Autonomie én verbondenheid; Een paradoxale twee-eenheid

Autonomie én verbondenheid; Een paradoxale twee-eenheid

Relaties – Emoties – Verbondenheid – Autonomie -EFT

Autonoom én verbonden? Hoe kan dat?

Barbara Veldt, EFT register therapeut, Amsterdam

25 April 2020

Samen in verbinding. Eigenheid behouden door autonomie. Een twee-eenheid: yin en yang. Maar hoe zit dat nu eigenlijk? Dit duo hoort bij elkaar maar dat is niet iets waar we ons bewust van zijn. De paradox van autonomie en verbinding.

We kennen de term autonomie eigenlijk vooral uit de ontwikkelingspsychologie; als onderdeel van de puberteit. Het staat synoniem aan zelfredzaamheid, de noodzakelijke voorwaarde om de volledige verantwoordelijkheid voor en controle over je eigen leven te nemen. Zonder autonomie of zelfredzaamheid is het gemakkelijk verstrikt te raken in de afhankelijkheid van anderen.

“Autonomie is het vermogen om op eigen, stevige benen te staan”

Wat is autonomie?

Autonomie wordt gebruikt in combinatie  met verschillende psychologische termen. Ik zou eerder willen beweren dat autonomie de optelsom is van ondergenoemde aspecten in onze ontwikkeling;

zelfredzaamheid dit is de woordenboekdefinitie van autonomie; je eigen regels bepalen en ernaar leven.

van jezelf op aan kunnen in staat zijn om jezelf een belofte te doen en deze na te komen, zoals je een belofte aan een goede vriend zou doen. Geef jezelf dezelfde zorgvuldige overweging die je van een vriend zou wensen.

zelfbeschikking je eigen toekomst bepalen door planning en zorgvuldige actie.

zelfvertrouwen de zekerheid die ontstaat door een gevoel van doelgerichtheid en het vertrouwen om je doel te bereiken.

zelfrespect waardering voor je eigen talenten en mogelijkheden, de erkenning dat je een gezond, bekwaam en liefhebbend persoon bent.

zelfmotivatie een verlangen om te creëren en iets van je leven te maken, ongeacht wat er tegenover staat. Maar met aandacht voor de voldoening die het geeft.

zelfliefde het vermogen om voor jezelf te zorgen en verantwoordelijk voor jezelf te zijn. Je bent accepterend naar jezelf toe. Zowel emotioneel, intellectueel, praktisch alswel als het gaat om je gezondheid, zorg je goed voor jezelf.

Waar dient autonomie toe?

Door het vermogen om voor jezelf te zorgen en verantwoordelijk te zijn voor alle facetten in jezelf , verwerf je:

Emotionele vaardigheden

De emotionele hulpmiddelen die nodig zijn om jezelf van afhankelijkheid te bevrijden. Wanneer een probleem zich voordoet, in plaats van iemand anders de schuld te geven, of “weg te rennen” door ontkenning of verslavend gedrag, leer je als een autonoom persoon de vaardigheden die nodig zijn om er mee om te gaan, ontdek zoveel mogelijk, overweeg vele opties, weeg de mogelijke uitkomst van elke optie af en vraag misschien advies en raad voordat u een beslissing neemt. Als autonoom persoon kun je direct om hulp vragen, maar je blijft zelf bepalen hoeveel en wat voor soort hulp je accepteert en je maakt duidelijke afspraken over wat er van je wordt verwacht.

Het vermogen gezonde relaties aan te gaan

De rolmodellen waarmee u geschikte vrienden en een geschikte partner kunt kiezen. De interactie die je met jezelf hebt, is een rolmodel voor al je andere relaties. Autonomie in jezelf leren helpt je ook om het bij anderen te zien. Als je een zorgzame, verantwoordelijke relatie met jezelf hebt, ontwikkel je een intern relatiemodel om te gebruiken als basis voor je vriendschappen en intieme relaties met anderen.

