszelf. Relaties zijn bedoeld om ons in verbinding te laten zijn, niet om ons gelukkig te maken. Gezonde relaties zijn de relaties waarin de partners goed voor zichzelf zorgen; ruimte innemen voor hun eigen wensen en behoeften, en daarin hun grenzen bewaken.

‘Je kunt ook zeggen dat de relatie het fundament is van waaruit je samen de verdieping in jezelf opzoekt’

  • Zorg ervoor dat je investeert in jezelf. Ken jezelf. Als je weet wie je bent, waar je natuurlijke grenzen liggen en wat jij belangrijk vindt, kun je hiervoor de ruimte innemen die je nodig hebt om je fijn te voelen binnen de relatie. Én dàt draagt weer bij tot meer aangaan met elkaar. In plaats van de oplossing te zoeken buiten de relatie had Els er beter aan gedaan energie te stoppen in het onder ogen komen bij zichzelf wat ze nodig had binnen de relatie met Agaath;
  • Accepteer en respecteer de ruimte die jouw partner nodig heeft om zich goed te voelen. Als het bij jou angstige gevoelens oproept – bijvoorbeeld omdat je je afgewezen voelt als de ander tijd spendeert met anderen – praat hier dan over met elkaar. Ook als je dat lastig vindt. Liefde maakt tenslotte moedig;
  • Laat jezelf zien. Om een gezonde relatie te onderhouden is het van belang dat je naast jouw wensen, behoeften en dromen ook je kwetsbaarheden, onzekerheden en angsten deelt met je partner. Hierdoor ontwikkelt de ander een ‘liefdesplattegrond’ van wie jij bent en hoe zich dat verhoudt tot onderwerpen binnen jullie relatie. Het verdiept niet alleen de mate van intimiteit maar geeft je partner bovenal een kader van waaruit jij jouw individuele keuzes kunt maken zonder dat dit invloed heeft op de kwaliteitsbeleving van jullie relatie.

Om de liefde te ervaren en daarin te kunnen geven, zijn twee mensen nodig. De relatie, waarbinnen de liefde haar weg vindt, vraagt om aandacht, onderhoud en commitment naar elkaar. Het is van belang dat er balans is tussen de investeringen in de relatie ten opzichte van investeringen die je doet in jezelf. Elke goede relatie begint met een goede relatie met jezelf. Hoe zit dat bij jou?

Mezelf kennen is geluk ervaren

Mezelf kennen is geluk ervaren

Thomas komt twijfelend mijn kantoor binnen en kijkt naar de grond. Ik geef hem een stevige hand en als hij opkijkt, zie ik een man met een jongensachtig uiterlijk. Twee droevige, prachtig bruine ogen kijken mij aan en stamelen; ‘mevrouw Barbara, denkt u dat u mij kunt helpen? Ik zie het niet meer zitten’. Het begin van een reeks gesprekken die lastig, ontroerend en tegelijkertijd zo waardevol zouden blijken.

Laat jij je leven gebeuren?

Thomas is een jongeman van 33 jaar met een zwaar belast verleden. Zonder vader, en met moeder en 3 zussen groeit hij op in een achterstandsbuurt. Hij is de jongste van het stel. Ze hebben in materieel opzicht  niets, maar wel de aandacht en de liefde voor elkaar. Zijn vader is verslaafd en zo nu en dan in het  gezin aanwezig. In het dorp waar hij vandaan komt, staat de familie van zijn vader als ‘slecht en crimineel’ te boek.  Dit heeft volgens Thomas niet in de laatste plaats te maken met zijn donkere, oosterse afkomst.

Deze man, die eruit ziet als een jongen, ziet het leven niet meer zitten. Hij vindt dat het leven voor hem weinig positiefs in petto heeft, begint aan van alles en maakt niets af. Zelf geeft hij als verklaring hiervoor dat hij gebrek heeft aan discipline en dat alles snel verveelt. Ik luister aandachtig naar de manier waarop hij naar het leven kijkt, de keuzes die hij maakt – of liever gezegd die hij niet maakt – en voel compassie met hem en zijn leven; zijn worsteling, de loyaliteit naar zijn familie waardoor hij, zoals hij zelf zegt ‘doorgaat’ en de onmacht ten aanzien van alles en iedereen.