Een eigen leven

De puberteit is een cruciale fase in onze ontwikkeling. Daar waar we voorheen er nog op konden vertrouwen dat onze ouders beslissingen namen om ons te beschermen tegen de wereld buiten onszelf, kan het mechanisme van ouders nu contraproductief worden.

Ouderschap vraagt om flexibiliteit en dus vraagt het meebewegen op de golven van de ontwikkeling van hun kinderen. De praktijk is echter een weerbarstige; ze blijven beslissingen nemen, vinden het lastig los te laten en te vertrouwen op de verantwoordelijkheid van hun puber. En hoe begrijpelijk; diezelfde puber experimenteert, zet zich af en maakt zich – desnoods met kabaal – af van de ouders.

Loslaten en vertrouwen is het sleutelwoord; kinderen leren hun eigenwaarde, zelfrespect en zelfliefde ontdekken door de ogen van het vertrouwen dat ouders geven. Zo ontstaat ook autonomie.

De maatschappelijke waardering van autonomie

En daar zit een lastig dilemma in: want maatschappelijk voelen ouders een grote druk van buitenaf; je bent pas een goede ouders als je je kind verplicht naar school te laten gaan (en wat als dit elke dag een gevecht is?) Je bent pas een goede ouder als je liefdevol uitspreekt; ‘en ik weet wat het beste is voor mijn kind’. Helaas is het beste meestal afgemeten aan de maatschappelijke norm. Of is hierin de verwachting van de ouders opgesloten. Het is dus maar de vraag of ouders daarin écht afstemmen op hun bijna jong volwassen kind.

Autonomie wordt in onze samenleving onbewust, maar wel actief, ontmoedigt. Er heerst een algemeen aanvaard idee van de ‘plicht’ van ouders om de verantwoordelijkheid ‘zo lang mogelijk’ te dragen. Op de een of andere manier lijkt ‘zorg’ voor het kroost tot een ultieme vorm van liefde te zijn verheven en elke vorm van zelfzorg, geïnterpreteerd te worden als egoïstisch of vreemd. Het lijkt de schaduwzijde van een welvaartssamenleving waarin prestatie, geld en/of zorg meer waardering krijgen dan de ontwikkeling van autonomie. Ouders pamperen erop los. En houden daarmee het kroost langer afhankelijk dan wenselijk.

Met andere woorden:

Ouders hebben dus een belangrijke rol in de autonomievorming van hun puber. Als ze hun taak als verzorger kunnen omvormen naar een meer coachende, volgende rol, ontwikkelt hun kind het vertrouwen en de eigenwaarde die noodzakelijk is om op eigen benen te staan. Autonomie gaat dus om veel meer dan zelfstandigheid ( dit zijn vaardigheden). Autonomie is het vermogen om vanuit liefde, acceptatie en vertrouwen uit te vliegen en een eigen leven te leiden. Met eigen keuzes. Eigen waarden. Eigen behoeften en eigen anders mogen zijn. Als het jong volwassen kind al iets van de waarden van zijn ouders meeneemt in volwassenheid, is dat omdat hij/zij daar een bewuste keuze in heeft gemaakt. Dan is er sprake van eigenaarschap.

“Alleen een persoon die volledig in staat is om voor zichzelf te zorgen, kan vrij zijn om lief te hebben en vrij geven”

De relationele waardering van autonomie

In tegenstelling tot de maatschappelijke overtuigingen, versterken onafhankelijkheid en autonomie de relaties met anderen en maken het geven en ontvangen echt onvoorwaardelijk. Alleen een persoon die volledig in staat is om voor zichzelf te zorgen, kan vrij zijn om lief te hebben en vrij te geven; afhankelijke mensen geven wel maar vragen er (onbewust) iets voor terug; erkenning, waardering of aardig gevonden willen worden.

Hieronder vind je een aantal voorbeelden die je inzicht geven in wat autonomie precies is:

Je doet al jaren aan meditatie en sinds twee maanden heb je een nieuwe liefde. Hij vindt meditatie iets voor zweverige types en maakt er steeds grapjes over. Afhankelijkheid: je trekt je zijn grapjes aan en langzaam worden je meditaties minder tot aan de dag dat je in bed blijft liggen. Net als hij. Autonomie: je gaat het gesprek met hem aan en vertelt hem dat mediteren belangrijk voor je is. Je neemt hem mee hoezeer het jou geholpen heeft in tijden waarin het niet zo goed met je ging. Je vraagt hem om zijn grapjes erover, achterwege te laten.

Je hoort dat een vriendin geruchten over jou heeft verspreid. Afhankelijkheid: Je bent gekwetst en verward, maar je vraagt haar er niet naar; je laat de vriendschap gewoon verslechteren. Autonomie: Je bent gekwetst en verward, dus je vraagt haar om met je te lunchen. Tijdens de lunch vertel je haar wat je hebt gehoord, vraag je of het waar is en krijg je een uitleg die zaken ophelderen.

Een goede vriend, die een aantal ongelukken heeft gehad, vraagt jou om jouw auto te lenen. Afhankelijkheid: Je maakt je er zorgen over, maar je geeft hem de autosleutels. Autonomie: Je zegt: “Het spijt me. Ik zou graag willen helpen, maar ik wil je mijn auto niet lenen. Ik heb m zelf hard nodig en gezien jouw rijstijl, vertrouw ik mijn auto niet aan je toe. Kan ik je ergens heen brengen?”

Wil je elk artikel lezen nog voordat het gepubliceerd is?
Meld je dan aan voor de nieuwsbrief!

9 + 5 =

Barbamama of pannenkoekenbakster

Barbamama of pannenkoekenbakster

Ben je als stiefmoeder een orgaan in een vreemd lichaam?

Je hebt de liefde van je leven gevonden, hij of zij voldoet aan alles en met de liefde komen ook kinderen uit de vorige relatie mee. Je droomde altijd al van een gezin en hoe meer zielen hoe meer vreugde. Je voelt je steeds comfortabeler in de rol van stiefmoeder.
Maar vergis je niet. Schijn bedriegt soms. Je mag nooit echt helemaal mee doen en als een orgaan in een vreemd lichaam kun je elk moment afgestoten worden. Dit besef biedt ook opluchting en bespaart een hoop gedoe. Want aan een Barbamama heeft het kind geen behoefte, die voelt dat gelijk. En het ontslaat je van alle vervelende taken die ook bij moederschap horen. Jij hoeft alleen maar te helpen daar waar nodig, zonder verwachtingen of claims. Dring je niet op. En wat heerlijk dat je driftbuien en ander ongewenst gedrag aan haar kunt overlaten!

Stiefouderschap

Een stiefmoeder zijn is ongeveer de meest ingewikkelde rol in de dynamiek van het gezin. Het is niet voor niets dat we alleen al het woord, mede door de sprookjes, associëren met boos en slecht. Dit schrijven is bedoeld om meer inzicht en daarmee meer begrip te bieden in het stiefouderschap. We willen het imago van ‘slecht en gemeen’ opvijzelen en laten zien wat ervoor nodig is om een gelukkige stiefmoeder te zijn. Het is echt mogelijk.

Jezelf opdringen werkt averechts

Tempo

Maaike en Arno zijn sinds 5 jaar een stel. Arno brengt twee kinderen (9 en 12 jaar) mee in deze relatie. Voor Maaike die aangeeft veel van kinderen te houden, is het een welkome verrijking van hun liefde voor elkaar. Ze vormen vanaf het begin van hun relatie een gezin. Maar anders dan Maaike had gedacht, blijkt het gezinsleven en haar rol als stiefmoeder, toch een stuk lastiger dan ze van tevoren had bedacht.
Als we Maaike en Arno als voorbeeld nemen, illustreren we wat in deze situatie de meeste kans van slagen heeft. Als Maaike het op kan brengen, doet ze geen actieve pogingen zichzelf in de levens en de harten van de kinderen op te dringen. Ze laat de kinderen het tempo aangeven en geeft hen de leiding in het opbouwen van een relatie. Dit betekent ook dat Maaike de opvoeding en alles wat daarbij komt kijken, overlaat aan de ouders. Het ingewikkelde is natuurlijk dat Maaike ook onderdeel is van het gezinsleven, dus ook van het huishouden. Hier kunnen ook situaties voorkomen die Maaike niet zullen bevallen.