Terwijl ik luister ben ik me bewust van een stemmetje dat tegen me spreekt; ‘deze man is niets van dat alles. Zijn negatieve geloof over zichzelf is de schijnwerkelijkheid waarin hij leeft.     Hij heeft geleerd te geloven in wat anderen in hem zagen’. Aangezien ik de laatste jaren geleerd heb mijn interne stem niet meer te negeren en ik hierover vragen begin te stellen, barst hij in tranen uit. Ik ga naast hem zitten met een grote doos tissues op mijn schoot. Zo zitten we de laatste 10 minuten van onze eerste ontmoeting.

De dagen na onze eerste ontmoeting laat het gesprek met Thomas mij niet volledig met rust. Hoewel ik inmiddels met gemak de deur van mijn werkleven sluit, komt deze client met regelmaat in mijn gedachten. Steeds als ik zijn gelaat voor me zie, komt bij mij het gevoel naar boven dat dit een man is met groot spiritueel inzicht, waarbij ik mij realiseer dat zijn uiterlijk hier mogelijk ook aan bijdraagt. Ik besluit mijn gedachten hierover een keer met hem te delen.

Gevangen in een rol of overtuiging reikt onze blik niet verder dan de eigen bewering

De vele weken die volgen worden gekenmerkt door verwondering, nieuwe inzichten, terugval, verzet en zijn voor mij soms zwaar maar vooral ook leerzaam. Het tempo waarmee Thomas zichzelf toestaat bepaalde levenszaken onder ogen te zien, zichzelf vragen gaat stellen en durft te geloven dat wat hij over zichzelf gelooft mogelijk niet klopt, is traag en met pieken en dalen. Soms gaat hij met een bepaalde lichtheid het gesprek uit om de week daarop weer zwaar en neerslachtig een nieuw gesprek met mij aan te gaan. Het andere moment maakt hij keuzes voor zichzelf die hij een tijdje daarna weer herziet. Voor mij bevestigt het proces met Thomas dat iedereen zijn eigen tempo heeft, dat werkelijke verandering alleen kan plaatsvinden wanneer het van binnenuit komt.

Hoe belangrijk is het dat we onszelf toestaan onze overtuigingen onder ogen te komen en onszelf af te vragen ‘ klopt het nog wel wat ik geloof?’. Pas dan ontstaat er ruimte om andere overtuigingen te omarmen.

Het is prachtig om het proces bij Thomas te volgen. Hij ‘stoeit’ met wie hij is, welke waarden bij hem passen en waarnaar hij wil leven. Steeds vaker komt hij op gesprek met verhalen over diepzinnige gesprekken die hij gevoerd heeft met anderen. is dit de man die nog niet zo lang geleden zichzelf verstopte voor iedereen? Het helpt hem om te voelen wat bij hem past. Ook begint hij zich te interesseren in filosofie, levensbeschouwelijke zaken en thema’s die hem helpen bij zichzelf te komen. Langzaam zie ik lichtjes in zijn ogen komen.

Op een dag komt hij met het inzicht dat het leven langs hem heen is gegleden, dat anderen zijn leven van betekenis hebben voorzien. ‘En ik heb het laten gebeuren’ voegt hij eraan toe. De verontwaardiging in zijn stem is hoorbaar. Letterlijk zegt hij ‘ik heb het leven van anderen geleefd. Nu ga ik uitzoeken hoe ik mijn leven ga leiden’. Thomas is er inmiddels achter dat het mens wie hij in werkelijkheid is, iemand is die veel te bieden heeft. Zijn relatie heeft hij beëindigd aangezien dit geen keuze was uit liefde maar vooral omdat hij niet alleen wilde zijn. Hij ervaart nu ook dat de westerse samenleving niet de waarden in zich heeft waarnaar hij wil leven. Hij overweegt om naar het land af te reizen waar zijn roots liggen en te ontdekken of hij daar meer van zichzelf terugvindt. Ontevredenheid met zichzelf en het leven begint plaats te maken voor hoop en vertrouwen.

Ik ben mijn geluk

Zijn laatste woorden als ik vraag naar wat de gesprekken hem hebben gebracht, zijn ‘ik dacht dat materie mij gelukkig zouden maken maar ik bleef ontevreden. Door de gesprekken ben ik erachter gekomen dat het geluk in mijzelf zit en dat door mezelf te leren kennen, ik het geluk leer kennen’.

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]