Ondergeschikt

Het vraagt van Maaike dat ze ernaar kijkt, wacht en de situatie, uit het zicht van de kinderen, later bespreekt met Arno. Het is dan aan hem of ze daar iets aan wil doen of niet. Voor Maaike is dat best een worsteling; lippen op elkaar, je irritatie niet onmiddellijk uiten maar daar een geschikt moment voor vinden en toekijken. En bovenal; je verwachtingen en wensen ondergeschikt maken aan het proces. Dit is de manier om te investeren in de relatie met de kinderen van je lief. Dit voorbeeld geeft ook weer waar wij als vrouwen en stiefmoeders grote kans hebben de plank mis te slaan. We willen zorgen en hechten grote waarde aan goede relaties. We willen graag deel uitmaken van het gezinsleven en van betekenis zijn. En we willen als volwassen vrouw al niet dat andermans kinderen zoveel invloed uitoefenen in jouw leven.

Stiefmoeder versus moeder

De stiefmoeder versus moeder-reis van Maaike en Arno was een hobbelige weg, met momenten waar vooral Maaike het niet meer zag zitten en twijfelde over hun relatie. En toch hebben ze doorgezet en samen een route naar wederzijds begrip en steun gevonden. Maaike heeft uiteindelijk andere keuzes kunnen maken voor zichzelf. Ze heeft haar verwachtingen bijgesteld en haar handelen daarop kunnen afstemmen. Arno heeft haar gesteund in dit proces. Maaike: ‘Hoe meer ik kon accepteren dat ik de toeschouwer was in de band tussen moeder en kinderen, hoe meer ik mijn verwachtingen kon loslaten over het romantische gezinstafereel, des te meer initiatief er kwam van de kinderen richting mij. Steeds beter begon ik te begrijpen dat hun negatieve houding ten opzichte van mij niet zozeer met mij te maken had, als wel met hun gevoel van loyaliteit richting hun moeder.’

Wij vrouwen willen zorgen, en hechten grote waarde aan goede relaties.

Verwachtingen

Door de vroege dood van mijn eigen moeder kwam ik zelf al jong in aanraking met vrouwen die de behoefte voelden te moederen over mij. Zo’n schattig klein meisje zonder moeder, daar wil je je toch over ontfermen?! Het riep bij mij een diepe weerstand op en ik deed er alles aan om het deze vrouwen zo moeilijk mogelijk te maken. Op zulke momenten veranderde het engeltje in een afschuwelijk monster. Ik had wel succes, want ze verdwenen in alle gevallen weer van het relationele toneel.
Pas toen ik volwassen was, begreep ik dat er met deze vrouwen op zich niet zoveel mis was. Zij tastten echter met hun zorgbehoefte de loyaliteit aan die ik voelde naar mijn moeder. Nu ik als gezins- en relatietherapeut o.a. samengestelde gezinnen begeleid, voel ik compassie voor de vrouwen die met de beste intenties zich storten op de kinderen van hun lief. Ik luister naar hun verdriet, frustratie en naar hun teleurstellingen. Veelal leiden de daarbij behorende verwachtingen tot relatiecrisissen, want ze voelen zich niet gesteund door hun partner. De partner zit in een spagaat tussen geliefde en kinderen, en voelt zich meestal reddeloos spartelen in dit spanningsveld.

Barbamama

Wat is belangrijk om je te realiseren in je rol als stiefmoeder? Om te voorkomen dat je gaat lijden onder het, wat wij noemen, het Barbamama syndroom? In de eerste plaats het besef dat je, als je kiest voor een relatie waar kinderen aanwezig zijn, ook kiest voor een relatie waar het omgaan met verlies en verdriet onderdeel is van je huidige bestaan. Je geliefde heeft al eens gekozen voor een gezin, er is sprake geweest van een scheiding. Veelal betekent dit verlies van de mooie herinneringen, maar ook verlies van alle dromen voor de toekomst. Ook de kinderen dealen met verlies, verdriet en loyaliteitsconflicten na de scheiding of van dood. Als je erkent dat jouw relatie met je partner een andere is dan die uit de relatie waar kinderen uit zijn voortgekomen, ben je op weg om een gelukkige stiefmoeder te worden. Uit gesprekken met stiefmoeders is gebleken dat de angst voor de afwijzing van de kinderen, veel invloed heeft op het maken van onhandige keuzes. Die keuzes leiden niet zelden tot controlebehoefte en krampachtigheid.

Een gelukkige stiefmoeder weet waar de invloed ligt en laat de rest achterwege

In plaats dat je de kinderen dichterbij haalt, duw je ze in deze kramp alleen maar verder van je af. Een gelukkige stiefmoeder weet waar ze invloed op heeft en laat al het andere achterwege. Dit betekent concreet dat je in de opbouwende fase van de relatie met de kinderen, eigenlijk alleen maar pannenkoeken hoeft te bakken. Laat zien dat je een leuk mens bent in plaats van de heks in het sprookje. Meer hoef je niet te doen. Erken ook dat de verantwoordelijkheid en taken omtrent opvoeding primair liggen bij de ouders. Je geliefde en haar ex, in geval van scheiding. Zij nemen de beslissingen, en zij hebben het recht te kiezen naar welke waarden ze willen opvoeden. Als je het er niet mee eens bent, draai je jezelf om en loop er van weg. Als je partnerrelatie goed is, luistert je geliefde op een geschikt moment naar jou en is hij bereid te leren van jou als toeschouwer. Tenslotte heeft elke ouder haar blinde vlekken en is het soms lastig als je er middenin zit, een adequate opvoedingsreactie te geven. Jouw blik kan aanvullend zijn. Maar wees niet gekwetst als blijkt dat je lief in de uitvoering afstemt met de andere ouder. Tenslotte komt dat de kinderen ten goede en daarmee ook jouw relatie met de kinderen. Met andere woorden; cijfer jezelf niet weg maar maak jezelf ook niet belangrijker en alleswetend.

De zijlijn

Wat ingewikkeld en lastig is in de rol van stiefmoeder, is dat ze in deze positie grote offers leveren en dat de vruchten van deze investeringen soms jaren duren voordat deze voelbaar worden. Een gelukkige stiefmoeder is dus niet alleen in staat om aan de zijlijn van het gezinsleven te bivakkeren, het vraagt ook nog eens veel begrip en geduld aan die zijlijn. Het is geen kwestie van gedogen, het is echt een kwestie van accepteren en willen

Today two families become one. So please pick a seat not a side

Maak je verwachtingen en wensen ondergeschikt aan het proces.

Maaike: ‘Imiddels ben ik mijn positie aan de zijlijn gaan waarderen. Heb geanticipeerd op wat de kinderen me aangaven. Dit heeft een stevige basis gelegd, hoewel ik me altijd realiseer dat ik ergens in de derde cirkel verblijf. Door mijn lief te laten met de kinderen, heb ik de vrijheid mijn leven te leiden zoals ik dat wil. Okay, soms zou ik het weekend dat de kinderen er zijn, liever even samen naar vrienden gaan, maar het is nu eenmaal part of the deal die je ergens aan het begin al maakt. Ontkennen of er tegen ingaan werkt averechts. En hoe heerlijk is het dat ze alle beslommeringen, schoolactiviteiten, kleren kopen en andere zorgen met de ex mag uitpluizen! Het is belangrijk voor de kinderen dat mijn lief en de moeder van de kinderen dat samen kunnen en doen. Ik voel mij comfortabel in het bonus-stiefmoederschap.’
Juist omdat de rol van stiefmoeder zo’n ingewikkelde is en het niet zelden tot spanningen in de relatie leidt, adviseer ik om te wachten met samenwonen. Overigens geef ik dat advies alleen als ze er expliciet om vragen en dat gebeurt nog weleens. Het is echt makkelijker je rol als stiefouder vorm te geven en de kinderen te laten wennen aan nieuwe situaties en elkaar, als je niet voortdurend in die relationele dynamiek zit. En eerlijkheidshalve moet ik erbij vermelden dat samenwonen ook vaak een manier is om zo snel mogelijk weer in het ‘oude’ te geraken; het gelukkige gezinnetje. Als je bovenstaande tekst goed gelezen hebt, weet je dat het imiteren van het oorspronkelijke gezin per definitie een slechte keuze is. Het oude krijg je nooit terug en mag je als partner van de stiefmoeder zijnde, ook niet willen. Je creëert daarmee een illusie die gedoemd is uit te monden in teleurstellingen voor iedereen.’ Kies je voor de liefde en komen de kinderen mee, kies er dan voor een gelukkige stiefmoeder te worden. De kunst van het weglaten is daarin misschien wel de gouden sleutel. Als je laat, komt het naar je toe. Geduld, ervaringen van vallen en weer opstaan, wijsheid, flexibiliteit en acceptatie van wat niet is, zijn de ingrediënten van een positie die net zo waardevol en mooi kan zijn als dat zij ingewikkeld is. Jij mag zeggen wat het gaat worden.
Korte vragenlijst voor de stiefmoeders – of bonusmoeder zoals sommigen ook wel genoemd willen worden –  onder ons:
  • Weet je van jezelf met welke verwachtingen in je relatie naar de kinderen staat?
  • Lukt het je om positief of neutraal te zijn over de ex van je lief?
  • Neem je verantwoordelijkheid voor de negatieve emoties die bepaalde situaties bij  je oproepen? Of leg je de schuld bij je lief of haar kinderen?
  • Als je iets dwars zit, omdat je bijvoorbeeld vindt dat je lief jou niet steunde tijdens  een situatie met de kinderen, maak je dat dan op een later moment bespreekbaar?  En zo ja, geef je dan aan wat je nodig hebt van je lief of breng je het in verwijtende  zin?
Wees oprecht naar jezelf in de antwoorden. Ze geven je een richting waar je je  voordeel mee kunt doen. Met de ‘nee’ kun je voor jezelf nieuwe keuzes maken, met  de ‘ja’ vind je voor jezelf bevestiging dat je investeringen zich vroeger of later  gaan uitbetalen.
Professioneel en ervaringsdeskundig

Professioneel en ervaringsdeskundig

Ik lees momenteel het boek van Jill Bolte Taylor ‘My stroke of insight’. Zij is een neurochirurg die op haar 39ste een beroerte krijgt. En dat verandert hoe ze naar het leven, naar mensen en vooral ook naar haar professie kijkt. Haar zeggen; ‘er zijn 2 soorten mensen. Mensen die energie komen brengen zodra ze in de kamer komen, en mensen die energie komen halen. Tijdens mijn herstel had ik vooral mensen nodig die energie komen brengen maar helaas was het ziekenhuis een omgeving waarin mensen vooral kwamen halen. Al die regels, al die procedures. Ik had het veel meer nodig dat iemand naast me zat, mijn hand vasthield en hoop uitstraalde’. Ze besluit; ‘we mogen ons bewust zijn dat we verantwoordelijk zijn voor de keuze ten aanzien van de energie die we meebrengen zodra we in contact zijn met anderen’.

Jill Bolte Taylor moest eerst zelf een beroerte krijgen om zich te realiseren dat in contact zijn met de ander, heilzaam werkt. Ze schrijft inspirerend. En gezegend zijn zij die haar heden ten dagen als neurochirurg aan het bed krijgen. Zij zal haar focus hebben op de verbinding met haar clienten.

ALS OUDER IN DE JEUGDZORG DOORLOOP JE EEN PALET VAN EMOTIES. DE NIEUWSGIERIGHEID EN OPRECHT GEINTERESSEERDE HULPVERLENING KAN DAARIN ‘BIJ BENADERING’ MEEVOELEN.

Al lezende brengt het boek mij bij mijn eigen ervaringen en hoe deze mij beïnvloeden als professional. Is het dankzij of ondanks dat ik een ouder werd in de Jeugdzorg. Geen idee. Wat ik wel weet, is dat het mijn zicht en focus volledig heeft veranderd. De kwetsbaarheid van ouders met een kind die hulp nodig heeft, kunnen we ons als professional voorstellen. Deze écht voelen, is van een andere orde; de mengeling van zoveel emoties. De twijfel, onzekerheid, verbijstering ook. Het is een palet waarin je een nieuwsgierige en oprecht meevoelende hulpverlener kunt meenemen. Maar slechts bij benadering.

Net zoals Jill Bolte beschrijft in haar boek, is tijd een belangrijke factor voordat je de ander kunt meenemen in het proces. Mijn ervaringen als ouder hadden tijd nodig om doorvoelt te worden en zachter te worden. Maar inmiddels heb ik vele hulpverleners ‘ bij benadering’ meegenomen in de kwetsbaarheid en emoties van ouders die zeggen; ‘wij kunnen het niet alleen. Help ons’. Ik neem ze mee in de behoefte van ouders om hun schaamte, verdriet en machteloosheid te mogen uiten. Zonder een beter weten ervoor terug te krijgen. Ik neem ze mee in het verdriet te constateren dat de beste stuurlui aan wal (veelal familie), wel oordelend zijn maar vaak geen idee hebben wat er werkelijk speelt. En hoe alleen dat voelt. Dat ouders de hulpverlening nodig hebben – niet in ze te vertellen wat wel en niet nodig is – maar simpelweg om steun te ervaren.

En dan al die formulieren, lijsten, de vele malen dat je als ouder ergens een handtekening onder zet. Het staat in schril contrast met de mate waarin hulpverleners écht oprecht aandacht en tijd nemen om te vragen hoe het met jou als ouder gaat. Achteraf kan ik me niet eens herinneren dat deze vraag ons ooit gesteld is.

Ik kan volledig meevoelen met Jill Boyle Taylor. Voor veel ouders die om hulp vragen is het zorgsysteem energieslurpend. Zelden brengt het energie. En dat ligt niet

in de eerste plaats aan de individuele hulpverlener. Want een groot deel van hen is betrokken en wil het goede doen. Maar de context waarbinnen dit mogelijk is, is aan banden gelegd door regels, procedures, kaders en wat meer zij. Er lijkt zo weinig ruimte voor oprechte, eerlijke aandacht. Aandacht kost geld. En ook voor de hulpverleners zelf is dit een frustrerend gegeven.

Ik wens de ouders binnen de jeugdzorg hulpverleners toe die naast hen staan, met hun meelopen, vragen of en hoe zij het volhouden én ja, een hulpverlener die hen valideert. Die de ouders laat weten dat zij doen wat ze kunnen. Ik wens de hulpverlening toe dat zij mensen opleiden en vasthouden die zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid die ze hebben als het gaat om wat ze aan energie meebrengen. Want kennis en kunde is één maar de inbreng van goede energie is wat mij betreft, alles. En wat mijzelf betreft? Mijn energie bestaat uit het verwerken van de slechte ervaringen om het goede eruit te halen. En het is mijn verantwoordelijkheid als ouder én professional om de lessen die de ervaringen mij laten zien, door te geven en te delen. Met ouders en professionals. Zelfs al ben ik de druppel in die immense oceaan.